Nadat het college heeft vastgesteld wat de hulpvraag van de jeugdige of zijn ouders is, zal het college moeten vaststellen wat de problemen zijn waartegen de jeugdige of zijn ouders aanlopen. Deze problemen zijn de problemen die in artikel 2.3 Jeugdwet zijn opgesomd en in artikel 1.1 Jeugdwet gedefinieerd. In de paragraaf over Problemen en stoornissen zijn ze al besproken. De Centrale Raad van Beroep stelt nadrukkelijk dat de problemen en stoornissen door een deskundige moeten worden beoordeeld.

In Steenwijkerland I was wel geïnformeerd bij de psychiatrische instelling naar de problemen van de jeugdige maar dat vond de Centrale Raad van Beroep niet voldoende. Als bij een jeugdige een medische problematiek speelt, zal het college niet kunnen afgaan op datgene dat de ouders daarover naar voren brengen. Het college zal zelf onderzoek moeten doen. Het standpunt dat de SKJ-geregistreerde medewerkers van het sociaal team over voldoende expertise beschikken, kan in het algemeen niet worden gevolgd omdat deze registratie geen specifieke deskundigheid op het medische vlak met zich meebrengt.Rb. Den Haag 22 november 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:13587.

In de rechtspraak wordt aangenomen dat de problemen dienen te worden vastgesteld door een deskundige als gronden worden aangevoerd tegen de vastgestelde problemen. Uit het dossier moet blijken dat de toegangsmedewerkers over voldoende deskundigheid beschikken. Het is onvoldoende zich te beperken tot de door de ouders genoemde diagnose omdat het de vraag is of daarmee ook een volledig beeld bestaat van de problemen. Bij het ontbreken van onderzoek dient zo nodig een eigen en gericht onderzoek plaats te vinden, al dan niet middels het inwinnen van advies bij een onafhankelijke (BIG-geregistreerde) indicatiearts of gedragswetenschapper.Zie bijvoorbeeld Rb. Zeeland-West-Brabant 27 juli 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4177.