Het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen heeft het feitenonderzoek nauwelijks verbeterd. Dat staat in de evaluatie van het actieplan, uitgevoerd in opdracht van het WODC.
Het actieplan is opgesteld om de kwaliteit te verbeteren van het feitenonderzoek waar beslissingen over jeugdbeschermingsmaatregelen op zijn gebaseerd. Dat feitenonderzoek was vaak niet goed genoeg. Professionals maakten bijvoorbeeld in hun rapportages te weinig onderscheid tussen feiten en meningen.
Het actieplan is uitgevoerd van 2019 tot 2021. Het bestond uit 21 acties, zoals het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal om ouders en kinderen beter te infomeren over hun rechten, en het verbeteren van de protocollen van organisaties. Aan alle acties is gewerkt in de looptijd van het actieplan, maar ze zijn maar gedeeltelijk uitgevoerd. Ook hebben ze de professionals op de werkvloer nauwelijks bereikt. De acties waren niet goed toegespitst op het verbeteren van het feitenonderzoek op zich, maar vooral op het proces daaromheen. Al met al had het actieplan weinig effect op de kwaliteit van het feitenonderzoek, concluderen de onderzoekers.
Om het feitenonderzoek alsnog te verbeteren, is het nodig om te investeren in de professionals, stellen de organisaties en experts die voor de evaluatie geïnterviewd zijn. Zij moeten meer tijd en ondersteuning krijgen om zorgvuldig feitenonderzoek te doen en om een goede werkrelatie op te bouwen met ouders en kinderen. Verder moeten ouders en kinderen meer invloed krijgen in het jeugdbeschermingsproces. Ook moeten de organisaties in de jeugdbeschermingsketen beter samenwerken, zodat ouders en kinderen met minder professionals en organisaties te maken krijgen.
'Dit soort grote verbeteringen kun je alleen samen met de professionals doorvoeren', zegt Agnes Derksen van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Het draait om hoe zij hun werk uitvoeren. We weten bijvoorbeeld dat het belangrijk is dat jeugdbeschermers samen met het gezin analyseren wat er precies misgaat in het gezin en samen beslissen hoe ze dat kunnen veranderen. Maar dat is makkelijk gezegd. Hoe doe je dat, als je te maken hebt met ouders die onder dwang met je moeten samenwerken en die daar veel weerstand tegen hebben? En die misschien al lang te maken hebben met ernstige problemen en daar veel stress van ervaren? Tegelijkertijd moet je als professional ook je eigen oordelen opzijschuiven om met een open blik naar de situatie te kijken. Geef professionals de ruimte om samen in de praktijk te leren hoe het beter kan. Zorg daarbij voor tegenspraak, waarbij professionals uit de eigen of juist uit een andere organisatie elkaar kritische vragen stellen over hoe ze tot een bepaalde beslissing gekomen zijn. Wil je het feitenonderzoek verbeteren, dan moet je beginnen op de werkvloer.'