Het kabinet maakte vorige week bekend kwetsbare huishoudens in 2024 gericht te willen helpen, als dat door hoge energieprijzen of inflatie nodig is. Hiervoor zijn mogelijkheden onderzocht, waarbij expliciet is gekeken naar de uitvoering. Een landelijke energietoeslag is volgens het kabinet op zijn vroegst pas in 2025 aan de orde.
Om gerichte maatregelen te kunnen nemen, moet volgens het kabinet duidelijk zijn om welke problemen het gaat. Dat schrijven ministers en staatssecretarissen in een Kamerbrief over de verkenning van instrumenten om kwetsbare huishoudens te helpen. Het kabinet benoemt drie deelproblemen: het bredere vraagstuk van bestaanszekerheid, de hoge energierekening en de onzekerheid van de energieprijzen.
Het Centraal Planbureau verwacht dat het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, zal stijgen tot 1 miljoen in 2024 als er geen aanvullend beleid wordt ingezet. Hoewel een deel van de structurele oplossing volgens het kabinet zit in een stijging van de lonen, blijft er voor een groep huishoudens in een kwetsbare positie een breder bestaanszekerheidsvraagstuk bestaan. Maatregelen om deze groep te ondersteunen worden pas in augustus bekeken. Het kabinet denkt aan gebruikelijke koopkrachtinstrumenten zoals toeslagen, sociale zekerheid- of belastingmaatregelen.
Een van de opties om kwetsbare huishoudens te ondersteunen is een vorm van energietoeslag. Volgens het kabinet is een toeslag via de reguliere toeslagensystematiek, zoals ook de wens van de VNG, niet mogelijk per 2024. Op zijn vroegst is een nieuwe toeslag in te richten voor 2025.
Als verklaring geeft het kabinet dat ‘het inrichten van een nieuwe toeslag gepaard gaat met grote verdringingseffecten bij andere trajecten binnen Toeslagen, zoals de hersteloperatie. Bovendien gaat dit voorstel in tegen het voornemen van het kabinet om het gebruik van toeslagen af te bouwen’. Daarom gaan ze nu niet beginnen met het inrichten van een nieuwe energietoeslag en is weer gekeken naar een door gemeenten uit te keren energietoeslag.
Het kabinet schrijft in de brief in gesprek te blijven met de VNG, die namens gemeenten aangaf de energietoeslag in 2024 niet te willen of kunnen uitvoeren, op basis van een aantal principiële argumenten. De dienstverlening van gemeenten op andere onderdelen van het sociaal domein is zwaar onder druk komen te staan door de uitvoering van de huidige energietoeslag. Ook wil de VNG structurele inkomensondersteuning in plaats van een gemeentelijke energietoeslag. ‘Het kabinet heeft begrip voor de principiële opstelling van de VNG, maar heeft moeite met de uiterste consequentie ervan, mocht er geen aanvaardbaar alternatief voorhanden zijn.’
Het kabinet besluit voor Prinsjesdag of en welke maatregelen ingezet worden. Voor bestaande koopkrachtinstrumenten, zoals het verhogen van heffingskortingen en toeslagen, is dan voldoende tijd om deze in 2024 in te laten gaan. Voor andere maatregelen is een technische voorbereiding nodig, waar nodig zet het kabinet deze in werking. Eerder kondigde het kabinet al 300 miljoen euro extra aan voor verduurzaming van huizen, om de energierekening structureel omlaag te brengen.