Drogisterijketen Kruidvat heeft een blinde vrouw gediscrimineerd door haar niet de gevraagde aanpassing te bieden. Zo oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. De bereidheid van de medewerkers om met een boodschappenlijst de gewenste producten voor de vrouw te verzamelen, doet niets af aan het oordeel. De wens van de blinde vrouw om zo zelfstandig mogelijk te kunnen winkelen, sluit aan bij het uitgangspunt van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Ieder mens moet in staat worden gesteld aansluitend bij zijn of haar eigen mogelijkheden autonoom te zijn.
De vrouw vroeg de medewerkers van Kruidvat om haar aan de arm door de winkel te begeleiden. Kruidvat wees dit verzoek af en stelde voor om de gewenste producten voor de vrouw te verzamelen aan de hand van een boodschappenlijstje. De vrouw accepteerde dit niet omdat dit in de weg staat aan haar wens om zo zelfstandig mogelijk te winkelen. Voor de vrouw houdt dat in dat zij daadwerkelijk door de winkel kan lopen, daarbij vragen kan stellen over de producten, deze kan voelen en daarna een keus kan maken. De door Kruidvat aangeboden aanpassing draagt in mindere mate bij aan deze autonomie.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een aanbieder van goederen of diensten informatie over een benodigde aanpassing moet inwinnen bij degene die daarom vraagt. Ook moet in ieder specifiek geval bekeken worden in hoeverre een oplossing mogelijk is. Overleg en actief handelen is vereist. Het antidiscriminatiebureau heeft als vertegenwoordiger van de vrouw aan Kruidvat gevraagd te kijken hoe zij tot elkaar kunnen komen. Kruidvat is niet op deze uitnodiging ingegaan en daarmee niet aangetoond dat de gevraagde aanpassing niet noodzakelijk is. Kruidvat heeft alleen in algemene zin gewezen op mogelijke problemen rondom de uitvoerbaarheid van het verzoek en de veiligheid van de medewerkers. Zij heeft niet concreet aangegeven op welke wijze deze problemen een rol spelen bij de aanpassing die de vrouw vroeg. Kruidvat toont dus niet aan dat de gewenste aanpassing onevenredig belastend is. Daarom oordeelt het College dat Kruidvat de vrouw heeft gediscrimineerd op grond van haar handicap.
In Nederland is discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte verboden bij het aanbieden van goederen of diensten. Dit is vastgelegd in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ).
Heeft u zelf een situatie meegemaakt of kent u iemand die ongelijk behandeld is? Meld dit dan bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College signaleert waar het mis gaat, onderneemt waar mogelijk actie en kan in individuele gevallen uitspraken doen over discriminatie.