Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

In gesprek met: Theo van Uum, Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland

Theo van Uum vervult de directeurspositie bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. Na een lang traject bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), richt hij zich nu specifiek op de uitdagingen en mogelijkheden binnen de gehandicaptenzorg. ‘’ Te weinig mensen weten wat voor geweldig en waardevol werk gedaan wordt in de gehandicaptenzorg’’, stelt hij onder andere tijdens ons gesprek over zijn loopbaan.

8 maart 2023

Interviews

Interviews

Waarom heeft u voor deze nieuwe functie gekozen?

Van Den Haag naar Utrecht (VGN) is een behoorlijke overstap. Ik heb mijn hele loopbaan in Den Haag doorgebracht, bij het Rijk, en dan met name bij het ministerie van VWS. De gezondheidszorg vind ik verreweg het mooiste beleidsterrein dat er is. Het gaat om politiek-bestuurlijk complexe vraagstukken, het gaat om veel geld – dat vind ik als econoom leuk – en het allerbelangrijkste: het gaat om mensen, om leven en dood. Het gaat om emoties. Anders dan de meeste ambtenaren in Den Haag, heb ik niet gehopt tussen departementen.

Ik ben te veel verknocht geraakt aan de zorg. Binnen VWS heb ik wel veel verschillende banen vervuld en ontdekte ik dat de gehandicaptenzorg mijn hart het snelst doet kloppen. De keuze voor de VGN is qua inhoud dan ook een logische. Ik kan mij nu nog meer focussen op de gehandicaptenzorg. Daar komt bij dat ik de VGN altijd een constructief-kritische vereniging heb gevonden, een club met veel deskundige en betrokken medewerkers waar je graag voor werkt.

Waar komt uw interesse voor de gehandicaptenzorg vandaan?

In onze sector geven we inhoud aan de zorg en ondersteuning voor de meest kwetsbare personen, niet alleen in de laatste levensfase, maar een leven lang. Ik ben zeer gemotiveerd om mij daarvoor sterk te maken. Overigens een lastige term, ‘kwetsbare personen’. Een lichamelijke en verstandelijke beperking neem je niet zomaar weg, maar de kwetsbaarheid als zodanig is geen absoluut gegeven. Die vloeit ook voort uit het feit dat we als samenleving onvoldoende inclusief zijn. We zijn in die zin nog steeds een ‘samenleving met beperkingen’, we maken mensen kwetsbaar.

Waar de interesse precies vandaan komt?

Tijdens mijn studie economie in Groningen heb ik ooit hoorcolleges kinderneurologie gelopen bij Le Coultre, één van de grondleggers van de kinderneurologie in Nederland. Het heeft niets met economie te maken maar dit waren wel de meest indrukwekkende colleges die ik tijdens mijn studie heb gevolgd. Daar is een zaadje geplant. Later tijdens mijn VWS-loopbaan heb ik nevenfuncties vervuld in het bestuur van de BOSK, de toenmalige vereniging voor mensen met een lichamelijke beperking, en in het bestuur van een ouderinitiatief dat zich bezighoudt met de zorg en ondersteuning voor jongeren met beperking.

De gehandicaptenzorg was al die jaren wel een soort van rode draad. Het is geweldig om daar nu bij de VGN een vervolg aan te kunnen geven. De gehandicaptenzorg is een hele dynamische sector. Kijk hoe deze zich de afgelopen vijftig jaar heeft ontwikkeld. Met een vereniging met 176 leden en bijna 200 duizend betrokken medewerkers is het mogelijk om een flinke maatschappelijk impact te hebben.

Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen in de sector?

Laat ik er dan drie grote opgaven uitpakken. Onze samenleving kenmerkt zich door een hang naar het volmaakte. Of het nu gaat om uiterlijk, snelheid, efficiency. Voor mensen die net een slag ‘anders’ zijn is het moeilijk om volwaardig mee te doen. Denk aan de groep mensen met een licht verstandelijke beperking. In Nederland hebben we het dan over ruim 1 miljoen mensen. Daar ligt de eerste uitdaging. Werken aan een samenleving die meer oog heeft voor mensen met een beperking, die de kwaliteiten van hen onderkent en die zich daar naar richt en daar ruimte voor maakt. Dat is een absolute vereiste als we willen dat echt iedereen kan meedoen.

De tweede grote uitdaging hangt met de steeds complexere vragen van mensen met een beperking. Gelukkig kunnen we passende ondersteuning geven aan veel mensen met complexe of intensieve zorgvragen. Dat is de kracht van de sector. Maar tegelijkertijd lukt het niet altijd om een passende plek te vinden voor mensen die intensieve specialistische zorg nodig hebben. Dat moet beter. Daar hebben we andere zorgbranches en ook zorgkantoren en de overheid bij nodig. Een adequatere bekostiging van de zware zorg bijvoorbeeld, is een absolute noodzaak.

De laatste, maar zeker niet de geringste uitdaging, is het groeiend tekort aan mensen in de zorg. Dit maakt de gehandicaptenzorg kwetsbaar. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures is snel toegenomen. Te weinig mensen weten wat voor geweldig en waardevol werk gedaan wordt in de gehandicaptenzorg.

Welke ontwikkelingen moeten we volgens u zeker in de gaten houden?

Als VGN willen we toe naar een samenleving waarin mensen met een beperking een betekenisvol eigen leven kunnen leiden, ongeacht de zwaarte van hun beperking. Dat vraagt iets van de gehandicaptenzorg. We moeten zaken anders gaan organiseren. Als we toe willen naar een écht inclusieve samenleving, vraagt dat ook iets van het onderwijs en het bedrijfsleven. Het is mooi om te zien dat het betekenisvol ondernemen voor steeds meer ondernemers belangrijk wordt.

Het gaat niet primair om de winst die je maakt, maar om de waarde die je voor de samenleving creëert. Kees Klomp heeft het in dat verband over ‘het gat in de maatschappij’ in plaats van het ‘gat in de markt’, waar sociale ondernemers zich op storten.

We leven in een tijd van transities. Zie het klimaat, en op sociaal vlak is dat niet anders. Dat gaat met crises en onrust gepaard, maar ik ben optimistisch over de mogelijkheden om de wereld toch een beetje mooier te maken.

Waar ziet u goede voorbeelden om te volgen binnen de gehandicaptenzorg?

Ik noemde zojuist de uitdaging die er ligt op het terrein van de arbeidsmarkt. De Ambassadeursleergang Begeleiders Gehandicaptenzorg is een mooi voorbeeld hoe je de wervingskracht als sector kunt vergroten. Begeleiders worden getraind in een ambassadeursrol, zij vertellen zelf over de aantrekkelijkheid van het werken in de gehandicaptenzorg. Dat is een en al bevlogenheid en passie. Verder zie ik dat het inzetten van mensen met een beperking, de ervaringsdeskundigen, op heel veel terreinen steeds gewoner wordt. Of het nu gaat om de beleidsontwikkeling, het onderzoek, of bij het verzorgen van opleidingen. Dat kan nog veel vaker natuurlijk!

Wie of wat inspireert u en waarom?

Moeilijk. Ik pak een sporter, Jim Thorpe. Een superatleet die grote successen vierde aan het begin van de twintigste eeuw. Hij was de eerste ‘Native American’ die een gouden olympische medaille won en carrière maakte in het American Football. Zijn verhaal raakt ook aan dat van de Carlisle Indian School en de schokkende manier waarop gedwongen assimilatie van kinderen van indiaanse komaf plaatsvond.

Welk boek raadt u iedereen aan en waarom?

Afgelopen zomer las ik het boek ‘Malva’ van Hagar Peeters. Het beschrijft het verhaal van Malva, de enige en de jong gestorven dochter van de Chileense Nobelprijswinnaar Pablo Neruda. Hij vond het moeilijk te accepteren dat hij een dochter met een beperking had. In die zin ligt er gechargeerd ook wel een parallel met de manier waarop we als samenleving omgaan met mensen met een beperking. De woorden waarmee Hagar Peeters Malva in haar boek laat smeken om erkenning, zijn aangrijpend. Malva is overigens begraven in mijn woonplaats Gouda.

Welke eigenschap bewondert u in anderen?

Doorzettingsvermogen, niet stoppen, maar doorgaan, ook als het tegenzit. En dat gekoppeld aan een flinke dosis optimisme en relativeringsvermogen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.