Wat stelt de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) over het cliëntervaringsonderzoek? Wat moeten gemeenten dit (overgangs)jaar doen en wat geldt straks in 2016? In de Wmo en de Jeugdwet is een cliëntervaringsonderzoek verplicht. De VNG ontwikkelt voor de Wmo een standaardvragenlijst die in juni 2015 verschijnt en vanaf 2016 moet worden gebruikt.
Een klankbordgroep bespreekt het clientervaringsonderzoek Wmo. Onderwerp van gesprek is onder meer het aantal vragen dat nodig is voor relevante benchmarkgegevens:
Grote gemeenten hebben een voorkeur voor zo weinig mogelijk standaardvragen. (Met een mogelijkheid om de vragen te koppelen aan eigen onderzoek).
Kleine gemeenten zien liever een compact maar wel compleet onderzoek. (Met benchmarkgegevens maar ook met lokale gegevens over het effect van het Wmo beleid,
zoals verbanden tussen doelgroepen en de mate waarin voorzieningen bijdragen aan zelfredzaamheid en participatie.)
VNG-model
De VNG bekijkt hoe zo goed mogelijk aan beide behoeften tegemoet kan worden gekomen. Het gaat om de keuze van een beperkt aantal standaardvragen om te voldoen aan de wettelijke verplichting. Een compleet onderzoek (inclusief standaardvragen) kan dan als VNG-model worden aangeboden aan alle gemeenten.
Overgangsregime
Dit jaar geldt een overgangsregime voor de verantwoording Wmo (volgens art. 8.9 vierde lid Wmo2015): de verplichtingen van het oude artikel 9 lopen nog een jaar door. Dat betekent dat gemeenten in 2015 de verplichte vragenlijst moeten gebruiken en het cliënttevredenheidsonderzoek over 2014 moeten uitvoeren.Gemeenten zijn vrij in de invulling van het cliënttevredenheidsonderzoek en kunnen meten hoe de transitie is ervaren door nieuwe of door oude doelgroepen.
Jeugdhulp
De VNG richt zich rond jeugdhulp op de ontwikkeling van outcomecriteria die nieuw zijn voor gemeenten. Cliëntervaringen zijn daar een onderdeel van. Binnenkort verschijnt een handreiking over outcomecriteria. Bij de verdere aanpak rond het cliëntervaringsonderzoek Jeugd kijkt de VNG naar de behoefte bij gemeenten, de afstemming met het cliëntervaringsonderzoek Wmo, de regeldruk voor aanbieders en het voorkomen van dubbele belasting bij cliënten.