Ernstige burenoverlast, mensen met onbegrepen gedrag of burgers die simpelweg een gevaar voor zichzelf of de omgeving vormen. Als burgemeester van Alkmaar krijgt Anja Schouten dergelijke problematiek geregeld op haar bureau. Strafrecht alleen is vaak niet voldoende, want er is een onderliggende oorzaak. Het zorg- en veiligheidsdomein samen krijgen is hierbij cruciaal. Wat is volgens Schouten de rol van de burgemeester in deze moeizame samenwerking? Een team dat congruent is aan het probleem is belangrijk bij deze ingewikkelde casuïstiek. Maar hoe pak je dat aan?
Burgemeester van Alkmaar Anja Schouten
Van de ouderen-, thuis en ziekenhuiszorg tot aan de brandweer, gemeente en politie: noem een sector in de zorg- en veiligheidsdomeinen en Anja Schouten heeft er bestuurlijke ervaring opgedaan. Momenteel is ze burgemeester van Alkmaar, maar daarvoor was ze als politiechef Noord-Holland en portefeuillehouder Zorg & Veiligheid verantwoordelijk voor alles rondom huiselijk geweld, kindermishandeling, jeugdproblematiek en kwesties omtrent mensen met onbegrepen gedrag. Hierdoor bevond Schouten zich in de wisselwerking tussen zorg en veiligheid en heeft zij de vraagstukken die beide domeinen raken van vele kanten gezien.
Wat maakt de samenwerking tussen zorg en veiligheid zo ingewikkeld?
‘Om daar antwoord op te kunnen geven, is het belangrijk om te weten dat ik het vanuit een piramide bekijk. Zo’n 80 procent van de mensen leidt zelfstandig en zonder al te veel hulp van de overheid zijn of haar leven. Een tweede groep, ongeveer vijftien procent, heeft ondersteuning van de gemeente nodig. Zorg- en veiligheidsdomeinen komen dan wel in actie, maar nooit tegelijkertijd. Met enkelvoudige interventies zijn dergelijke casussen meestal wel opgelost. Denk aan het bieden van opvoedhulp of het installeren van een vanuit de Wmo 2015 gefinancierde traplift. Vanuit politieperspectief zijn dat bijvoorbeeld jongeren die een Halt-straf krijgen. Hier acteren zorg en veiligheid afzonderlijk van elkaar en dat moeten we zo houden.
Maar dan kom je bij de laatste vijf procent, de top van de piramide. Dit is een kleine groep burgers die geregeld overlast veroorzaakt, misdrijven pleegt of een gevaar voor zichzelf of de omgeving vormt. Strafrecht alleen is dan vaak niet voldoende, want er is een onderliggende oorzaak. Dat kan te maken hebben met een stoornis, de context van hun leven of de beperkte cognitieve vermogens van een persoon.
Deze burgers leven vanuit ons gezichtspunt een hectisch en episodisch leven: soms veroorzaken ze maanden overlast, dan hoor je een jaar niks van ze, om vervolgens weer op te duiken. Die grilligheid maakt dat elke keer opnieuw moet worden bepaald wat de beste interventie is. Dát is het meest ingewikkelde aan de gedeelde problematiek van zorg en veiligheid: het is altijd maatwerk, de standaardoplossingen zijn al lang een gepasseerd station. Bovendien bieden resultaten uit het verleden geen handvatten. Niet alleen is het per persoon verschillend, maar het is ook heel vaak per persoon per periode verschillend. Het is maar net in welke fase de inwoner zich op dat moment bevindt. Voor alle betrokken partijen is het een vraagstuk waar je een specifieke oplossing voor moet bedenken, en waarbij interventies van de één invloed hebben op het succes van de ander.
Een tweede hinderpaal is dat zowel zorg als veiligheid vrij steil georganiseerd is. We kennen onze bevoegdheden, waar we wel en niet over gaan, en proberen dat zelfs een beetje te standaardiseren. Maar dat botst met de onvoorspelbaarheid van de levens van deze mensen. Als je niet uitkijkt verval je in discussies over wiens verantwoordelijkheid waar ligt. Terwijl het beter is om te kijken wie er op dat moment iets kan doen.
Wat de samenwerking tussen zorg en veiligheid ten slotte zo gecompliceerd maakt, is dat beide domeinen gekenmerkt worden door twee wereldbeelden die als magneten elkaar afstoten.’ Hoe dat zit, licht Anja Schouten hier verder toe.
Lees hier het hele online magazine ‘Zorg & Veiligheid: twee werelden, één opgave’ van Zorg&Sociaalweb.