De Eerste Kamer heeft er grote moeite mee dat gemeenten vanaf 2026 financiële problemen krijgen door toedoen van het kabinet. Dat blijkt uit 3 moties die vandaag zijn aangenomen. Dat de senaat zich hierover uitspreekt, is bijzonder: de begrotingen worden meestal zonder bespreking aangenomen.
Bovendien is de stemming over de gemeentefondsbegroting zelf een week uitgesteld, om de uitkomsten van het overhedenoverleg van 16 april te kunnen afwachten.
De eerste motie roept het kabinet op om bij de Voorjaarsnota de financiële aanbevelingen van de commissie-Van Ark uit te voeren. Deze is gesteund door een meerderheid van 42 zetels.
De tweede motie stelt dat bij de volgende gemeentefondsbegroting (in september 2025) inzicht moet worden gegeven in de medebewindstaken van gemeenten: welke taken hebben gemeenten en zijn ze wel financieel in staat om die taken uit te voeren. Deze motie is gesteund door 57 zetels, ook de fractie van BBB stemde voor. De senaat wil met deze motie aankaarten dat het kabinet zich niet houdt aan de financiële spelregels, die zijn vastgelegd in artikel 108 lid 3 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Financiële Verhoudingswet.
Deze 2 moties zijn door senator Mary Fiers (GL-PvdA) ingediend samen met een breed collectief van partijen.
Ook de motie om de te lage inflatieramingen van het CPB te corrigeren voor het Gemeentefonds haalde een meerderheid. Senator Auke van der Goot (OPNL) vraagt het kabinet om deze correctie te onderzoeken, waarna de Eerste Kamer voor de zomer meer wil weten. Deze motie haalde een meerderheid van 58 zetels, onder andere dankzij de steun van de BBB-fractie.