Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Langdurige zorg voor GGZ-cliënten: wat zijn de uitdagingen?

Sinds 1 januari 2021 is de Wet langdurige zorg ook geopend voor mensen die vanwege een psychische stoornis blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg nabij. Zo'n 24.000 mensen vroegen een Wlz-GGZ indicatie aan bij het CIZ. De overstap naar de Wlz zou deze groep mensen meer rust bieden, blijkt uit de Memorie van Toelichting van de wetswijziging. De cliënt hoeft dan niet meer jaarlijks herbeoordeeld te worden en de zorg is blijvend en niet langer gericht op herintegratie. Ook voor cliënten met een combinatie aan beperkingen zou onder de Wlz een passender zorgaanbod gerealiseerd kunnen worden. Zorg&Sociaalweb blikt met Sander Olsthoorn, Programmamanager Cliëntondersteuning bij MEE NL, en Daphne Eichelsheim, Cliëntondersteuner en Netwerkgids bij MEE Amstel en Zaan, terug op het afgelopen jaar. Welke successen zijn behaald en welke verbeteringen zijn nog nodig? En hoe kan meer maatwerk en een persoonsgerichtere aanpak gerealiseerd worden? 

1 maart 2022

 

Sander Olsthoorn en Daphne Eichelsheim

Enorme toename GGZ-cliënten 

Een eerste struikelblok in de uitvoering van de nieuwe wet was het aantal aanmeldingen voor Wlz-GGZ-indicaties: dit bleek veel hoger dan verwacht. Hoe kon het dat deze toename niet werd voorzien? Daphne: “Er werd gedacht dat alleen voor enkele grensgevallen, GGZ-cliënten die jarenlang een kliniek in en uit gingen, een Wlz-indicatie aangevraagd zou worden. Maar de groep is veel groter. De groep cliënten met een GGZ-W-5-indicatie bestaat niet alleen uit mensen die beveiligd moeten wonen vanwege een bepaald gedrag, bijvoorbeeld agressie, maar ook uit mensen die intensieve begeleiding nodig hebben om niet te ontregelen. Het kan dan bijvoorbeeld ook gaan om iemand met autisme, die wellicht intelligent is, maar sociaal-emotioneel gezien nog erg jong is. De vele aanmeldingen uit deze groep zijn vooraf niet voorzien.”   

Onvoldoende capaciteit  

Een volgend probleem dat zich aandiende was het beperkt aantal plekken in locaties die beschermd wonen aanbieden. Daphne: “Vóór de toetreding van GGZ-cliënten tot de Wlz waren al enkele beschermd wonen-locaties die naast verstandelijk beperkten ook enkele GGZ-cliënten bij hen in hadden wonen. Die cliënten hebben nu een Wlz-indicatie gekregen en de instellingen hebben toestemming gekregen om ook zorg aan cliënten met een hogere GGZ-indicatie te geven. Maar dit deden zij de facto al, de locatie is daarmee nog niet uitgebreid voor nieuwe cliënten. Die melden zich wel aan maar komen voor een gesloten deur of op een wachtlijst te staan.”  
Sander: “Daarnaast zijn de eisen die aan de GGZ-W-5 zorg worden gesteld hoog en niet alle plekken kunnen hieraan voldoen. Er zijn voorbeelden waarbij mensen al 12 jaar ergens woonden zonder Wlz-indicatie, maar die nu moeten verhuizen omdat een instelling plots niet meer aan de eisen kan voldoen.”  

Daphne: “Het lijkt de omgekeerde wereld: nadat mensen toegang krijgen tot de Wlz merken we pas wat nodig is voor hen”

De uitdagingen in de GGZ-zorg  

Voor zorgpersoneel is het leveren van goede zorg aan GGZ-cliënten belastend. “Je moet goed kunnen schakelen", vertelt Daphne. “Cliënten zijn soms stabiel en hebben op andere momenten juist veel ondersteuning nodig. Iemand kan bijvoorbeeld verbaal heel sterk zijn, maar emotioneel niet erg begaafd zijn. Bij GGZ-cliënten is er vaak een grotere zorgvraag dan je op het eerste oog zou denken.” Sander: “Doordat het zwaar werk is zie je ook een hoog verloop onder personeel. Soms is er wel een juiste locatie beschikbaar, maar ontbreekt het personeel.”  

Ook moet het beeld rondom GGZ-patiënten nog veranderen, menen ze. Daphne: “vaak bestaat het idee dat mensen nog wel te genezen zijn, terwijl dat in sommige gevallen niet zo is. Binnen de GGZ werken ze vanuit deze visie: behandelen tot genezen of stabiliteit. Dat sluit niet aan bij een grote groep die uitbehandeld is.” Sander: “Er is nog onvoldoende acceptatie dat iemand gewoon op bepaald niveau functioneert en dat dat zo zal blijven. Wat ‘kwaliteit van leven’ is, wordt vaak bepaald door hoogopgeleide mensen zonder beperking. Dan wordt bedacht dat iemand bijvoorbeeld vijf dagen per week dagbesteding moet aankunnen, terwijl iemand wellicht beter functioneert met maar twee dagen of dagdelen in de week."  

Sander: “Er is nog onvoldoende acceptatie dat iemand gewoon op bepaald niveau functioneert en dat dat zo zal blijven”

 

De oplossing: meer samenwerking en maatwerk

Toch zien Sander en Daphne ook mogelijkheden tot verbetering. Daphne: “Er kan meer ruimte worden gemaakt voor ZZP-ers en flexibel werken. Tegenwoordig willen hulpverleners niet meer 30 jaar voor dezelfde groep staan. Als zij meer vrijheid krijgen om te werken wanneer en hoe ze willen, ontstaat er ook meer ruimte om maatwerk te leveren. Er kan dan beter gekeken worden naar de mens, naar wat een persoon nodig heeft.”   
Sander: “Er kan ook meer aansluiting gezocht worden bij de verstandelijk gehandicaptenzorg. Er is een breed aanbod aan zorg voor cliënten die vanwege een verstandelijke handicap in de Wlz zitten. Dit personeel is vaak goed geschoold in begeleiding en maatwerk leveren, terwijl GGZ-personeel wat medischer geschoold is, zoals eerder gezegd wat meer gericht is op behandeling. Idealiter slaan beide partijen de handen ineen.” 

Daphne: “Als zij meer vrijheid krijgen om te werken wanneer en hoe ze willen, ontstaat er ook meer ruimte om maatwerk te leveren”

 
Hoe belangrijk is het om meer maatwerk te leveren in de langdurige zorg? Sander: “Erg belangrijk. Wat een individu echt nodig heeft, is niet te vatten in een standaard-indicatie. De persoon moet leidend zijn en daar moet het zorgaanbod op gericht zijn. Zo'n verandering naar meer maatwerk dwing je niet af met wetgeving. Er moet een cultuuromslag plaatsvinden vanuit de zorg en ondersteuning zelf.”  

Sander: “Er moet een cultuuromslag plaatsvinden vanuit de zorg en ondersteuning zelf”  

Een voorbeeld van hoe de zorg anders kan is het project ‘Netwerkgids’, waarbij mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek begeleiding krijgen van een gespecialiseerde cliëntondersteuner. Wat kan dit toevoegen aan de zorg voor de cliënt? Daphne: “Normaal stap je er als cliëntondersteuner uit wanneer de cliënt is aangemeld voor de zorg. In dit project kan de cliëntondersteuner langer betrokken blijven en mee blijven denken met naasten en de zorgaanbieder. Je kunt dan echt wat extra's toevoegen omdat je de cliënt en zijn naasten goed kent. Dan kun je beter inschatten wat passende zorg kan zijn voor die persoon.” 

Sander: “Als je op een mensgerichte manier naar de zorg kijkt, vraagt dat veel van het huidige systeem. Gelukkig zie je wel plekken waar deze omslag gemaakt is. Soms bij wat kleinere zorginstellingen, soms bij specifieke locaties van grotere zorgaanbieders en ook bij projecten als Netwerkgids, waar de zorgverleners flexibeler te werk kunnen gaan. Op die plekken zie je dat er mooie oplossingen ontstaan voor de cliënt en zijn of haar naasten. En daar is het uiteindelijk om te doen.” 

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.