Eind april berichtte het AD dat ouderbijdragen in het basis- en voortgezet onderwijs de afgelopen vijf jaar zijn toegenomen, waardoor ongelijkheid tussen leerlingen toeneemt.(1) Kamerleden Kwint (SP) en Westerveld (GL) vragen minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) om uitleg.
De minister geeft ten eerste aan dat uit onderzoek naar de bronnen van AD blijkt dat zij onder andere bijdragen voor internationaal georiënteerd basisonderwijs en buitenschoolse opvang meenemen in hun data, waardoor hij op basis van deze cijfers geen conclusies kan trekken over vrijwillige ouderbijdrage. Wel noemt hij de laatste onderzoeken over de jaren 2013-2014 (po) en 2015-2016 (vo). Uit deze schoolkostenmonitoren blijkt dat de gemiddelde totale schoolkosten in het vo in 2015-2016 lager uitvielen dan in 2012-2013, en dat de gemiddelde hoogte in het po in de periode 2009-2014 met gemiddeld €12,- is toegenomen.
In het artikel van het AD wordt verder genoemd dat de PO-Raad stelt dat de toenemende kosten duidelijk maken dat de ouderbijdrage een bittere noodzaak is, omdat de basisbekostiging tekort schiet. De minister is het niet met deze stelling eens, want hij vindt dat de bekostiging, hoewel sober, toereikend is.
Op dit moment zijn de PO-Raad en de VO-Raad in gesprek met hun achterban over afspraken over de vrijwillige ouderbijdrage. Als er geen bevredigende afspraken worden gemaakt, zal minister Slob bezien of een wetswijziging nodig is.
Zie hier de kamervragen.
(1) 'Ouderbijdrage steeds hoger: ongelijkheid tussen leerlingen groeit' Algemeen Dagblad, 24-04-2018.