De samenwerkingsverbanden passend onderwijs vinden het belangrijk om het geld voor de ondersteuning van leerlingen doelmatig te besteden. Wel is er verbetering nodig in de manier waarop ze daar zicht op houden, er op sturen en zich er over verantwoorden. Dit blijkt uit het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs. In het onderzoek heeft de inspectie een theoretische kader ontwikkeld als aanzet om zicht, sturing en verantwoording te verkrijgen op de doelmatige besteding van middelen passend onderwijs De inspectie nodigt samenwerkingsverbanden uit dit door te ontwikkelen en in het dagelijks werk in te zetten.
De inspectie heeft voor dit onderzoek een theoretisch kader opgesteld. Het kader bestaat uit elementen om zicht, sturing en verantwoording te verkrijgen op de doelmatige besteding van middelen passend onderwijs. Deze elementen zijn tot stand gekomen door gesprekken te voeren met 15 deskundigen. Deze zijn samen met het veld geselecteerd. Hoofdthema’s van dat kader zijn:
focus op ondersteuningsbehoeften van de leerlingen
cyclisch kwaliteitsmanagement
betrekken, stimuleren en activeren van betrokkenen
een cultuur van vertrouwen en transparantie
Op basis van dit kader heeft de inspectie een vragenlijst voorgelegd aan alle 151 samenwerkingsverbanden. Daarna heeft ze bij 40 van hen een verdiepend onderzoek uitgevoerd. Zo heeft ze onderzocht wat er in de praktijk van te zien is.
De inspectie doet aanbevelingen hoe samenwerkingsverbanden het zicht op en de sturing en verantwoording van doelmatige besteding van de middelen passend onderwijs kunnen verbeteren.
samenwerkingsverbanden kunnen beter in beeld brengen wat de ondersteuningsbehoeften van leerlingen zijn, en deze gedurende het hele proces goed voor ogen houden
ze kunnen hun stelsel van kwaliteitszorg verrijken met de focus op doelmatige besteding van middelen
samenwerkingsverbanden, besturen en andere betrokkenen kunnen ook de dialoog aangaan over doelmatige besteding van middelen
interne toezichthouders kunnen een verwachtingskader opstellen dat ook de doelmatige besteding van middelen omvat
de wetgever kan een duidelijke definitie van doelmatige besteding van middelen passend onderwijs vastleggen.
Reguliere scholen en scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs werken samen in regionale samenwerkingsverbanden voor het primair onderwijs. Deze hebben de opdracht om te zorgen voor een dekkend onderwijsaanbod voor alle leerlingen. Leerlingen die dat nodig hebben, moeten daarvoor extra onderwijsondersteuning kunnen krijgen.
De 151 samenwerkingsverbanden ontvangen jaarlijks zo’n 1,9 miljard euro. Deels is dit bedoeld voor het gespecialiseerd onderwijs (speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs). De rest wordt ingezet in de regio om leerlingen extra ondersteuning te kunnen bieden.