De gelijkebehandelingswetgeving zou aangevuld moeten worden met bescherming tegen discriminatie wegens opleiding. Een verbod op onderscheid wegens opleiding is wenselijk bij aanbod van goederen en diensten, maar niet bij selectie voor vacatures of vervolgopleidingen. Dat adviseert het College voor de Rechten van de Mens in een advies aan minister Uitermark van Binnenlandse Zaken.
De minister had het College gevraagd om advies of en zo ja hoe ‘opleidingsniveau’ kan worden opgenomen in de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb). Om een café te bezoeken of een verzekering af te sluiten zou het soort opleiding dat iemand volgt of heeft gevolgd niet uit moeten maken. Zulk onderscheid kan tot ongewenste tweedeling in de samenleving leiden. Bovendien kan het erg kwetsend zijn om vanwege je opleiding toegang geweigerd te worden.
Bij het selecteren voor een baan of een vervolgopleiding ligt dit volgens het College anders: daarvoor is iemands opleiding in de regel juist wél relevant.
Het College adviseert om opleiding niet zomaar aan de Algemene wet gelijke behandeling toe te voegen maar hiervoor een aparte regeling te treffen. Dit is nodig om te zorgen dat werkgevers wel op opleiding kunnen blijven selecteren.
Daarnaast adviseert het College om in plaats van de term ‘opleidingsniveau’ de term ‘opleiding’ te gebruiken. De term ‘opleidingsniveau’ in de gelijkebehandelingswetgeving zal leiden tot spreken en denken in ‘hoge’ en ‘lage’ opleidingen. Dit zou ingaan tegen het voornemen van de minister van Onderwijs om te spreken over praktisch en theoretisch, wat meer recht doet aan het verschil tussen opleidingen.