Bastian Ravesteijn, universitair docent toegepaste economie, was te gast bij Studio Erasmus waar hij praatte over de kansenongelijkheid onder jongeren. Ravesteijn onderzocht onder andere hoe, waar en wanneer de kansenkloof ontstaat. Ontstaat deze pas als we een baan gaan zoeken? Of al vanaf het moment dat we geboren worden?
Uit het onderzoek van Ravesteijn blijkt dat het verschil in kansen eigenlijk al heel vroeg ontstaat. Kinderen uit armere gezinnen blijken vaak ook op latere leeftijd minder inkomen te hebben. Ook blijkt uit de data dat baby’s met ouders uit lagere inkomensgroepen al na vier maanden een hoger bmi dan baby’s uit hogere-inkomensgroepen hebben. Ravesteijn legt uit dat we allang weten dat er kansenverschillen zijn, maar dat we nu ook weten hoe groot die verschillen zijn en op welke leeftijd ze ontstaan.
‘Je kunt je natuurlijk afvragen in hoeverre het slecht is dat sommige mensen minder kans hebben op een hoger onderwijs diploma als dat minder bij ze past. Dat is natuurlijk niet persé verkeerd’, zegt Ravestijn in Studio Erasmus. ‘Maar het is wel lastig te ontrafelen in hoeverre dit komt door wat er om iemand heen is gebeurd en in hoeverre iemand dit nog kan veranderen en meer uit zichzelf kan halen.’
Naar aanleiding van het onderzoek is de Kansenkaart ontwikkeld. Dit is een interactieve kaart die doormiddel van bestaande data inzichten geeft in de mate waarin Nederlanders dezelfde kansen op het gebied van inkomen, onderwijs en gezondheid genieten. Bij een vergelijking van dertigers die zijn opgegroeid in gezinnen uit dezelfde inkomensgroep maar in verschillende wijken, blijkt er een duidelijke relatie te zijn tussen hun huidige inkomen en de wijk waarin zij zijn opgegroeid.