In oktober 2019 heeft de rechtbank van Midden-Nederland een uitspraak gedaan over het terugvorderen van een deel van de bijstandsuitkering van een inwoonster van de gemeente Wijdemeren. Deze uitspraak heeft veel aandacht in de media en van de (landelijke) politiek gekregen. Het ministerie van SZW heeft naar aanleiding van onder andere deze casus toegezegd te gaan kijken naar meer maatwerk in de uitvoering van de Participatiewet. Al eerder had de gemeente besloten het dossier van deze inwoonster nog eens grondig door te nemen en te bekijken of het besluit van de gemeente in deze ook rechtvaardig was. De rechter had in 2019 al bevestigd dat het besluit van de gemeente rechtmatig is. De advocaat van betrokkene is door de gemeente geïnformeerd over dit extra onderzoek van de gemeente. Het college heeft op basis van het onderzoek naar de rechtvaardigheid geconcludeerd dat het besluit om een gedeelte van de bijstandsuitkering terug te vorderen terecht is genomen.
De betrokkene heeft vanaf eind 2015 een bijstandsuitkering ontvangen en had recht op diverse toeslagen. Vanwege een veranderde vermogenspositie heeft bewoonster geen bijstandsuitkering meer. In 2018 startte de gemeente – nadat het inlichtingenbureau gesignaleerd had dat er een auto op naam van betrokkende was geregistreerd – een onderzoek naar de uitgaven van deze inwoonster. Uit het onderzoek kwam naar voren dat deze inwoonster gedurende drie jaar geen aantoonbare uitgaven had gedaan voor levensonderhoud. De uitgaven voor woonlasten, energie en zorgverzekering waren niet hoger dan passend bij het bijstandsniveau. De hogere vaste lasten gingen vooral op aan de kosten van twee voertuigen, namelijk een auto en een motor uit het duurdere segment. Het betrof overigens geen nieuwe voertuigen. Deze uitgaven hadden direct invloed op het budget dat overbleef om boodschappen te doen. Het college is van mening dat het iedereen vrij staat om zelf te besluiten waar je je geld aan uitgeeft, maar dit kan niet ten koste gaan van de uitgaven waarvoor de bijstand bedoeld is, namelijk uitgaven voor levensonderhoud.
Mensen die een bijstandsuitkering ontvangen hebben een aantal verplichtingen, waaronder het doorgeven van veranderingen in hun inkomens- of vermogenssituatie. Dit heet de inlichtingenplicht. Mensen die in de gemeente Wijdemeren bijstand ontvangen worden hierover geïnformeerd tijdens een speciale informatiebijeenkomst waarin hun rechten en plichten worden toegelicht. De betrokken inwoonster heeft een dergelijke bijeenkomst bijgewoond bij de start van de bijstandsperiode. De inwoonster heeft echter de veranderingen in haar vermogenssituatie (auto) en haar inkomenssituatie (ontvangst boodschappen door haar moeder) niet gemeld, terwijl ze daar wel toe verplicht was. Ook is zij in deze periode in het buitenland geweest zonder dit te melden.
Bij de vaststelling van de hoogte van het terug te vorderen bedrag is in 2018 de zogeheten Nibud-norm voor levensmiddelen gehanteerd. Ondanks herhaaldelijk verzoek heeft mevrouw geen gegevens overlegd waaruit een indicatie van de waarde van de ontvangen boodschappen afgeleid kan worden. De periode waarin mevrouw geen aantoonbare uitgaven deed voor levensonderhoud duurde drie jaar. Daarom is de terugvordering vastgesteld op € 7.039,96. Er is geen boete opgelegd.
Na de uitspraak van de rechter in oktober 2019 is hoger beroep aangetekend door de advocaat van de betrokkene. De inwoonster hoeft de terugvordering niet af te lossen zolang de juridische procedure loopt. De datum van het hoger beroep is nog niet bekend.
De publiciteit rondom deze casus heeft ook direct effect op de medewerkers van de gemeente die al dan niet betrokken zijn bij deze zaak. Burgemeester en wethouders van Wijdemeren hechten er zeer aan hun steun te betuigen aan deze medewerkers. In de afgelopen weken zijn deze mensen dikwijls unfair en onheus behandeld door – veelal anonieme - mensen op sociale media. Er lijkt een trend gaande om medewerkers in overheidsdienst maar beledigend, bedreigend en/of agressief te kunnen bejegenen. Het college roept iedereen op om daarmee te stoppen. De gemeente doet altijd aangifte bij de politie van alle bedreigende uitingen gericht aan politieke ambtsdragers en/of medewerkers.