Bevriezingsmaatregel derdelanders stopt: wat betekent dit voor gemeenten?

Twee groepen derdelanders

Vanaf 3 juni worden de betrokkenen geïnformeerd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De groep derdelanders wordt onderverdeeld in twee categorieën:

1. Derdelanders zonder lopende rechtszaak:

Zij ontvangen een brief van de IND over het beëindigen van de bescherming per 4 september 2025. Na die datum hebben zij nog vier weken om Nederland te verlaten. Tijdens die vier weken hebben zij nog wel recht op opvang  en gemeentelijke voorzieningen, maar mogen niet meer werken. Tot 4 september geldt hun verblijfssticker samen met de IND-brief als bewijs van rechtmatig verblijf.

Na beëindiging wordt hun registratie aangepast in de Basisregistratie Personen (BRP): hun verblijfsstatus verandert van code 46 naar code 98.

2. Derdelanders met een lopende rechtszaak:

Zij krijgen vanaf 3 juni een nieuw terugkeerbesluit van de IND. De brief die zij in februari ontvingen, blijft samen met de verblijfssticker geldig tot er uitspraak is in hun zaak. Hun rechten op opvang en werk verdwijnen geleidelijk (‘druppelsgewijs’), afhankelijk van de voortgang van hun procedure. Als er op 4 september nog geen uitspraak is, ontvangen zij een nieuwe brief die opnieuw als verblijfsbewijs geldt.

Ook bij deze groep wordt na een definitieve uitspraak hun verblijfsstatus aangepast in de BRP.

Wat betekent dit voor gemeenten?

Gemeenten mogen pas ná 4 september én na afloop van de vier weken vertrektermijn stoppen met het bieden van opvang en voorzieningen. De overheid werkt aan nieuwe richtlijnen voor gemeenten, die op tijd gedeeld zullen worden.

Er is ook nog een kleine groep derdelanders in afwachting van een beslissing op een lopende aanvraag; zij mogen vooralsnog in Nederland verblijven.

Bronnen: VNG, Rijksoverheid