De voorstanders van het basisinkomen blijken halsstarrig te zijn in hun overtuiging, en laten zich niet afremmen door de resultaten van empirisch onderzoek. Toen onlangs de uitkomsten van een Fins experiment naar het basisinkomen bekend werden en serieuze media meldden dat dit experiment mislukt was twitterde Rutger Bregman, de welbekende voorvechter van het basisinkomen, vrolijk rond dat dit niet waar kon zijn. Uit het onderzoek was gebleken dat men niet meer gaat werken bij een basisinkomen, maar volgens Bregman gebruikten de Finnen ‘een te kleine steekproef’. Wel deed hij conto van het resultaat dat degene met een basisinkomen (marginaal) gelukkiger zijn.
In 2016 besloot de Finse regering aan 2.000 werklozen voor twee jaar een ongeconditioneerd basisinkomen van 560 euro per maand te verstrekken. Het experiment hield in dat deze groep mocht bijverdienen en zelfs een baan kon aanvaarden zonder gekort te worden. Om de resultaten te vergelijken werd een (aselecte) controlegroep van meer dan 170.000 personen samengesteld.
Twee voorstellen
Er circuleren twee voorstellen voor een basisinkomen. In het eerste voorstel krijgt iedere Nederlander een basisinkomen van ten minste netto 1.000 euro per maand. Daarmee krijgt iedereen een ongeconditioneerd inkomen van de overheid, hoog genoeg om van te leven. In zijn boek Gratis geld voor iedereen schrijft Bregman dat daardoor “het bureaucratische toeslagencircus en het controleapparaat dat uitkeringsgerechtigden koste wat het kost in laagproductieve baantjes dwingt de prullenbak in kan”. Een eenvoudige rekensom leert dat een basisinkomen van 1.000 euro per maand voor iedere Nederlander 200 miljard euro per jaar kost. Als we ter financiering alle uitkeringen, toeslagen, kinderbijslag en heffingskortingen meenemen, levert dit een bedrag op van circa 125 miljard euro. Er resulteert dus een tekort van 75 miljard euro op jaarbasis. De belastingen moeten daardoor met ten minste 25 procent omhoog. Daarbij is nog geen rekening gehouden met het verlies aan werkgelegenheid of de mogelijke aanzuigende werking voor migranten. Volgens de econoom Robin Fransman zou het basisinkomen alleen voor Nederlanders moeten zijn, maar dat Europa vraagt om het ook open te stellen voor Bulgaren en Roemenen die hier naartoe komen.
Ook dan een gat van ruim 70 miljard
Er circuleren ook voorstellen, zoals het Finse, waarbij iedere volwassene een basisinkomen krijgt van afgerond 560 euro. Het is duidelijk dat een dergelijk basisinkomen niet zal volstaan. Neem de anderhalf miljoen (alleenstaande) AOW'ers die geconfronteerd worden met de halvering van hun inkomen als met dit basisinkomen wordt volstaan. Dit voorstel kan dus alleen als de huidige uitkeringen en toeslagen in belangrijke mate in stand blijven. Ook dan kost dit 70 miljard euro op jaarbasis, en ook dan moeten de belastingen met ten minste 25 procent omhoog. Het maakt overigens niet uit voor deze rekensom als dit basisinkomen in de vorm van een negatieve inkomstenbelasting wordt verstrekt.
Het effect op de werkgelegenheid en geluk?
In zijn boek gaat Rutger Bregman ook in op een experiment in de Londense City. Dertien ‘topzwervers’ met de nodige overlast kregen een basisinkomen van 3000 pond (omgerekend 3500 euro) per maand. Een topzwerver die verslaafd was aan heroïne kickte af en anderen pakten hun oorspronkelijke leven ook in de vorm van een baan weer op. Bregman is dan ook teleurgesteld in de Finse uitkomsten, die geen werkgelegenheidseffect laten zien. Nu is in het economische discours een debat losgebarsten over het werkgelegenheidseffect van een basisinkomen. Het CPB heeft berekend dat bij een basisinkomen van 750 euro per maand 350.000 banen (in full-time-equivalent) verloren zullen gaan en dat uiteindelijk een vlaktaks van bijna 60% nodig is om het budgettair rond te laten lopen. Moet het CPB nu op basis van dit Finse experiment haar berekeningen gaan bijstellen? Ik denk het niet; het gros van het effect in de CPB-sommen komt namelijk door de forse belastingverhoging. Algemeen bekend is dat fors hogere marginale belastingtarieven ervoor zorgen dat mensen veel minder uren gaan maken. Experimenten waarbij de financieringsvraag niet is meegenomen zeggen dan ook weinig of eigenlijk niets.
Hetzelfde geldt voor het geluk. Nu zou het kunnen zijn dat uitkeringsgerechtigden die zonder tegenprestatie een zak met geld krijgen iets gelukkiger worden maar wat te denken van alle lagere- en middeninkomens, die met een forse hogere belasting geconfronteerd worden? Zouden zij niet ongelukkiger worden? Ook de suggestie van Bregman dat een bedrag van 70 á 75 miljard euro gevonden kan worden door alleen de hogere inkomens meer te belasten is bezijden de waarheid. Degenen die thuis zijn in inkomensstatistieken weten dat voor een dergelijke opbrengst aan belastingmiddelen ook het dikke deel van inkomensverdeling (dit zijn de middeninkomens) moet worden belast.
Voorstanders lopen met grote boog om rechtvaardigheidsvraag heen
En daar zit exact het probleem! Eerst moet de vraag gesteld worden bij een dergelijk experiment: vinden we het gerechtvaardigd dat iemand bovenop zijn uitkering ongeclausuleerd mag bijverdienen? In het Finse experiment is denkbaar dat een uitkeringsgerechtigde meer gaat verdienen dan bijvoorbeeld een postbode die iedere morgen om zes uur zijn bed uitkomt en zijn hand niet heeft opgehouden bij een uitkeringsinstantie. Ook kunnen we de vraag stellen of het gerechtvaardigd is dat iemand die, zoals de filosoof John Rawls zei, zijn tijd doorbrengt ‘met surfen op het strand van Malibu’ ongeconditioneerde inkomensondersteuning van de overheid krijgt en dat de (lagere) middeninkomens daarvoor betalen.
Dit principiële bezwaar geldt evenzeer voor de experimenten met een basisinkomen in de bijstand die sommige gemeenten aan het opstarten zijn. In de deelnemende gemeenten kunnen bijstandsgerechtigden gewoon bijverdienen zonder daarvoor gekort te worden. Maar ook hier geldt hetzelfde. Het is toch gewoon onrechtvaardig wanneer in sommige gemeenten een bijstandsgerechtigde zijn uitkering mag houden en daardoor meer verdient dan iemand die dat werk toch al deed.
Hou op met experimenten naar het basisinkomen
Het Finse experiment kostte 20 miljoen euro. In een artikel in de Correspondent doet Jesse Frederik zijn beklag over dit experiment. Het zou met 2000 personen te weinig ‘statistische vuurkracht hebben’ en hij doet een oproep voor een groter experiment ook in Nederland. Mijn stelling is: laten we alstublieft ophouden met dit soort experimenten. Het basisinkomen is of niet te betalen, of de middeninkomens moeten er zwaar voor bloeden. Daarom is het ook nog eens onrechtvaardig, en daar heb je geen experiment voor nodig.