De leden van de Nederlandse ggz hebben Erik de Vos benoemd tot bestuurslid van de netwerkorganisatie van zorgprofessionals in de geestelijke gezondheidszorg. De Vos is tevens bestuurder bij Terwille Verslavingszorg. Eerder was hij zelfstandig ondernemer en leidinggevende bij het Leger des Heils. Zorg&Sociaalweb ging met hem in gesprek over de dominantie van DSM, lotgenotencontact en Louis van Gaal.
Erik de Vos, bestuurder bij de Nederlandse ggz
Waarom heeft u voor deze nieuwe functie gekozen?
‘Allereerst omdat ik het beste voor heb voor met de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Ook hoop ik met deze bestuursfunctie meer aandacht te genereren voor de samenwerking tussen de ggz en het sociaal domein. Ten slotte wil ik graag de belangen behartigen van de minder grote ggz-aanbieders.’
Waar komt uw interesse voor de ggz vandaan?
‘Ik heb vooral interesse in kwetsbare mensen, zoals mensen met onbegrepen gedrag. Wat maakt dat wij hun gedrag niet begrijpen? Dat vind ik fascinerend. Ik wil die mensen helpen, maar de maatschappij mag ook wel een beetje geholpen worden. Ik vind de samenleving soms best intolerant. Het lijkt wel alsof je als mens mee moet kunnen met de massa, en anders lig je eruit. Dat vind ik pijnlijk en daar wil ik wat aan doen.’
Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen in de sector?
‘De ggz is nog erg diagnose-gericht. Ik denk dat er een paradigmashift nodig is en dat we toe moeten naar een compleet ander mensbeeld. Niet focussen op een aandoening, maar kijken naar de krachtkanten van een mens. Niet de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, red.), maar het gedrag van mensen moet leidend zijn. Er is al een kanteling gaande, daar moeten we op voortbouwen.’
Waar ziet u goede voorbeelden om te volgen binnen de ggz?
‘Er komt steeds meer ruimte voor ervaringsdeskundigen binnen behandelingen. Dat is een belangrijke aanvulling op de bestaande hulpverlening. Lotgenotencontact is enorm belangrijk. Een psycholoog of psychiater heeft enorm veel kennis en ervaring, maar kan zich vaak niet zo diep in een cliënt inleven als iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. Meer en tijdige inzet van ervaringsdeskundigen kan zelfs helpen de wachttijden in de ggz te verkorten.’
Als u niet in dit domein werkzaam was, wat was u dan gaan doen? Welk beroep zou u dan hebben gekozen?
‘Dan was ik vrachtwagenchauffeur. Ik houd van reizen, een vrij leven en niet teveel gezeur aan mijn hoofd.’
Wie of wat inspireert u en waarom?
‘Dat zijn de cliënten waar we samen onderweg mee mogen zijn. Ik vind het altijd weer fascinerend om te zien hoeveel overlevingskracht deze mensen hebben. En daarnaast zijn er ook een aantal andere mensen die me inspireren. Waaronder schrijver Jan de Cock. Hij trok de wereld rond, van gevangenis naar gevangenis, op zoek naar het leven achter de tralies. Hij schreef daarover meerdere boeken, waaronder Hotel prison: De wereldreis van een tralietrotter. De Cock heeft ook stichting Without Walls opgericht. Die man heeft in vele gevangenissen gezeten, maar veroordeelt niemand en ziet altijd het goede van mensen. Heel inspirerend.’
Welk boek raadt u iedereen aan en waarom?
‘Ik noemde net al Hotel prison, maar ook Mensen zijn ingewikkeld van Floortje Scheepers kan ik iedereen aanbevelen. Hierin laat ze onder mee zien waarom we bescheiden moeten zijn over wat we weten en begrijpen van gedrag. Ook Het tekort van het teveel van de Belgische psychiater en filosoof Damiaan Denys is een aanrader. We zijn in het westen zo rijk en welvarend, maar tegelijkertijd hebben veel mensen geestelijke gezondheidszorg nodig. Die paradox ontleedt hij in zijn boek.’
Welke eigenschap bewondert u in anderen?
‘Ik vind het knap als mensen trouw kunnen zijn en blijven aan zichzelf. Louis van Gaal vind ik een mooie kerel. Die is ook onder grote druk zichzelf, dat is knap.’