38% van de medewerkers in zorg & welzijn heeft het afgelopen anderhalf jaar collega’s zien vertrekken vanwege de hoge werkdruk of overbelasting door onderbezetting.
Hierdoor staat een derde meerdere keren per week met te weinig collega’s ingeroosterd. Medewerkers die zelfs dagelijks met onderbezetting te maken hebben, komen het vaakst voor bij apotheken (28%), (academische) ziekenhuizen (19%) en in de verpleeghuizen (19%). Door het tekort aan personeel worden operaties afgezegd, afdelingen gesloten en nemen wachtlijsten zorgelijk toe. Dit blijkt uit de tweejaarlijkse FNV Zorg & Welzijnsbarometer, uitgevoerd door onafhankelijk onderzoeksbureau Bluefield, waar ruim 12.000 FNV-leden aan mee werkten. Dit jaar stond de barometer in het teken van de effecten van de coronapandemie op het werk.
‘Zorgmedewerkers zijn op’, zegt Bert de Haas, bestuurder FNV Zorg & Welzijn. ‘Al voor de pandemie was de werkdruk enorm hoog en dat is door corona nog eens verergerd. Heel veel momenten om bij te tanken hadden veel werknemers dan ook niet.’ Uit de FNV barometer blijkt dat een derde van de zorgmedewerkers minder vrij konden nemen. Zij bouwden meer verlofuren op dan voorgaande jaren. In branches waar met jaarurensystematiek wordt gewerkt, zoals in de kinderopvang, is geschoven met uren, waardoor ze juist minder verlof konden opbouwen. Voor alle zorg- en welzijnsmedewerkers geldt dat 41% van hen geen verlofuren kan opnemen op de momenten waarop zij dat graag willen en ze niet voldoende tot rust kunnen komen.
Marianne, verpleegkundige in een kinderziekenhuis: ‘Ik werk inmiddels al 6 weekenden achter elkaar. Ik zou heel graag mijn zoon van Schiphol ophalen die ruim 3 maanden in het buitenland studeerde, maar dat lukt niet. Er zijn simpelweg te weinig collega’s om het werk te doen. Er komen zoveel verzoeken op de groepsapp om diensten te ruilen vanwege ziekte of om spoeddiensten over te nemen, dat is zorgelijk. Hierdoor voel ik emotionele druk om te blijven werken.’
Opvallend is dat de verschillende maatregelen om de administratieve lasten tijdens de corona-pandemie terug te dringen, weinig effect lijken te hebben gehad. Bijna de helft van het zorgpersoneel geeft aan dat ze de afgelopen anderhalf jaar juist méér administratieve taken erbij kreeg. Daarmee lijkt de papierwinkel in de sector onverminderd door te groeien. Twee derde van de werkdag van een zorg/hulpverlener bestaat uit direct contact met cliënten, patiënten en kinderen. Het restant van de dag vullen zij met administratieve taken en met schoonmaken, terwijl alle tijd en aandacht naar directe zorg zou gaan.
Marna, jeugdhulpverlener: ‘De meldingen van huiselijk geweld stromen binnen door de lock downs en het thuiswerken. Deze moeten eerst langs allerlei protocollen en vinkjes voordat het opgepakt kan worden. Iets waar de cliënten geen fluit aan hebben, maar de overheid wil dat per sé weten.’
Een andere maatregel die vanwege de coronacrisis is ingevoerd, is het sluiten van de dagbesteding. Het zorgde voor een toename van fysieke en verbale agressie van cliënten. 72% van de werknemers in de gehandicaptenzorg wil dit zo snel mogelijk teruggedraaid hebben. ‘Werkgevers lijken dit nu als verkapte bezuinigingsmaatregel te gebruiken om de dagbesteding niet overal weer te openen’, zegt De Haas.
Medewerkers in de jeugdzorg (56%), de kraamzorg (54%), de academische ziekenhuizen (42%) en in de verpleeghuizen (40%) zagen het afgelopen anderhalf jaar het vaakst collega’s vertrekken. Bovendien overweegt ruim een op de vijf (22%) van alle medewerkers in zorg & welzijn zelf ook om uit de sector te stappen. Vooral de enorme werkdruk, een slechte werk-privé balans en het salaris zijn redenen om weg te gaan.
De Haas: ‘Dit geeft wederom aan dat het heel belangrijk is om de sector nu aantrekkelijker te maken en gelijk te trekken aan de marktsector op het punt van waardering. De zorg loopt 9% achter op de marktsector in salariëring. Dat moet echt gecompenseerd worden door een financiële injectie uit Den Haag. Structureel meer loon, geen eenmalige bonussen. Daarnaast roepen wij werkgevers op maatregelen te nemen om hun werknemers te beschermen. Ze moeten altijd maar bereikbaar zijn. In de cao-overleggen gaan wij dit ook met werkgevers bespreken. Als FNV gaan wij alleen akkoord met afspraken die tot verlaging van de werkdruk leiden en een reële structurele loonsverhoging voor álle medewerkers. Overal waar dit niet gebeurt overleggen we met onze leden en volgen mogelijk acties en stakingen, zoals nu al in de kinderopvang en binnenkort in de academische ziekenhuizen.’
Lees hier het volledige onderzoeksrapport.