Welke invloed heeft jeugd in uw gemeente op het huidige en toekomstige beleid? Wist u dat er verschillende manieren zijn om jeugdparticipatie te onderscheiden. In het onderzoek 'De staat van jeugdparticipatie in Nederland 2016' wordt de volgende uiteenzetting gegeven.
De eerste manier gaat om betrokkenheid bij de totstandkoming en evaluatie van beleid dat op hen betrekking heeft. Dit wordt ook wel de verticale dimensie van jeugdparticipatie genoemd: als in een partnerschap werken beleidsmakers en andere professionals met jongeren samen om beleid vorm te geven en de juiste besluiten te nemen. Dit kan betrekking hebben op allerlei thema’s: sport, cultuur, onderwijs, huisvesting, maar ook het CJG. Het beperkt zich niet alleen tot het gemeentelijk niveau maar speelt ook een rol binnen instellingen en organisaties (school, jeugdinstelling, jongerenwerk, de sportclub etc.).
De tweede wijze van invloed hebben is door middel van deelname bij de uitvoering van het beleid. Dit wordt ook wel de horizontale dimensie van jeugdparticipatie genoemd. Het gaat om ‘samenwerkingsverbanden’ tussen jongeren en professionals op basis van een thema of project, bijvoorbeeld in het bouwen van een nieuwe skatebaan, organiseren van een buurtfeest, radio of film maken over de wijk, ontwikkelen van een dansvoorstelling in een ouderencentrum, voorlichting geven op basisscholen). Het stimuleren van het eigen initiatief waardoor jongeren zelf verantwoordelijkheid leren nemen bij de ontwikkeling en instandhouding van voorzieningen valt ook onder deze pijler.
De betrokkenheid bij het beleid als gevolg van de Jeugdwet verdient specifieke aandacht. De stelselwijziging steunt op een aantal centrale gedachten over de rol van gemeente en
burger:
Gemeenten staan dichter bij de jeugdigen en ouders dan provincies. Zij kunnen beter achterhalen wat de lokale gemeenschap nodig heeft en daarop aansluiten. Zo kan jeugdhulp op maat geleverd worden. Deze nabijheid tot de lokale gemeenschap opent bovendien de deur tot een krachtige maatschappelijke bron die jeugdzorg niet onbenut kan laten: sociaal kapitaal, ofwel de (eigen) kracht, mogelijkheden en netwerken van de lokale gemeenschap;
Kwaliteitsverbetering is niet mogelijk zonder betrokkenheid van jeugd, ouders en in het bijzonder jeugdzorgcliënten, zo is de veronderstelling. Betrokkenheid bij het aanpakken of voorkomen van problemen die voor de jeugdzorg in aanmerking komen, maar ook bij de ontwikkeling van de jeugdzorg en de stelselwijziging. Door burgers in een vroegtijdig stadium bij ontwikkelingen te betrekken, moet de jeugdzorg beter aansluiten bij hun behoeften.
De lokale gemeenschap kan bovendien een signalerende en ondersteunende functie vervullen bij het voorkomen en aanpakken van problemen. Het is de instrumentele kant van participatie: als jongeren en kinderen meer betrokken worden en hun verhaal kunnen doen werkt dat kwaliteitsverhogend. Participatieve methoden van evaluatie van beleid en hulpverlening bewijzen dit telkens weer.
Door het verhaal van jongeren een belangrijkere plaats te geven in het beleid worden jongeren ‘empowered’. Er is brede erkenning dat jeugdparticipatie werkt
en bijdraagt aan de ontwikkeling van jeugdigen. Het draagt in het bijzonder bij aan de ontwikkeling van hun zelfvertrouwen, zelfrespect en sociale verantwoordelijkheid
en meer in het algemeen aan hun morele, sociale en emotionele ontwikkeling.
Jongeren hebben het recht om mee te praten over hun situatie; inspraak in de jeugdzorg is een vereiste. Dit is vastgelegd in artikel 12 en 13 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De United Nations General Assembly omschrijven – aan de hand van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind – het recht op participatie als volgt: ‘Jongeren inclusief adolescenten, moeten in staat gesteld worden zich vrij te kunnen uiten (volgens hun veranderende capaciteit), eigenwaarde bouwen, kennis en vaardigheden verwerven (zoals die voor het oplossen van conflicten, besluitvorming en communicatie) om de uitdagingen van het leven aan te kunnen. Het recht van jongeren zich vrij te uiten moet worden gerespecteerd en bevorderd en met hun standpunten dient rekening gehouden te worden in alle gelegenheden die hen aangaan, waarbij de mening van het kind in overeenstemming met de leeftijd en rijpheid van het kind meetelt’. Met de stelselwijziging hebben gemeenten de verantwoordelijkheid voor alle zorg voor jeugdigen en ouders binnen hun gemeente gekregen; van licht tot zwaar en van vrijwillig tot gedwongen. De betrokkenheidvan jongeren bij alle vormen van zorg valt dan ook onder de inspraakverplichting van gemeenten.
De staat van jeugdparticipatie in Nederland 2016
8 goede voorbeelden jeugdparticipatie