Een school die een hoogbegaafd of autistisch kind geen passend onderwijs kan geven, moet voor dat kind tijdelijk thuisonderwijs organiseren én betalen. Dat zei staatssecretaris Dekker van Onderwijs onlangs in Zembla.
Thuisonderwijs is volgens de staatssecretaris mogelijk met een docent die aan huis komt, via onderwijs op afstand of door begeleiding van de ouders. “Als we de scholen verplichten om kinderen een passende plek te geven, dan vind ik het niet gek dat die scholen dat organiseren en dus ook betalen”, aldus Dekker.
De staatssecretaris wijst in Zembla op de speciale regelingen die er voor chronisch zieke kinderen bestaan. “Voor hoogbegaafde of autistische kinderen kunnen die ook gelden. Als kinderen niet vijf dagen per week naar school kunnen, bijvoorbeeld door schoolangst, dan moet je kijken of onder verantwoordelijkheid van school thuis iets geregeld kan worden.”
Iedere leerling verdient een passende plek
De VO-raad vindt net als de staatssecretaris dat iedere leerling die wel naar school kan, maar niet gaat, er een te veel is. Iedere leerling verdient een passende plek. De VO-raad ziet dat scholen en samenwerkingsverbanden voor leerlingen zoveel mogelijk een plek proberen te vinden binnen het reguliere of -als dat niet gaat- het speciale onderwijs. Door de inspanningen van scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten is het aantal thuiszitters de laatste twee jaar ook afgenomen van 1700 in 2011/2012 naar 1084 in 2013/2014.
Perspectief op terugkeer naar onderwijs
Scholen zijn terughoudend met thuisonderwijs omdat het in het belang van de sociale ontwikkeling van kinderen is om in een klas met leeftijdsgenoten te zitten. In sommige situaties zal het niet anders kunnen en kan thuisonderwijs tijdelijk een oplossing vormen. Scholen zijn hierbij verantwoordelijk voor de organisatie en bekostiging. Dit kan alleen bij leerlingen die wel bij een school zijn ingeschreven en een perspectief op terugkeer naar het onderwijs hebben.
Huidige situatie onderwijs thuis
Voor een individuele leerling die aantoonbaar door (psychische) ziekte niet in staat is naar school te gaan, kan als andere opties zijn uitgesloten, een oplossing worden gezocht in tijdelijk onderwijs thuis. In dat geval stelt de betrokken school een ontwikkelingsperspectief (OPP) op en overlegt hier met ouders over. Hierin wordt beschreven welke ondersteuning een leerling nodig heeft. De eerste optie is om onderwijs deels op school en deels thuis te volgen al dan niet in combinatie met onderwijs of een zorgboerderij. De Inspecteur Bijzondere Opdrachten moet hierbij betrokken worden. Ouders kunnen de ‘thuisstudie’ niet bij de school declareren. De school draagt de kosten voor aangepast lesmateriaal en extra begeleiding, zolang dit past binnen de rijksbekostiging voor de leerling. De VO-raad wijst scholen en ouders op de ondersteuning door de onderwijsconsulenten als beiden er samen niet uitkomen. Komen ze er dan nog niet uit, dan is er een geschillencommissie Passend Onderwijs.
Samenwerkingsverbanden en scholen zijn druk bezig om passend onderwijs in de praktijk vorm te geven en een dekkend aanbod te realiseren. Dat wil zeggen dat er voor elke leerling een plek is in de regio, als het kan in het regulier onderwijs, en anders in het speciaal onderwijs. Nog niet elk samenwerkingsverband kent een dekkend onderwijsaanbod. Er kan dan gebruik worden gemaakt van onderwijsaanbod in een ander samenwerkingsverband. Deze regelen dan onderling de financiering. Bij de vormgeving van dergelijke ondersteuning kan een expert van het steunpunt Passend Onderwijs Vo scholen adviseren.
Bekijk de uitzending van Zembla over 'thuiszitters'.