Cultuursensitief werken: veel organisaties worstelen nog met de vraag hoe zij dit op een duurzame manier door kunnen voeren. Zo ook bij de jeugdhulp in regio Haaglanden. Kennisnetwerk Jeugd Haaglanden deed samen met KIS een verkennend onderzoek naar wat er nodig is om cultuursensitief werken duurzaam te verankeren in jeugdhulp organisaties. Daarbij keken we ook naar de rol die de Haagse Hogeschool, en dan vooral de opleidingen Sociaal Werk en Pedagogiek, hierin kan spelen. Is er een samenwerking mogelijk tussen de hogeschool en jeugdhulp om de jeugdhulp cultuursensitiever te maken?
We gingen in gesprek met medewerkers van jeugdhulporganisaties, (waarvan een aantal organisaties die zich specifiek richten op gezinnen met een migratieachtergrond) migrantenorganisaties, sleutelpersonen, vrijwillige intermediairs, hbo-studenten en docenten van de opleidingen Sociaal Werk en Pedagogiek en beleidsmakers.
Naar voren kwam dat cultuursensitief werken wel belangrijk wordt gevonden, maar dat het binnen de jeugdhulp toch te weinig prioriteit krijgt. Dit door bekende factoren als de transformatie, tijdsdruk en beperkte financiële ruimte.
''Ik denk wel dat er draagvlak voor is en denk ook dat er binnen de organisatie goede dingen gebeuren (…), maar we zijn er niet heel bewust mee bezig. Als ik kijk in het team, denk ik dat er mensen voor open staan. Maar in de praktijk is er de caseload, productiedruk. Het is niet goed, maar wel de realiteit. Bij een aantal individuele collega’s zal het hoger op de prioriteitenlijst staan. Maar dan moet je d’r een goed verhaal bij hebben. Collega’s zijn vooral bezig met ‘goede zorg leveren’ en als het daarbij aansluit, zijn ze enthousiast.'' - Een hulpverlener
De taalbarrière en wantrouwen richting de jeugdhulp zijn aspecten die de hulpverlening lastiger kunnen maken. Daarnaast kan het voor ouders met een migratieachtergrond moeilijk zijn om te benoemen dat er een probleem is met hun kind of met de opvoeding, omdat dit gevoelens van schaamte teweeg kan brengen. Verder kunnen ouders bang zijn dat hun kind een ‘label’ opgeplakt krijgt, waar het niet meer vanaf komt. Geïnterviewde professionals uit informele en cultuurspecifieke formele organisaties geven aan hierop in te spelen door hulpverleners in te zetten die de cultuur goed kennen en (soms letterlijk) dezelfde taal spreken. Onder gezinnen met een migratieachtergrond is de jeugdhulp vrij onbekend en heeft geen positief imago. Het idee heerst dat als je niet volgens Nederlandse normen opvoedt, de kans bestaat dat kinderen onder toezicht, of zelfs uit huis worden geplaatst.
Hierdoor ervaren veel van deze gezinnen een hoge drempel naar de jeugdhulp. Sommige jeugd- en gezinsprofessionals verlagen de drempel door actief met scholen, informele organisaties en sleutelpersonen in de wijk samen te werken.
''We moeten de straat opgaan, samenwerken, tot elkaar komen. Dat moet laagdrempelig. We hebben in Den Haag veel vertrouwenspersonen uit verschillende bevolkingsgroepen. Die hebben een inloopfunctie. Vaders en moeders kunnen hier terecht voor een luisterend oor en zij kunnen helpen de stap naar hulpverlening te overbruggen.'' - Een jeugdhulpverlener
Ondanks het belang van samenwerking, wordt er in de praktijk weinig (structureel) samengewerkt tussen jeugdhulporganisaties en informele netwerken. Een enkele professional geeft aan samen te werken met bijvoorbeeld migrantenzelforganisaties, maar een grote groep is hier niet actief mee bezig. In de praktijk lukt het de betrokkenen veelal niet om op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. De geïnterviewde informele hulpverleners geven aan dat ze vaak door jeugdhulporganisaties benaderd worden voor steun, zonder dat ze hiervoor een vergoeding krijgen. Ze voelen zich hierdoor niet serieus genomen. Zij worden alleen benaderd als deze organisaties daar zelf behoefte aan hebben. Jeugdhulporganisaties zouden, volgens hen, budget vrij kunnen maken voor het inkopen van tijd en expertise uit de informele sector en zodoende vrijwilligersbijdragen en onkostenvergoedingen bieden.
''We willen meer aansluiting zoeken met burgerinitiatieven in de wijk. Bijvoorbeeld een organisatie voor moeders met een Antilliaanse achtergrond, die willen helpen met hoe je gezinnen kan helpen met opvoedvragen. Wij zeggen: je mag niet slaan, Antillianen zeggen: dat zijn we gewend. Hoe ga je het gesprek aan? Hoe gaan we hiermee om?' - Een ambulant hulpverlener
Het is ook belangrijk om in te zetten op de basiscompetenties van de hulpverleners in de eigen organisatie. Zijn zij in staat een dialoog – niet geleid door vooroordelen of aannames – te voeren met de hulpvrager? Kunnen ze doorvragen en taboes bespreekbaar maken? Kunnen ze reflecteren op hun eigen referentiekader?
Professionals die we spraken, noemden ook het belang van diversiteit in het team. In de meeste teams zijn wel een paar collega’s van niet-Nederlandse herkomst, maar over het algemeen vormen de teams geen afspiegeling van de wijk. Hier is tijdens sollicitatieprocedures al wel aandacht voor, maar er zijn niet altijd genoeg (geschikte) kandidaten met verschillende culturele achtergronden.
Cultuursensitiviteit en diversiteit krijgen binnen de Haagse Hogeschool aandacht in specifieke onderdelen als intercultureel vakmanschap (Pedagogiek) en Interculturele Sensitiviteit (Sociaal Werk). Daarnaast is er binnen beide opleidingen structureel aandacht voor praktijkervaring, persoonlijke en professionele vorming waarin bewustwording van het eigen referentiekader, reflectie op aannames en (voor)oordelen en praktijkervaringen besproken worden.
De professionals en studenten die we interviewden gaven aan dat de opleidingen Sociaal Werk-Jeugd en Pedagogiek kunnen bijdragen aan cultuursensitief werken in de Jeugdhulp. De hogeschool zou hiervoor structureel meer aandacht moeten bieden aan het thema cultuursensitiviteit gedurende het vierjarige curriculum. Concrete suggesties zijn:
Besteed in de lessen aandacht aan casuïstiek/praktijkervaringen met culturele en/of religieuze thema’s
Besteed aandacht aan cultuursensitieve methoden en ga de wijken in om de context en leefwereld van de gebruikers van Jeugdhulp te leren kennen
Train gespreksvaardigheden om moeilijke onderwerpen bespreekbaar te kunnen maken en door te vragen
Besteed aandacht aan persoonlijke en professionele vorming: bewustwording van zichzelf, aannames, vooroordelen door reflectie op de eigen sociaal-culturele achtergrond en positie (middels supervisie)
Maak studenten in de klas bewust van diversiteit in (culturele) achtergronden en de wijze waarop deze individueel beleefd wordt
Zorg voor diversiteit in het docententeam, dit kan culturele sensitiviteit van studenten bevorderen
Informeer en motiveer studenten met een migratieachtergrond voor een praktijkplek binnen de jeugdhulp
Bied een na- en bijscholingsmodule cultuursensitief werken aan
Cultuursensitief werken in de jeugdhulp kan een impuls krijgen door samenwerking tussen de jeugdhulp, informele netwerken en hogescholen. Een manier om deze samenwerking vorm te geven is door gebruik te maken van de concepten Learning Communities en Communities of Practice.
Learning Communities
Learning Communities (LC’s) zijn de afgelopen jaren ontwikkeld in de gezondheidszorg. Een LC is bedoeld om studenten/stagiaires en professionals structureel te laten samenwerken in het onderzoeken en innoveren van de (dagelijkse) zorgpraktijk. LC’s kunnen worden ingezet om ‘cultuursensitief’ werken binnen de jeugdhulp te ontwikkelen, waarbij de hogeschool samenwerkt met het werkveld (zelforganisaties, cultuurspecifieke organisaties en reguliere organisaties en mogelijk ook cliënten vertegenwoordigers).
Community of Practice
Een Community of Practice (CoP) is een groep mensen die een gemeenschappelijk belang of passie deelt. Het is een ontmoetingsplek waar professionals analyses delen, elkaar informeren en adviseren en nieuwe praktijken ontwikkelen. Ze borduren voort op bestaande kennis en passen deze toe in de eigen specifieke situatie. Om de kennis die zodoende ontstaat weer door te geven aan een grotere kring. Door vrije uitwisseling van kennis, inzichten en ervaringen leert en ontwikkelt een professional samen met anderen nieuwe manieren om met problemen en uitdagingen om te gaan.