Statushouders moeten snel kunnen starten met inburgering. Op onderdelen die nu nog voor vertraging zorgen, wil demissionair minister Van Gennip (SZW) haast gaan maken. Ook moet het leerproces van de taal zo veel mogelijk samengaan met werken of participatie anderszins. Dit staat in de uitvoeringsbrief waarmee zij de Tweede Kamer donderdag 13 juli informeerde over het verloop van de Wet inburgering 2021 (Wi2021). Dit schrijven gaat ook in op onder andere de onderwijsroute, vrouwelijke inburgeraars en inburgeringsplichtigen die onder eerdere wetten vallen.
Divosa herkent het beeld dat geschetst wordt in de Kamerbrief. Het geeft een goed overzicht van de stand van zaken van de uitvoering van de wet. De wet heeft zich te bewijzen in een complexe tijd, waarbij knelpunten buiten het inburgeringsstelsel hun uitwerking hierop hebben. Deze uitdagingen zorgen ervoor dat de processen binnen de Wi2021 niet altijd op tijd gebeuren. Binnen Community’s of Practice (CoP's) bespreekt Divosa deze knelpunten en oplossingen. Zij is blij te merken dat het ministerie deze oppakt.
Door krapte op de woningmarkt blijven statushouders vaak langer in een asielzoekerscentrum (azc) wonen dan gewenst. Om deze tijd niet verloren te laten gaan, vindt de brede intake - een uitgebreide kennismaking als start van de inburgering - idealiter plaats op het azc. Dit is niet altijd mogelijk door de soms grote afstand tussen het azc en de gemeente waarin iemand gaat wonen.
Ook ervaren gemeenten moeite om met name gezinsmigranten te bereiken. Beginnen aan inburgeringslessen kan lastig zijn als goede studiefaciliteiten in het azc ontbreken, het tekort aan NT2-docenten en het gebrek aan kinderopvang. Om inburgeraars niet te benadelen, wachten gemeenten daarom soms langer met het Plan Inburgering en Participatie vaststellen dan de toegestane tien weken na inschrijving in de Basisregistratie Personen.
Een begrijpelijke maar onwenselijke situatie, vinden zowel gemeenten als demissionair minister Van Gennip. Daarom gaat zij aan de slag met een aantal versnellingsacties. Het gaat onder meer om:
onderzoeken of en hoe de mogelijkheden voor online onderwijs kunnen worden verruimd;
het ter beschikking stellen van extra contactgegevens van gezins- en overige migranten;
de tijd verkorten die nodig is voor diplomawaardering;
betere communicatie over de verlengingsmogelijkheid bij het uitblijven van aanbod.
De brief noemt ook het belang van duale trajecten, waarin het leren van de taal hand in hand gaat met werken of andere vormen van participatie, zoals vrijwilligerswerk. Gemeenten doen al veel op dit vlak. Dit is ook te lezen in de uitwerking van het plan van aanpak Statushouders aan het werk. De inburgeringsplicht vormt soms een belemmering om aan het werk te komen of werk te behouden, en andersom. De demissionair minister wil dit nader onderzoeken en kijken welke maatregelen zij kan treffen om de combinatie beter te faciliteren.
Van Gennip kan nog geen duidelijkheid geven over structurele (financiële) borging van de onderwijsroute vanaf 2026. Divosa betreurt dat er nog geen oplossing gevonden is en doet een oproep om, ondanks de val van het kabinet, op korte termijn een besluit te nemen. Mocht dit uitblijven, dan komt de mogelijkheid voor inburgeraars om onderwijs te volgen in het geding.
De Wi2021 is een lerend stelsel. Divosa faciliteert dit leren op uitvoeringsniveau met Community's of Practice om zo samen de dienstverlening aan inburgeraars te verbeteren. Deze CoP’s bieden gemeenten en partners een platform om uitvoeringskwesties met elkaar te delen, samen te zoeken naar oplossingen en van elkaar te leren. Divosa deelt de ervaringen en lessen die voortkomen uit de CoP’s met de gehele uitvoering. Daar waar de uitvoeringspraktijk zelf geen oplossingen heeft, agendeert Divosa deze binnen de inburgeringsketen.
Kamerbrief met uitvoeringsbrief inburgering
Aanbiedingsbrief bij Plan van aanpak 'statushouders aan het werk'