Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

“Dit kan en moet minder” in jeugdzorg niet geloofwaardig

In het regeerprogramma van het kabinet Schoof staan een aantal behartigenswaardige zaken opgetekend over de jeugdzorg. Zo staat er dat nu één op de zeven jongeren een beroep op jeugdzorg doet, waar dit in 2000 nog één op de 27 was. Volgens hetzelfde programma “kan en moet dat minder, want dit is (ook financieel en qua arbeidsmarkt) niet houdbaar”. Om dit beroep te verminderen is het nodig dat er een wet over de inperking van de toegang tot de jeugdzorg in het Staatsblad komt. Het kabinet geeft aan dit te gaan opstellen. Maar hoe geloofwaardig is dit als het Rijk en de VNG dit al in 2021 hebben afgesproken? Het woord wetsvoorstel staat maar liefst 91 keer in het regeerprogramma. Opvallend is dat in tegenstelling tot de meeste wetsvoorstellen er voor deze geen tijdspad is opgenomen. Recent zien we de financiële tekorten in de jeugdzorg verder oplopen. Daarom moet er gekozen worden voor inperking én een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

24 september 2024

Steeds meer jongeren en steeds duurder

De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg is in 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten. Sindsdien is het beroep op de jeugdzorg verder gestegen. In 2015 kregen 380.000 jongeren jeugdzorg, in 2023 is dit 474.000. Dit is een stijging van 25 procent. In dezelfde periode stijgen de kosten van jeugdzorg met bijna 100 procent. Dit betekent dat jongeren langer gebruik maken van jeugdzorg met steeds duurdere trajecten. Analyses wijzen er overigens op dat er vooral voor de lichte zorgvormen een verschuiving heeft plaatsgevonden naar huishoudens met een hoger inkomen.

Inkomensafhankelijke bijdrage noodzakelijk

Voor degene bekend met de Wmo behoeft dit laatste geen verbazing. Sinds 2019 kent de Wmo een vast abonnementstarief. Als gevolg daarvan heeft in de eerste helft van 2023, 27 procent meer ouderen dan in de eerste helft van 2019 gebruik gemaakt van hulp bij het huishouden. Bij de hogere inkomensklasse is dit gebruik meer dan verdubbeld en bij de lagere inkomensklasse is dit slecht 5 procent. Een vast tarief heeft dus een sterk aanzuigende werking. Inmiddels is dan ook afgesproken dat de inkomensafhankelijke bijdrage van vóór 2019 weer terugkomt. Een vergelijkbare redenering gaat op voor jeugdzorg. Zeker bij lichtere zorgtrajecten zijn rijkere ouders goed in staat om de eigen bijdrage te betalen, of buiten de Jeugdwet om de volledige hulp zelf te betalen.

Hervormingsagenda Jeugd

Op 18 mei 2021 verscheen het advies van de arbitragecommissie (ook wel de commissie van Zwol genoemd) over de structurele financiering van de jeugdzorg. Hierin is afgesproken dat in 2022 € 1,45 miljard extra naar het gemeentefonds zal gaan voor de financiering van de jeugdzorg. Op basis van een rapport door AEF uit 2020 was eerder vastgesteld dat gemeenten jaarlijks tussen € 1,6 en 1,8 miljard tekortkwamen. Het verschil zou moet komen uit de Hervormingsagenda Jeugd, die tussen Rijk en VNG overeengekomen besparingen bevat van € 214 miljoen in 2022 oplopend tot € 1.017 miljoen in 2028.

Kosten blijven alleen maar stijgen

In 2015 bedroegen de kosten € 3,6 miljard. Volgens een onderzoek van AEF/Improven uit 2023 bedroegen de totale kosten in 2022 circa € 6,5 miljard. Tevens geeft dit rapport aan dat in 2022 de gemaakte kosten slechts “iets hoger” zijn dan het beschikbare budget. Naar verluidt zijn de kosten sinds 2022 gestegen tot rond €7 miljard nu. Opvallend is dat vooral de voorliggende voorzieningen zoals een peuter-of babycafé of de aanpak van pesten duurder worden. De kosten daarvan stijgen met 13 procent, terwijl de maatwerk-voorzieningen een jaarlijkse stijging van 8 procent laten zien. Er circuleert een rapport, waarin gemeenten circa €600 miljoen tekortkomen.

Hoe krijgen we een geloofwaardige vermindering?

Na het verschijnen van dit rapport zal er ongetwijfeld weer een discussie losbarsten of en in welke mate gemeenten gecompenseerd moeten worden. Compensatie is echter geen vruchtbare route. De afgelopen jaren zien we de personeelstekorten in de jeugdzorg toenemen en vooral bij de lichtere vormen van jeugdzorg en hogere inkomens zien we een stijging. Dit zorgt ervoor dat de meest kwetsbare kinderen en jongeren die specialistische zorg echt nodig hebben op wachtlijsten staan. Daarom is inperking van de toegang tot de jeugdzorg én een inkomensafhankelijke bijdrage noodzakelijk. Het kabinet Schoof dient zo snel mogelijk een wetsvoorstel tot inperking in te dienen én een voorstel voor een eigen bijdrage uit te werken. Een aandachtspunt is de hoogte van de bijdrage voor lagere inkomens ook om te voorkomen dat zorgmijding optreedt. Deze dient beperkt te zijn. Voor hogere inkomens lijkt dit minder relevant. Met de Wmo in het achterhoofd zouden ook gemeenten zich dit moeten realiseren.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.