Hoogbegaafde kinderen hebben, net als gemiddeld begaafde kinderen, baat bij training en instructie bij het leren. Dit blijkt uit onderzoek van psycholoog Bart Vogelaar, die op 18 januari promoveerde aan de Universiteit Leiden.
Om kinderen te onderzoeken op hoogbegaafdheid worden vaak gestandaardiseerde tests gebruikt. Het kind krijgt een korte instructie, waarna hij zelfstandig de testopgaven moet maken. Dit soort test geeft volgens sommige onderzoekers echter weinig inzicht in het leervermogen. Vogelaar onderzocht daarom of zogenaamde dynamische tests meer kennis verschaffen over het leervermogen van hoogbegaafden. Bij deze methode krijgt het kind meer uitleg en feedback.
Vogelaar concludeert dat dynamisch testen meer inzicht geeft in het redeneervermogen en leerproces van hoogbegaafde kinderen dan conventioneel toetsen. Hoogbegaafden die meer uitleg kregen, boekten bovendien meer vooruitgang bij de toetsen. Zij bleken net zoveel behoefte te hebben aan instructie als leeftijdgenoten om beter te kunnen presteren.