Hoe denken Nederlanders over sociale zekerheid? Dat bracht socioloog Thijs Lindner in kaart in zijn proefschrift. Mensen zijn wel voor een betere herverdeling van de welvaart, maar er is weinig draagvlak voor een basisinkomen, zo toont hij aan. Lindner onderzocht ook hoe mensen reageren als je ze voorhoudt dat er relatief veel mensen met een migratieachtergrond in de bijstand zitten. En hij dook in het fenomeen 'verzorgingsstaatchauvinisme'.
Iedereen leert over het belang van de verzorgingsstaat en hoe die tot stand is gekomen. Maar hoe denken Nederlandse burgers zelf over ons stelsel van sociale zekerheid? "Daar weten we eigenlijk weinig over", zegt socioloog Thijs Lindner (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences). Toch is het volgens hem belangrijk om daar zicht op te krijgen: "Het kan voor veel mensen ingewikkeld overkomen, maar het is wel iets dat bijna iedereen ergens in zijn leven aangaat. Of je nu een uitkering nodig hebt, in de WW komt, of een arbeidsongeschiktheidsverzekering moet afsluiten. Iedereen heeft er daarom wel een idee bij."
De promovendus legde verschillende betekenissen die aan sociale zekerheid worden gegeven bloot via focusgroepen. Daarin zette hij mensen bij elkaar met een vergelijkbare achtergrond, bijvoorbeeld omdat ze in de bijstand zitten, een migratieachtergrond hebben, of juist een hoge sociaaleconomische status hebben. Ze schreven op briefjes hun eerste associaties bij sociale zekerheid waarbij aanduidingen als 'vangnet', 'basisinkomen' of 'moment om een stap terug te doen' voorbijkwamen. Vervolgens ging hij met de focusgroepen verder in gesprek. Daaruit kwamen drie dominante denkbeelden naar voren: 'zelfverantwoordelijkheid en wederkerigheid', 'welzijn en zelfontplooiing' en 'participatie en solidariteit'.
"We worden verzorgd van de wieg tot het graf. Mooi, maar je hebt ook eigen verantwoordelijkheid" Toon (66), Grafisch ontwerper.
Bij 'participatie en solidariteit' doelden de deelnemers niet zozeer op de rol van de overheid, maar legden ze de nadruk op het belang van omkijken naar elkaar. In het geval van 'zelfverantwoordelijkheid en wederkerigheid' wordt de sociale zekerheid vooral gezien als een laatste redmiddel. Iets wat hij opvallend genoeg ook terugkreeg in achterstandswijken. Zij benadrukten dan dat je 'hard moet werken en niet mag verwachten dat je achterover kunt leunen'. "Mijn onderzoek laat zien dat de denkbeelden van mensen hierover vaak best genuanceerd zijn en dat je ze niet daarop in bepaalde groepen of politieke stromingen kan proppen. Het is mij er ook helemaal niet om te doen om mensen in hokjes te plaatsen."
Ook ontdekte hij dat sommigen sociale zekerheid zien als een manier om zelfontwikkeling mogelijk te maken. Dit noemt Lindner in zijn proefschrift 'welzijn en zelfontplooiing'. In deze context viel het basisinkomen vaak en ook dit blijkt niet een thema van links of rechts te zijn. In een ander (survey)onderzoek bracht hij in kaart hoe hierover gedacht werd. "Mensen blijken wel vaak voor een betere herverdeling van de welvaart te zijn, maar er is weinig draagvlak voor een basisinkomen. Dit verbaasde mij wel omdat onder experts hier veel steun voor is en omdat er nu veel groepen zijn die niet rondkomen. Daarbij valt op dat dit onderwerp sterk gepolariseerd is: Mensen zijn er of heel sterk voor of juist heel erg tegen."
"Als je mensen de mogelijkheid geeft om zelf iets te kiezen dat ze echt leuk vinden, ben ik ervan overtuigd dat daar geweldige dingen uit voortkomen" Wim (41), Ondernemer.
Een ander fenomeen dat Lindner onderzocht is 'verzorgingsstaatchauvinisme'. Platgezegd komt dit neer op de vraag of mensen vinden dat immigranten evengoed recht hebben op een uitkering. De socioloog is daarbij geïnteresseerd in de verschillende betekenissen die mensen daaraan geven. Het onderzoek laat zien dat scheidslijnen zoals links versus rechts of conservatief versus progressief tekort schieten. "Er is een groep die wantrouwen heeft richting etnische anderen en die mogelijk meer geneigd is om op de PVV te stemmen. Maar er zijn ook andere motieven. Zo is er een groep die puur economisch redeneert, zo van 'we moeten de uitkeringen beperken want anders valt de verzorgingsstaat om'."
Een gevoelig onderwerp dat de promovendus in zijn proefschrift behandelt is de oververtegenwoordiging van mensen met een migratieachtergrond in de bijstand. Lindner onderzocht hoe mensen reageren als je hen confronteert met deze statistieken. "Er is al aangetoond dat deze informatie stereotypering over deze minderheden bevordert, maar mijn onderzoek laat zien dat mensen ook negatiever gaan denken over bijstandsgerechtigden als geheel. En je ziet dat dit vooral gaat om mensen die wantrouwiger staan tegenover groepen met een andere etnische achtergrond."
De socioloog vindt het belangrijk om zorgvuldig met dit soort data om te gaan. Lindner wil niet zeggen dat je gegevens over bijstand en afkomst niet moet delen, maar pleit ervoor om de achterliggende verklaringen mee te geven. Lindner: "Denk aan het opgroeien in een achterstandswijk of discriminatie op de arbeidsmarkt vanwege je achternaam. En kijk ook naar het effect van opleidingsniveau in relatie tot de bijstand. Ik denk dat een lager opleidingsniveau daarin veel belangrijker is dan een migratieachtergrond."