Eerlijk, sympathiek en doelgericht. Het zijn deze eigenschappen die Cheryl Mostert tot een goede verpleegkundige maken. Maar zijn ze ook toereikend voor haar nieuwe functie als chief nursing officer (CNO) bij zorgorganisatie Florence? Als één van Nederlands eerste CNO’s binnen de VVT is zij druk aan het ‘pionieren’ om haar plek te vinden tussen de directie en de werkvloer. Hoe is zij uitgegroeid van wijkverpleegkundige tot CNO? Wat houdt haar functie in? En wanneer heeft een VVT-organisatie een CNO nodig?
“Mijn grootste voorbeeld? Dat is mijn oma. Ze was altijd heel positief. ‘Doe nou eens rustig, het komt goed.’ Soms hoor ik het haar nog steeds zeggen”, vertelt Cheryl Mostert lachend. Het lijkt duidelijk waar haar open en positieve houding vandaan komt. Cheryl: “Met positief denken kom je veel verder, en dat is zeker nodig in de zorg. Ik vind het veel beter om te denken: hoe kunnen we die problemen kleiner maken, ook al is het maar een klein beetje?”
Vanaf jonge leeftijd kwam Cheryl al in contact met zorgbehoeftigen binnen haar eigen familie, die zij zelf moest oppakken. Daar bleek ze goed in te zijn, wat haar droom voedde om later met mensen te werken en ze te helpen. Het vwo plaatste haar echter voor een lastige dilemma: de geneeskunde op het wo of verpleegkunde op het hbo? Ze koos voor het laatste en begon in 2010 met de studie Verpleegkunde aan de Haagse Hogeschool. Voor haar stage kwam ze terecht bij Florence, waar ze niet meer zou vertrekken.
Waarom is zij al meer dan acht jaar bij Florence gebleven? Cheryl: “Dat komt met name door de organisatie. Die is zeer gevarieerd: van intramurale zorg tot thuiszorg tot revalidatiezorg. Verder was het een gezellig team op een leerwerkplaats, een team met studenten dus. En na mijn afstudeerstage op die leerwerkplaats in Rijswijk ben ik als wijkverpleegkundige gestart met het opzetten van een leerwerkplaats in stadsdeel Laak in Den Haag.” Het werk als wijkverpleegkundige beviel goed. Cheryl vindt het een mooi beroep: “Je bent bij mensen te gast en je weet nooit wat zich achter de voordeur afspeelt.” Die variatie en de zelfstandigheid die wijkverpleegkundigen binnen hun team hebben, trokken haar het meest aan. Haar spreuk luidt: “Je werkt zelfstandig, maar nooit alleen.”
Hier werd ook haar drang geboren om dingen binnen haar wijkteam efficiënter aan te pakken. Om die gewenste veranderingen door te zetten begon ze in 2018 aan de master Verplegingswetenschap aan de Universiteit Utrecht. Vanaf november 2019 als trainee en vanaf juli 2021 als volwaardige manager Thuiszorg mocht ze deze veranderingen waar gaan maken. Cheryl: “Steeds meer bestuurders willen de werkvloer aan tafel. En binnen de verpleging zeggen we: niet over ons, zonder ons. De CNO-functie is een manier om een brug te slaan tussen deze verschillende lagen van een organisatie.” Ze solliciteerde in januari 2022 voor de openstaande functie van CNO bij Florence, kreeg de baan en mocht op zoek naar de beste manier om de rol van CNO in te gaan vullen.
Het takenpakket van de CNO is niet bij elke organisatie hetzelfde, wat het volgens Cheryl een kwestie van ´pionieren´ maakt. Belangrijk is dat de CNO functioneert als een belangrijke adviseur en serieuze gesprekspartner voor het bestuur van een zorgorganisatie. Overgewaaid uit Engeland en de VS, is de functie al beter bekend in de ziekenhuizen, maar bij de VVT is Cheryl een van de eerste in Nederland. Cheryl: “Het maakt volgens mij niet veel uit wat voor soort organisatie het is, of het nu een ziekenhuis of een thuiszorgorganisatie is. Wat wel uitmaakt is hoe de organisatie is gestructureerd. De verbinding tussen verschillende organisatielagen kan de CNO versterken om ervoor te zorgen dat mensen met elkaar in gesprek blijven gaan.”
Cheryl krijgt veel ruimte om naar eigen inzicht haar functie vorm te geven en met zoveel mogelijk mensen in gesprek te gaan, binnen en buiten de organisatie. Cheryl: “Kenmerkend voor de rol als CNO is dat je op een laagdrempelige manier met iedereen het gesprek aangaat uit oprechte interesse. Dan weet het bestuur wat er speelt op de werkvloer, maar net zo goed dat de verschillende zorgprofessionals snappen wat er gebeurt in de hele organisatie. Uiteindelijk staat centraal dat iedereen hetzelfde wil: goede zorg verlenen.” Ze omschrijft de baan, die ze vervult naast haar verantwoordelijkheden als manager, als “een verlengde van de PAR (Professionele Adviesraad) en een vraagbaak voor zowel de bestuurders als de werkvloer.” Ze geeft toe: “Eigenlijk ben ik een vertaler.”
Cheryl stelt dat een CNO niet een vereiste is voor élke zorgorganisatie. “Je hebt niet per se een CNO nodig, maar je moet wel met de werkvloer praten. De functie is een mooie vorm om de verschillende partijen bij elkaar te brengen, maar de CNO kan het niet alleen. Een PAR of een VAR (Verpleegkundige Adviesraad) is ook heel hard nodig om mee te denken.” Deze solidariteit is belangrijk en begint steeds meer te spelen onder verpleegkundigen. Cheryl: “Ik vermoed dat de opkomst van de CNO samenhangt met überhaupt meer zeggenschap voor zorgprofessionals. En we worden steeds meer gehoord, omdat we daar ook zelf meer leiderschap in pakken.”
Het gaat pittig worden de komende tien jaar qua zorgvraag en -aanbod. Het personeelstekort speelde ook al voor de coronacrisis, om maar te zwijgen over het verzuim onder zorgpersoneel. Maar nu is het des te duidelijker geworden hoe groot die problemen zijn. Dat beseft Cheryl heel goed, maar dat krijgt haar optimisme er niet onder. Ze ziet heil in de mogelijkheden van eHealth en meer aandacht naar primaire preventie in de wijk. Ze houdt haar ogen op het doel: goede zorg verlenen. Maar dat kan ze niet alleen.
Cheryl: “Ik nodig iedereen uit om in gesprek met me te gaan en contact te zoeken. Want alleen zo kunnen we elkaar als CNO’s verder helpen.”
Wilt u graag verder praten met Cheryl Mostert over de invulling van haar functie? Neem contact op via cheryl.mostert@florence.nl .