2020 is net begonnen. Een deel van de mensen heeft een start gemaakt met het uitvoeren van goede voornemens. Of toch maar niet. Ik ben eigenlijk niet zo van de goede voornemens. Voor het komende jaar heb ik er echter wel een. Nog meer verhullend jargon en jeukwoorden vermijden en aan de kaak stellen. Als je actief bent als ambtenaar in het sociaal domein kom je het meer tegen dan je lief is, en het lijkt zelfs toe te nemen.
We zijn getuige van een beleidsmatige gerichtheid op eenieder die niet of minder zelfredzaam is, ook vaak qua taalbeheersing. Terwijl binnen datzelfde sociaal domein een pakket aan bezuinigings- en managementjargon rondzingt van heb ik jou daar. Ik betrap mijzelf er soms ook op. Het is een krachtig fenomeen.
Momenteel staat er een wijzigingsvoorstel van de Participatiewet open ter internetconsultatie. Dat houdt in dat iedere Nederlander een reactie op het voorstel mag geven. Het gaat hierbij om het voorstel: ‘Wijziging Participatiewet voor verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand’.
De staatssecretaris stelt hierin voor, naast een welkome versoepeling van de taaleis, om het oproepen en spreken van personen met een bijstandsuitkering per wet te verplichten. De frequentie van het klantcontact zal per algemene maatregel van bestuur (AMvB) nader worden geregeld, maar dient in ieder geval eens per jaar te zijn. Specifiek wenst de regering inbreng op de volgende vragen:
“1. Wat is naar uw mening de gewenste frequentie van het klantcontact tussen de gemeente en de bijstandsgerechtigde als het gaat om het kunnen bieden van passende ondersteuning en eventuele benodigde voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling en, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, andere vormen van participatie en wederkerigheid? In het wetsvoorstel staat nu nog bewust een PM (zie paragraaf 4 van de memorie van toelichting).
2. Hoe moet volgens u dit klantcontact vormgegeven worden, ook in samenhang met de frequentie van het contact? Daarbij kunt u denken aan gesprekken in persoon, telefonisch, per mail, et cetera.
3. Welke randvoorwaarden zijn volgens u nodig om deze frequentie en vorm van klantcontact te realiseren en om inhoud te kunnen geven aan het maken van participatieafspraken met alle bijstandsgerechtigden?”
‘PM’ betekent overigens pro memoria, wat weer ‘ter herinnering’ betekent, wat weer wil zeggen dat het onderdeel nader wordt ingevuld. Dat u het maar weet.
Nu kan er van alles gezegd en geschreven worden over diverse onderdelen van dit voorstel, wat ik ongetwijfeld ook nog zal doen. Maar ik wil, indachtig mijn goede voornemen, in deze column even stilstaan bij de gevraagde randvoorwaarden onder punt 3.
Wil er echt inhoud gegeven worden aan het klantcontact, of eigenlijk ieder klantcontact in het sociaal domein, is het spreken van voor de burger klare, duidelijke en begrijpbare taal een absolute vereiste.
Gelukkig is dit besef er bij de meeste gemeenten wel. Er zijn zelfs een aantal gemeenten (o.a. Haarlem, Zwolle en Eindhoven} bezig om burgercorrespondentie om te zetten naar B1 niveau. Een tekst op taalniveau B1 bestaat uit korte, eenvoudige en actieve zinnen en makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt. Weg met de onbegrijpelijke beschikkingen met te veel vakjargon en terminologie. Taal kan wat dat betreft nabijheid bevorderen, maar ook onnodig afstand scheppen.
Taal is naast communicatiemiddel ook altijd een manifestatie van macht, positiebepaling en middel tot werkelijkheidsbeïnvloeding. Via het framen van de werkelijkheid door taal kan diezelfde werkelijkheid een volstrekt andere dimensie krijgen dan eigenlijk de bedoeling is. Iedere professional in het sociaal domein moet hiervan doordrongen zijn en blijven. Vooral in het geval van persoonlijk contact met de vaak kwetsbare doelgroep.
Uiteraard zijn de bedoelingen vaak goed, maar de terminologie is soms zo verhullend te noemen dat het de afstand tussen overheid en burger zeker niet verkleint.
Hieronder volgen wat praktijkvoorbeelden van verhullend jargon en jeukwoorden en hun eigenlijke betekenis (naar mijn mening) vult u vooral aan:
Sociale transitie= Gemeenten meer taken geven zonder de benodigde tijd en middelen erbij te leveren.
Decentralisaties= Gemeenten meer taken geven zonder de benodigde tijd en middelen erbij te leveren. Regelmatig toch doorkruist door landelijk opgelegd beleid.
Inclusie, Inclusieve samenleving= Gewoon iedereen zoveel mogelijk naar vermogen mee laten doen met de samenleving. Voor de arbeidsbeperkten was dat al prima geregeld via de WSW (ooit de kroon op de verzorgingsstaat genoemd). Na de ontmanteling van de WSW en de komst van de banenafspraak, hebben we het ineens over een inclusieve samenleving. Was die samenleving dan zo exclusief toen de WSW nog bestond? Ook daarbinnen lag het accent steeds meer op regulier werk met begeleiding.
Sociale energietransitie= We zullen ook ‘Jan met de pet’ moeten bereiken als het gaat om het energiezuiniger maken van woningen.
Mensen in hun kracht zetten= We hebben er geen geld meer voor over, dus laten we het de mensen zoveel mogelijk zelf doen. Typisch bezuinigingsjargon. Uiteraard een nobel streven, ware het niet dat juist de doelgroep die ‘in hun eigen kracht’ gezet moet worden grotendeels wordt overschat qua mogelijkheden hiertoe, mede door regelzucht en budgettaire grenzen.
De kanteling, de gekantelde voorziening= Zo weinig mogelijk inzetten van individuele voorzieningen omdat ze te duur zijn. In plaats daarvan kijken hoe het goedkoper kan, waarbij de eigen bijdrage en die van naasten qua inzet belangrijk is.
Zelfredzaamheid, zelfredzaamheidsmatrix= Het systeem is te duur aan het worden. Dus zoek het eerst even lekker zelf uit (vanuit het uitgangspunt dat dat niet allang gedaan en geprobeerd is), dan zetten wij het netjes in een schema voor je.
Domeinoverstijgende problematiek= Ernstige problemen van burgers op meerdere gebieden, die hoognodig, door verschillende afdelingen samen te brengen, aangepakt moet worden.
Er is een kwaliteitsslag gemaakt= Er is sprake van niet te verklaren tekorten.
Customer journey mapping = welke hindernissen de klant nemen moet totdat hij daar is waar hij moet zijn, netjes in een schema gezet. Dat dan weer wel.
Co-creatie in de keten= Samenwerking tussen alle partijen die bij een onderwerp betrokken zijn.
Social Impact Challenge = Een prijsvraag voor ondernemers/instellingen die een maatschappelijke uitdaging het meest duurzaam of vernieuwend oplossen.
21st century skills = Vereiste kennis en vaardigheden die je nodig hebt om goed te functioneren in de huidige samenleving.
Ga je in een projectgroep aan het werk met een bepaald onderwerp, dan loop je de kans de moeder aller (management)taalverloedering tegen te komen, vol met maagverkleinende Engels/Amerikaanse terminologie; ‘Agile werken’! Brrrrr! Nadat er een ‘scrum’ is belegd wordt, via door ‘time-boxing’ gestuurde ‘iteraties’, een eindproduct opgeleverd dat ‘lean’ tot stand komt. Het bestaat!
Een paar weken geleden zag ik, in een opleidingslocatie lunchreserveringsbordjes op een paar tafels staan. Daar stond letterlijk op; ‘Agile scrum group’. Die locatie was niet in Londen, Dublin of New-York, maar in Utrecht. Het waren ook geen Engelsen, Ieren of Amerikanen, maar Nederlanders. Hoe deze doldrieste verdwazing in het sociale domein is beland mag Joost weten. Maar here, here toch, hoe groot willen we de afstand tussen ons en de mensen waar we het allemaal voor doen maken?
Laten we proberen zoveel mogelijk klaarheid te brengen in wat we bedoelen. Ook onderling, juist in het sociaal domein! Op een hernieuwde ‘nieuwspraak’ zit niemand te wachten. De doelgroepen van beleid al helemaal niet. De ingewikkelde regelgeving waar veel burgers mee te maken hebben, vraagt juist om een duidelijke en begrijpelijke communicatie. Communicatie in klare taal. Communicatie gericht op het verkleinen van afstand, in plaats van het vergroten daarvan via specialistisch en/of verhullend jargon.
Zo! Ik heb in ieder geval al een deel van mijn goede voornemen ingelost.
Op 9 juni, 16 juni en 23 juni geeft Frans van Buren de driedaagse Basiscursus re-integratie Participatiewet. Klik hier voor meer informatie.
Sociaalweb biedt ook een incompany-cursus Begrijpelijk schrijven voor ambtenaren aan. Klik hier voor meer informatie