Meeroudergezinnen komen voor in allerlei vormen. Bij intentioneel meerouderschap wordt voor de geboorte besloten dat meer dan twee mensen de rol van ouder op zich nemen, bijvoorbeeld als een lesbisch stel en een homopaar samen een kind opvoeden. Daarnaast is er niet-intentioneel meerouderschap, met name als twee ouders scheiden en daarna nieuwe partners krijgen. Toch kan in Nederland een kind maximaal maar twee juridische ouders hebben.
Dat niet alle ouders juridisch erkend worden, leidt tot verschillende problemen, ziet Michels, die onderzoek doet naar meerouderschap en erfrecht. Kinderen erven automatisch van hun juridische ouders en hebben in principe recht op een minimumdeel van de erfenis, het kindsdeel. Maar deze wettelijke regels gelden niet voor de niet-juridische ouders in een meeroudergezin. Zij moeten hun nalatenschap aan het kind regelen via een testament. ‘Dat kost geld, tijd, en vereist bepaalde kennis’, zegt Michels. ‘En als de niet-juridische ouders ervoor kiezen om een kind niet te noemen in het testament, dan staat dat kind met lege handen.’
Daarnaast ondervinden deze gezinnen problemen op het gebied van gezag en beslissingsbevoegdheid over het kind. Niet-juridische ouders mogen officieel geen beslissingen nemen over het kind, bijvoorbeeld op school of bij medische kwesties.
Om deze problemen aan te pakken heeft een staatscommissie in 2016 geadviseerd om intentioneel meerouderschap wettelijk te regelen, zodat kinderen meer dan twee juridische ouders kunnen hebben. Michels onderzocht wat de gevolgen zouden zijn van zo’n regeling voor het erfrecht en de erf- en schenkbelasting. Eerder deze maand maakte staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming) bekend dat zo’n wettelijke regeling er voorlopig niet komt. Struycken vindt het te duur en te ingewikkeld om uit te voeren. Michels: ‘Dit zorgt ervoor dat de kinderen niet beschermd zijn en gezinnen tegen dezelfde problemen blijven aanlopen. Uit mijn onderzoek blijkt dat de wijzigingen in de wet die nodig zijn, echt wel meevallen. De keuze die hier gemaakt wordt, komt door het politieke klimaat en de prioriteiten die dit kabinet stelt.’
Wat kunnen ouders doen om meerouderschap zo goed mogelijk te regelen? ‘Je kunt als ouder gaan knutselen met het bestaande recht’, zegt Michels. Voor intentioneel meerouderschap adviseert ze om alles goed vast te leggen voorafgaand aan de conceptie. ‘Dat geldt voor de erfenis, maar ook voor bijvoorbeeld afspraken over de opvoeding. Zet alles op papier en zorg dat het rechtsgeldig is.’
Daarnaast wijst Michels op de mogelijkheden die er binnen de huidige wet zijn om juridisch ouderschap toe te kennen. Ze geeft een praktisch voorbeeld: bij een gezin met een lesbisch stel en een homostel kunnen ze strategisch kiezen wie de juridische ouders worden. Door één persoon van elk koppel aan te wijzen als juridische ouder (bijvoorbeeld één moeder en één vader), krijgen alle vier de ouders meer rechten en plichten dan wanneer alleen beide moeders als juridisch ouder zouden worden aangemerkt.
De discussie rondom meeroudergezinnen gaat nu vooral over de relatie tussen ouder en kind. Maar net zo belangrijk is de relatie tussen de verschillende kinderen in zo’n gezin, zegt Michels. ‘Dat is nu vaak onderbelicht. De band tussen die kinderen is niet beschermd, zoals dat bij broers en zussen die voor de wet één of twee gemeenschappelijke ouders hebben wel wettelijk is vastgelegd. Als ouders uit elkaar gaan, en de kinderen hebben verschillende juridische ouders, dan zijn die kinderen officieel niets van elkaar. Het kan dan voorkomen dat zij elkaar niet meer zien, zeker als de ouders op slechte voet uit elkaar gaan.’
Michels hoopt dat er over een paar jaar alsnog een wettelijke regeling komt om meeroudergezinnen te beschermen. ‘Je ziet vaker dat het even duurt voordat dit soort ontwikkelingen rondom familierecht maatschappelijk worden geaccepteerd. Uiteindelijk komt er wetgeving voor.’