In ongeveer 300 gevallen per jaar legt de rechter aan een veroordeelde van online seksueel kindermisbruik een voorwaardelijke straf op met als bijzondere voorwaarde een controle van de digitale gegevensdragers, bijvoorbeeld de harde schijf van een computer. In de praktijk werden de opgelegde controles echter veelal niet uitgevoerd. En sinds de zomer van 2023 zijn de controles, die werden uitgevoerd met behulp van de politie, helemaal gestopt. Aan het stopzetten van de controles liggen verschillende knelpunten ten grondslag. Het is daarom nodig de controles opnieuw vorm te geven.
Hooghiemstra en partners, Pro Facto en de Rijksuniversiteit Groningen deden in opdracht van het WODC onderzoek naar de controles van digitale gegevensdragers bij veroordeelden van online seksueel kindermisbruik en hoe deze zich verhouden tot de juridische kaders. Ook keken de onderzoekers naar de mogelijkheden om de controles aan te passen zodat deze in overeenstemming zijn met de juridische kaders en effectief zijn. Het onderzoek bestond uit drie delen: een evaluatie van de oude controlemethode, een onderzoek naar de doorontwikkeling van de controleren en een verkenning of de controlemethode kan worden uitgebreid naar andere online delicten.
Ongeveer 300 keer per jaar legt de rechter een voorwaardelijke straf op met als voorwaarde een controle van de digitale gegevensdragers. De Reclassering is verantwoordelijk voor het toezicht, waarbij tot medio 2023 de politie in opdracht van de Reclassering met specifieke software het technisch onderzoek voor haar rekening nam. Zowel de politie als de Reclassering ondervond problemen met deze werkwijze. De politie had te maken met capaciteitsproblemen en zag de controle niet als haar kerntaak. De Reclassering had zorgen over de juridische toelaatbaarheid van de controle, gelet op arresten van de Hoge Raad. De politie stopte in de zomer van 2023 met de controles, en op dit moment wordt er gewerkt aan een tijdelijke voorziening door de Reclassering.
De belangrijkste aanbeveling betreffende de doorontwikkeling van de controle is dat wanneer een rechter een controle als bijzonder voorwaarde oplegt, deze ook daadwerkelijk door de Reclassering zal moeten worden uitgevoerd. De Reclassering heeft meer capaciteit en middelen nodig om de controle zelfstandig uit te kunnen voeren. Dit gaat om het aannemen van personeel met de juiste ICT-vaardigheden. Ook zullen het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Rechtspraak en de Reclassering - los van de individuele zaken - meer met elkaar in overleg moeten treden over de formulering van de bijzondere voorwaarde en de uitvoerbaarheid ervan. De focus van de controle moet liggen op het verkrijgen van inzicht in risicovol gedrag. De software dient dit geautomatiseerd te kunnen detecteren. Tot slot wordt aanbevolen om een specifieke rechtsgrondslag voor de controle van gegevensdragers te creëren in een wet in formele zin, omdat dit nodig is voor deze beperking van de persoonlijke levenssfeer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Grondwet.