Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Is burgerparticipatie alleen wel voldoende? Overheidsparticipatie lijkt ook nodig

We horen de platitudes vaak. Cliënt centraal. Eigen regie. Meebeslissen. Cliëntparticipatie. Eén gezin één plan. Enzovoort. Maar is dat wel de goede weg in het sociaal domein? Leidt die participatie wel tot invloed op hoe het écht gaat? De ervaringen van de afgelopen decennia zeggen van niet. Tijd voor een andere insteek: overheidsparticipatie.

28 april 2022

In 2012 deed de WRR een onderzoek naar burgerparticipatie en trof een groot aantal vormen van burgerbetrokkenheid aan. De meest indringende les die uit het rapport Vertrouwen in Burgers naar voren kwam: “burgerbetrokkenheid vereist denken vanuit burgers. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar de praktijk blijkt weerbarstig.” (1)

Dat bleek wel, want wie herinnert zich nog de G1000’s? Dat waren die immens populaire grote bijeenkomsten waar 1.000 burgers mochten meebeslissen (of was het meepraten?) over gemeentelijk beleid. Los van het feit dat de hoofdorganisator recent in ongenade viel, maakte een rapport onder leiding van Job Cohen in 2016 al een einde aan veel feestvreugde door te stellen dat de “G1000’en in hun huidige uitvoering niet per sé hebben bijgedragen aan een verkleining van de kloof tussen burger en bestuur.” (2)

Hieruit valt op te maken dat zelfs al wordt het groots aangepakt en al hebben burgers alle ruimte, echte impact op het beleid ontstaat niet. De rapporten die burgerparticipatie aanbevelen blijven echter onverdroten verschijnen. Zo verscheen recent nog het rapport Burgers in de Boardroom van XpertiseZorg, in opdracht van het ministerie van VWS. De onderzoekers schrijven in het voorwoord: “Burgerparticipatie wordt met recht steeds belangrijker gevonden, maar blijkt in de praktijk toch nog weerbarstig.” (3) Toch is er hoop, want uit de praktijkanalyse concludeert men: “De succesvolle voorbeelden laten zien dat, vanaf het moment dat co-creatie en gedeeld eigenaarschap er zijn, het enthousiasme en de meerwaarde toenemen.” (4)

Is gedeeld eigenaarschap dan de oplossing?

De bovenstaande conclusie, dat gedeeld eigenaarschap helpt, roept de vraag op of het nog meer zou helpen als het eigenaarschap voor de participatie helemaal bij de professionals en de overheid zou liggen. Zo’n insteek zou stroken met het gegeven dat overheden en professionals allerlei plichten hebben vanuit wetgeving en vakgerelateerde eisen. Is het zo’n raar idee om de notie van burgerparticipatie (in organisatie en overheidsprocessen) los te laten en het omgekeerde te gaan doen? Namelijk: de overheid en professionals gaan participeren in de cliënt/burgerprocessen.

Bezoek en pilots dan?

Natuurlijk zijn er voorbeelden waarin overheden participeren in maatschappelijke processen. Denk aan het faciliteren van pilots en burgerinitiatieven, zoals recent nog is beschreven door Movisie. (5) Hier bedoelen we echter nog een stap verder. Overheden zouden in staat moeten zijn om echt mee te kijken in de uitvoeringsprocessen tussen werkvloer in het sociaal domein en de (jeugd)zorg enerzijds, en de inwoners, gezinnen, jongeren anderzijds. Natuurlijk zijn er al plaatsbezoeken, wijkbezoeken, meeloopdagen en allerlei andere manieren waarmee bestuurders en beleidsmakers proberen zicht te krijgen op de uitvoering. Dit stuit echter op drie fundamentele bezwaren:

  • Ten eerste is het bekend dat bezoeken door bestuurders en beleidsmakers de uitvoering verstoren. Het beroemde Hawthorne Effect zorgt er voor dat de uitvoering anders verloopt als er bezoek is. (6)

  • Ten tweede worden bestuurders en beleidsmakers vaak uitgenodigd om te kijken op plaatsen waar iets te melden valt: een vernieuwende zorgpraktijk, een prijswinnende aanbieder, een actieve of zelfs activistische bewonersgroep enzovoort. Hierdoor krijgen ze geen reëel beeld van reguliere situaties.

  • Ten derde kunnen bestuurder en beleidsmaker slechts sporadisch op bezoek komen. Als bestuurder lukt dat hooguit een paar keer per maand, een paar uur, en meestal nog minder. Er is daardoor geen sprake van dekkende en continue participatie door overheden en bestuurders, waardoor veel diversiteit en complexiteit buiten beeld blijft.

Dergelijke bezoeken zullen wellicht wel eens leiden tot vragen tijdens een gemeenteraadsvergadering, maar er is geen sprake van een structurele invloed van de praktijk op het beleid. We zien hier dus precies hetzelfde gebeuren als bij de G1000’s: incidenteel participeren is geen oplossing, net als een incidentele burgertop of burgerraad dat niet is.

Echte participatie vergt continuïteit

Het opvallende aan het hele discours rond participatie is dat veruit de meeste aandacht wordt gegeven aan effecten op beleid. Wat zou er gebeuren als we de aandacht eens zouden verleggen naar de uitvoering? Als er iets moet veranderen, dan zal het daar immers moeten gebeuren.

Vanuit dat gegeven heeft de gemeenteraad van Dordrecht onlangs een advies gevraagd over de mogelijkheden om inwoners, gezinnen én medewerkers die te maken hebben met (of werken in) het sociaal domein te laten vertellen over hoe het gaat in de praktijk. (7) Gewoon door hun ervaringen kort op te schrijven. En door daar enkele vragen over te beantwoorden, waarmee inwoners en medewerkers kunnen aangeven of de zorg hielp, of ze hun werk goed konden doen, wie of wat daarbij hielp, enzovoort.

Door deze laagdrempelige aanpak van gelijktijdige overheidsparticipatie (die medewerkers worden immers betaald met publiek geld) én burgerparticipatie (de mensen die gebruik maken van het sociaal domein zijn immers burgers), wordt het mogelijk om duizenden mensen vanuit zowel de overheid als de maatschappij te laten participeren in de evaluatie van de uitvoering.

In feite ontstaat hierdoor een situatie waarin de praktijk continu grootschalig wordt onderzocht door de mensen die er al in participeren. En dat met minimale verstoring. Daardoor ontstaat zicht op de diversiteit en complexiteit die van nature aanwezig is in het sociaal domein. Gezien de aantallen, budgetten en discussies in het sociaal domein lijkt dat geen overbodige luxe.

  1. Vertrouwen in burgers. Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid. Rapport 88, 2012.

  2. G1000. Ervaringen met burgertoppen. Job Cohen, Peer Smets, Harmen Binnema, Marloes Vlind onder eindredactie van Geerten Boogaard en Ank Michels. Boom bestuurskunde Den Haag, 2016.

  3. Burgers in de boardroom . ExpertiseZorg in opdracht van ministerie VWS. 18 februari 2022.

  4. Ibidem.

  5. Overheidsparticipatie gaat nu eenmaal niet vanzelf. Lou Repetur en Radboud Engbersen. Movie, 21 juni 2021.

  6. Het Hawthorne Effect. Wikipedia.

  7. Advies versterken invloed van burgers op beleid in het sociaal domein . 4vitae, 9 november 2021.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.