Slechts de helft van de jongvolwassenen beoordeelt de eigen mentale gezondheid als goed. Wel lijkt er in vergelijking met 2022 een lichte verbetering te zijn op een aantal vlakken van mentale gezondheid, zoals eenzaamheid en geluk. Dit blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024, een grootschalig vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder ruim 135.000 16- tot en met 25-jarigen in Nederland.
De helft van de jongvolwassenen (51%) ervaart de eigen mentale gezondheid als (zeer) goed, 35% als matig en 14% ervaart deze als (zeer) slecht. Jongeren die moeite hebben met rondkomen, alleenwonenden en 21- tot en met 25-jarigen ervaren minder vaak een goede mentale gezondheid.
Ruim twee op de vijf jongvolwassenen voelen zich vaak gestrest. Dit komt vooral door stress van studie/school en werk/bijbaan. Daarnaast ervaart ruim de helft van de jongvolwassenen regelmatig prestatiedruk. Ook maken veel jongvolwassenen zich zorgen over maatschappelijke thema's, met name over de woningmarkt en stijgende prijzen. Minder dan de helft van de jongvolwassenen heeft veel vertrouwen in de eigen toekomst, 15% heeft weinig tot geen vertrouwen.
Sinds de meting in 2022 lijkt er lichte verbetering te zijn op een aantal vlakken van mentale gezondheid, waaronder eenzaamheid, geluk, tevredenheid over het eigen leven en zich beperkt voelen door psychische klachten. Ondanks deze lichte verbeteringen valt er nog veel winst te behalen en blijft de mentale gezondheid van jongvolwassenen aandacht nodig hebben.
