Dat de jeugd-GGZ in crisis is lijkt gezien de krantenberichten een understatement. Wachtlijsten lopen in coronatijd onverantwoord verder op, ook voor spoedeisende problemen zoals trauma, dissociatie, paniek- en woedeaanvallen, zelfbeschadiging, suïcides en eetstoornissen. Het zelfmoordpreventienummer 113 is regelmatig onbereikbaar door de drukte. Onverantwoord, want door die wachtlijsten worden problemen chronisch en soms niet meer oplosbaar binnen het huidige systeem. Tegelijkertijd blijkt dat zorgondernemers de ‘krenten uit de pap’ eten door lichtere problemen met voorrang te behandelen.(1) Daardoor stijgen de kosten en lopen de wachtlijsten verder op. Een ‘tragedie van de meent’ speelt zich af. Wat te doen?
De ‘tragedie van de meent’ (Tragedy of the Commons) is een leerstuk uit de economie, waarbij het streven naar maximale opbrengst van individuen niet tot collectieve welvaart leidt zoals door het economisch effect verwacht zou worden.(2) Een paar inhalige mensen pikken de collectieve weides in waardoor voor anderen te weinig overblijft om van te leven.
Er zijn een aantal redenen voor deze tragedie die vooral liggen in hoe we de jeugd-GGZ organiseren. De GGZ is namelijk aanbodgericht georganiseerd. Dat wil zeggen dat we niet kijken naar welke problemen iemand heeft, welke oplossing daarbij passend is en hoe we dat kunnen betalen. Een eerlijke verdeling van de ‘meent’, waarbij we kijken wie wat nodig heeft en diegene die zorg het meest nodig heeft ook de meeste zorg krijgt, is er niet. Zorgverzekeraars en gemeenten, die samen de jeugd-GGZ en jeugdhulp organiseren, hebben standaarddiagnoses volgens de DSM bedacht met standaarddoelen, standaardoplossingen en dito financiering. Als je achttiende verjaardag nadert heb je een dijk van een probleem.(3) Daarbuiten is weinig meer mogelijk. Deze liep liep ik daar in de praktijk nog tegenaan.
Voor een meisje dat in de afgelopen vier jaar meer dan dertig keer in instellingen werd opgenomen, inmiddels al figureerde in Nieuwsuur en Zembla en een jaar lang in de isoleercel zat is nog steeds geen oplossing gevonden. We weten wat de oplossing is (intensief begeleid wonen), maar dat past niet in het aanbod of in de contracten die de gemeente heeft. Zo is er vorig jaar al twee keer een aanbod geweest met het gevolgd dat zij ergens alleen eenzaam op een kamertje zat. Uiteraard ging het mis. De rechter vond een nieuwe gesloten plaatsing (en een enkele reis richting isoleercel) niet passend en toen gebeurde er te lang weer niks.
Vandaag schreef ze mij:
“HELP! Ik trek dit zo niet meer, al die onduidelijkheid: waar ga ik wonen? Is dat ook de goede plek? Kan ik daar ook beter worden? Geen idee, en aangezien ik 1 april weg moet en nog geen plek heb, waar moet ik dan heen? Niemand die het me vertelt.
Ook mis ik mijn oude begeleidster heel erg, maar ik wil duidelijkheid en niet elke keer of ze misschien terug mag komen, ik heb liever dat mensen me de duidelijkheid geven en zeggen: ‘nee, ze komt niet terug’ dan ‘ja maar weet niet wanneer’ of ‘misschien’.”
Wanneer je naar haar lange hulpverleningsgeschiedenis kijkt en iedereen die daar bij betrokken was inclusief alle gemaakte fouten, kan je niet anders dan constateren dat zij en haar ouders gelijk hebben.
Want er is een oplossing, die goedkoper is, maar die past niet in het systeem. We blijven daar als ezels tegenaan lopen. Het nieuwste aanbod -goed bedoeld en passend in de theorie van vandaag- was begeleid wonen. Ze vroeg tijdens het gesprek:
-Hoe is de leiding?
- Wat zijn de regels en mag ik die op papier in eigen bezit?
- Mag ik vriendinnen op bezoek?
- Kan er iemand mee voor therapie?
- Is er een bepaalde tijd voor het verblijf?
- Kunnen jullie me helpen met school?
- Hoe veel kinderen zijn er op de groep en welke leeftijd?
- Hoe veel leiding?
- Vrijheden?
- Wordt er gekookt?
- Is er een schoonmaak lijst?
- Kan Angel (mijn hulphond) mee?
Maar een antwoord kwam nooit.
Haar reactie:
“Er is me verteld dat er geen nachtdienst is, wat voor mij al helemaal niet helpend is want de moeilijkste momenten zijn de avond en de nacht.
Er wordt niet samen gekookt en gegeten, je hebt je eigen budget om eten te halen en daar dan ook eten van te koken. Het is de bedoeling dat ik zelf de hele dag moet gaan invullen, deze stap is voor mij nu te groot. ik kan niet eens kijken nu omdat er corona is.”
Het antwoord op haar urgente hulpvraag is echter al vaak geformuleerd. Haar ouders helpen ook graag mee. Het gaat om een oplossing op maat die in samenspraak wordt bedacht. We noemen dit ‘gezamenlijke besluitvorming’. Daar is veel onderzoek naar gedaan(4) maar het dringt in de systeemwereld maar niet door dat dit effectiever en goedkoper is.
De echte transformatie in de jeugdzorg en jeugd-GGZ bestaat uit gezamenlijke besluitvorming. We kopen liever duurdere zorg voor minder urgente problemen in. De Tragedie van de Meent.
Per 1 april moet ze uit de huidige instelling weg, en er is nog geen oplossing.
(1) https://www.nrc.nl/nieuws/2021/03/21/jeugd-ggz-blijkt-lucratieve-markt-a4036667
(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Tragedie_van_de_meent
(3) https://lijmdezorg.nl/
(4)https://core.ac.uk/download/pdf/148334921.pdf