De ‘beknopte kabinetsreactie met betrekking tot zorgfraude’ is nietszeggend en onverantwoord. Nietszeggend omdat het in wielertermen een surplace is. De minister staat stil, kijkt om zich heen en probeert overeind te blijven. De minister doet dat door zich vast te klampen aan het verleden (Kamerbrief WMO-toezicht).
De falende praktijk van handhaving wordt witgewassen met een technocratisch antwoord over staand beleid (Taskforce Integriteit Zorgsector). Vervolgens worden de sleets geworden wensdromen (effectiviteit verbeteren door beter samenwerken/delen persoonsgegevens) herhaald. De brief staat vol goedlopende zinnen zonder tastbare inhoud.
De brief is onverantwoord omdat in het geheel niet wordt ingegaan op de aanleiding van de Kamerbrief: het bericht ‘‘Honderden miljoenen aan WMO-fraude: ‘Zorgcrimineel heeft vrij spel’’. De minister gaat niet in op de genoemde bedragen noch of de zorgcrimineel wel of niet vrij spel heeft. Ik neem zonder meer aan dat zoals de minister stelt dat de meeste aanbieders van goede wil zijn. Dat zij integer en deskundig zijn en adequaat omgaan met zorgvragen van cliënten en patiënten. Maar uit de Kamerbrief spreekt naïviteit en struisvogelgedrag. De minister kan of wil niet de praktijk zien (1).
De politiek, beleid en de uitvoering dienen scherper de werkelijkheid van het disfunctionerend zorgsysteem onder ogen te zien. Aannames (de meeste aanbieders zijn ok, en ja er zijn – net als in andere sectoren – rotte appels) in de brief worden niet onderbouwd. Bovendien zijn er steeds meer signalen dat het niet alleen om rotte appels gaat maar dat sprake is van een ongezonde mix van doorgeschoten marktwerking, mismanagement, belangenverstrengeling, gebrekkige kwaliteit en ja ook fraude. Hele appelmanden zijn aangetast. En, zelfs kan de vraag worden gesteld of de boomgaard (het gehele zorgsysteem en de wijze van organiseren) die rotte appels niet zelf voortbrengt.
In 2020 wordt in een VNG-rapport uitgelegd hoe fraudeurs te werk gaan. Ze factureren te hoge bedragen of te veel uren, of brengen duurdere behandelingen in rekening dan verleend. Ook wordt met regelmaat te laag of ongekwalificeerd personeel ingezet. Malafide zorgverleners zijn daarnaast actief in meerdere gemeenten, waardoor ze lang onder de radar kunnen blijven. Cliënten zien soms wel dat de zorg niet in de haak is, maar durven daar lang niet altijd melding van te maken, uit angst de zorg dan helemaal kwijt te raken. (2)
De Algemene Rekenkamer brengt in 2022 het rapport Een zorgelijke gebrek aan daadkracht uit. Conclusies: de bestrijding van fraude met publiek zorggeld werkt in de praktijk niet of nauwelijks. Ondanks dat toezichthouders en opsporingsinstanties veel overleg hebben met zorgverzekeraars en gemeenten over vermeende gevallen van zorgfraude, is de pakkans voor fraudeurs laag.
Zelfs in gevallen waar de signalen van fraude zeer sterk zijn, worden nauwelijks resultaten geboekt. Onderzochte zaken waarin sterke fraudesignalen waren zijn in 3 sectoren onderzocht. Omdat fraudebestrijders aangaven dat deze gevoelig worden geacht voor misbruik van zorggelden: de wijkverpleging, jeugdzorg en bij het beschermd en begeleid wonen.
Daarnaast is de werking onderzocht van diverse samenwerkingsverbanden die er zijn om zorgfraude te bestrijden. Uit reconstructies van gevallen waarbij fraude wordt vermoed blijkt: wordt fraude wel aangetoond, dan leidt dit er meestal niet toe dat de fraudeur stopt of zelfs maar aanmerkelijk wordt gehinderd.
De ‘aanpak’ van zorgfraude is een wankel bouwwerk dat slechts wordt gestut door goed lopende zinnen zonder tastbare inhoud.
In 2019 is 80 miljoen aan zorggeld teruggevorderd na fraude, in 2023 was dat 16 miljoen. Zorgverzekeringen en zorgbureaus sporen minder snel fraude op en het aantal zaken waar de Nederlandse Arbeidsinspectie werk van maakt is in verhouding laag. (3)
In juni 2024 constateren de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) dat jaarlijks drie miljard euro wordt uitgeven aan bemiddelaars, recruiters, uitzend- en detacheringsbureaus die actief zijn in de zorg. In die markten werken zorgmedewerkers (zzp'ers) die willens en wetens worden ingezet met vervalste diploma's, ID's en VOG’s.
Opdrachtgevers spannen samen met zzp’ers omdat mogelijk te maken. De zzp'ers worden gelinkt aan heling, cybercrime, diefstal, plofkraken, handel in hard- en softdrugs, gewelds- en vermogensdelicten, oplichting, straatroof, en overvallen. De groep zzp'ers heeft zorg gerelateerde eenmanszaken op hun naam. Ze werken via de bemiddelingsbureaus vaak in de ondersteuning en begeleiding van gehandicapten en cliënten in de GGZ, thuiszorg en jeugdzorg.
Zorgfraude is een probleem dat niet teruggebracht kan worden tot aantallen zaken en opgepakte fraudeurs. Zorgfraude tast de continuïteit, betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg aan. Zorgfraude is niet alleen een handhavingsprobleem maar een maatschappelijk probleem waar we allemaal mee te maken hebben.
De fraudepreventie en – bestrijding dient volwassen te worden. Maar ook dienen we te beseffen dat preventie en repressie de problemen de wereld niet uit zullen helpen. De manier waarop het zorgsysteem is georganiseerd is op zichzelf een criminogene (fraude bevorderend) factor. Het vergt politieke moed om dit te accepteren.
Halfzacht agenderen door de politiek, nietszeggende Kamerbrieven, surplace-gedrag (het zal mijn tijd wel duren) en het niet durven plaatsen van fraude in de context van doorgeschoten marktwerking ondergraven onze (financiële) gezondheid.
Kamerbrief met kabinetsreactie op zorgfraude
https://vng.nl/artikelen/aanpak-zorgfraude-makkelijk-en-winstgevend
https://nos.nl/artikel/2519181-aanpak-van-zorgfraude-blijft-achter-ondanks-kritisch-rapport-van-twee-jaar-geleden