Adviesbureau Factum heeft samen met onderzoeks- en adviesbureau HHM het Normenkader Begeleiding ontwikkeld. Dit normenkader helpt Wmo-consulenten met het vormgeven van hun onderzoek en het onderbouwen van hun professionele handelen. Inmiddels wordt het normenkader in meerdere gemeenten gebruikt, zoals in de gemeente Purmerend. In gesprek met PONT | Zorg & Sociaal vertellen Wmo-consulent Zethra Smits en kwaliteitsadviseur Wmo Emiel Hurkmans, beiden werkzaam bij de gemeente Purmerend, over hun ervaring: “Het helpt om transparant te zijn richting inwoners en om besluiten juridisch houdbaar te maken.”
Het Normenkader Begeleiding is een methodisch hulpmiddel dat Wmo-consulenten duidelijke richtlijnen biedt waarmee zij zorgvuldig en professioneel onderzoek kunnen doen naar de ondersteuningsbehoeften van mensen die begeleiding nodig hebben. Hierdoor ontvangen cliënten passende ondersteuning die aansluit bij hun persoonlijke situatie. Sinds eind 2024 maakt de gemeente Purmerend gebruik van dit normenkader.
Waarom zijn jullie met het normenkader gaan werken?
“In de eerste plaats doen wij het voor onze inwoners,” vertelt Emiel. ‘‘We willen onze inwoners passende ondersteuning bieden door goed onderbouwde besluiten te nemen. Het normenkader helpt om transparant te zijn richting inwoners en om besluiten juridisch houdbaar te maken.”
Daarnaast streeft de gemeente Purmerend naar een uniforme werkwijze. ‘‘Deze methode biedt een goed houvast voor consulenten,” vervolgt Emiel. ‘‘Zeker na de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.” Hierin benadrukte de Raad dat indicaties voor Wmo-voorzieningen goed onderbouwd moeten zijn, eventueel met behulp van een objectief vastgesteld normenkader.
Wat is jullie ervaring met het implementatietraject?
Het is vrij soepel verlopen, concluderen zowel Zethra als Emiel. ‘‘Maar het kost wel wat tijd en energie,” stelt Emiel. ‘‘Je moet er als gemeente echt wat tijd voor reserveren. Het is een andere manier van werken, dus er zijn aanpassingen nodig. Ook is het goed om een aanspreekpunt binnen de gemeente aan te stellen.”
Wat hebben jullie daarvoor gedaan?
‘‘We hebben een werkgroep ingericht”, legt Emiel uit. ‘‘Er moest veel worden aangepast: beleidsregels, werkinstructies, verslaglegging.
Wat heb je geleerd tijdens de training?
‘‘We leerden vooral wat het normenkader inhoudt en hoe je ermee werkt,” zegt Zethra. ‘‘Ook leer je hoe het in bepaalde situaties helpt, zoals bezwaar en beroep, maar ook bij het toepassen van gesprekstechnieken.” Emiel vult aan: ‘‘Daarbij leer je hoe je met deze methodiek tot een goed onderbouwd besluit komt.”
Zethra merkt op: ‘‘Het is makkelijker om situaties goed te ontleden en te identificeren wat er speelt en wat er precies nodig is.” Emiel: ‘‘Je kijkt naar de volledige ondersteuningsbehoefte van de inwoner.”
Wat is de ervaring tot nu toe?
‘‘Goed,” zegt Zethra. ‘‘In het begin kost het wat tijd, maar op lange termijn werkt het makkelijker. Je kunt cliëntprofielen namelijk naast het normenkader leggen.” Emiel: ‘‘Daardoor ben je minder tijd kwijt aan discussie, omdat profielen goed onderbouwd zijn.”
Heeft het geleid tot een kostenbesparing?
‘‘Voor ons is besparing geen uitgangspunt geweest,” stelt Emiel. ‘‘Het normenkader is geen besparingsmodel. Het doel is passende ondersteuning en transparantie. Het is niet per definitie bedoeld om het aantal uren of omvang van de zorg te beperken, maar om bij te dragen aan een zorgvuldig en transparant onderzoek naar passende ondersteuning. Het kan wel een neveneffect zijn, mocht je als gemeente voor gebruik van het normenkader veel te ruim hebben geïndiceerd.”
Hoe hebben jullie de zorgaanbieders en buurgemeenten betrokken?
“We hebben onze zorgaanbieders via nieuwsbrieven geïnformeerd,” zegt Emiel. “Er is nu een regionale aanbesteding voor onze zorgproducten. Regiogemeenten sluiten zich ook aan bij het normenkader.”
Op welke manier gebruiken jullie het normenkader in het gesprek met de cliënt?
‘‘We vragen alle leefgebieden uit,” stelt Zethra. ‘‘Zo komen we tot een passend cliëntprofiel en een goed besluit. In de praktijk vraag ik het normenkader niet stap voor stap uit, maar betrek ik het organisch in het gesprek.”
Toch is het in sommige gesprekken wel fijn om het normenkader als checklist te gebruiken. ‘‘Cliënten op het autismespectrum vinden het bijvoorbeeld vaak fijn om het normenkader te gebruiken, omdat checklists duidelijkheid geven,” zegt Zethra. ‘‘Dan is het fijn om in het gesprek bovenaan de lijst te beginnen en dan naar beneden af te werken. Maar dat varieert natuurlijk per inwoner en dat moet je goed aanvoelen.”
Is het normenkader helpend bij het bepalen van de omvang van het aantal uren begeleiding?
Zethra antwoordt: ‘‘Het maakt het een stuk makkelijker en uniformer, omdat je vanuit het normenkader een besluit kan nemen. Je kijkt gerichter welk aantal uren past bij de ondersteuningsbehoefte van de inwoner.”
Wat zou je andere gemeenten willen meegeven?
‘‘Voer het normenkader echt in,” adviseert Emiel. ‘‘Het helpt echt om besluiten goed te kunnen onderbouwen voor inwoners, de gemeente en zorgaanbieders. Het biedt houvast in gesprekken, helpt om de gehele ondersteuningsbehoefte goed in kaart te brengen en zorgt voor een uniforme werkwijze.”
Zethra: ‘‘Collega X komt met hetzelfde cliëntprofiel als collega Y, ook al interpreteren ze dingen iets anders. Dat is de kracht van het systeem.”
Wel drukken Zethra en Emiel graag op het hart dat het tijd kost om ermee vertrouwd te raken. ‘‘Er ligt al veel druk op het sociaal domein, maar dat mag je niet weerhouden,” zegt Emiel.
‘‘Het draait uiteindelijk om de inwoner,” besluit Emiel. ‘‘Die wil je goede ondersteuning leveren die aansluit bij de behoefte. Dat is het allerbelangrijkst. Met het normenkader voer je echt gesprekken samen met de inwoner, waarin ondersteuningsbehoeften beter aansluiten bij wat je daarvoor als gemeente kunt betekenen. En je kunt inwoners veel beter uitleggen waarom je een besluit hebt genomen.”