Voor het realiseren van de Nederlandse Health Data Access Body werkt het programma HDAB-NL intensief samen met andere Europese landen. Hoe gaat dit precies in z'n werk, wat wordt er georganiseerd en wat leren we hiervan? Je leest het hier.
Alle Europese landen die nu werken aan de realisatie van een HDAB doen dat deels individueel, maar ook gezamenlijk, om tot een succesvol resultaat te komen. Deze samenwerking is belangrijk, omdat we als landen veel van elkaar kunnen leren. Vaak gaat het daarbij om praktijkvoorbeelden: ervaringen die laten zien wat goed werkt, maar ook situaties waarin het níet werkte – en die daardoor minstens zo leerzaam zijn.
De hele HDAB-NL-organisatie, met daarin VWS, ICTU, RIVM, CBS en Health-RI, kan dus niet alleen goede voorbeelden opdoen voor de realisatie van de HDAB-NL, maar ook waardevolle inzichten delen vanuit de eigen processen.
Deze internationale samenwerking komt tot stand via de zogenaamde Europese Communities of Practice (CoP). Dit zijn online communities waarin alle betrokken deelnemers online of soms fysiek samenkomen om ontwikkelingen te bespreken. Deze CoP's zijn weer opgedeeld naar thema: sommige houden zich bijvoorbeeld bezig met de catalogus en anderen juist weer met de infrastructuur.
Een concreet resultaat van de communities is dat er binnenkort Europese Connectathons worden georganiseerd. Dit zijn gezamenlijke testsessies waarin verschillende landen hun systemen met elkaar verbinden om te testen of alles in de praktijk werkt zoals bedoeld. Tijdens deze sessies sluiten ook medewerkers van de Europese Commissie aan, omdat zij willen zien hoe de voorgestelde oplossingen in de praktijk uitpakken. Er wordt onder meer getest of omschrijvingen van datasets correct kunnen worden doorgestuurd naar Europese systemen, en of aanvragen voor data-vergunningen goed kunnen worden verwerkt en doorgezet. Deze Connectathons leveren waardevolle praktijkinzichten op en zijn vooral belangrijk voor het goed inrichten van de basisinfrastructuur.
Naast de Connectathons zijn er nog een aantal andere vormen van samenwerking, zoals werkgroepen, taskforces en af en toe een stuurgroep op hoger niveau. Nederland loopt op een aantal onderdelen voorop, en kan andere landen helpen met hun uitdagingen. Soms kunnen wij ook juist weer leren van andere landen, zoals bijvoorbeeld van Portugal of Finland. De waarde van deze bijeenkomsten is groot, omdat we samen willen bouwen aan succesvolle HDAB-infrastructuren op Europees niveau.