In 2024 kwamen 316 duizend immigranten naar Nederland. Dat waren er 19 duizend minder dan het jaar ervoor. Zowel de immigratie uit EU-landen als uit overige landen was lager dan in 2023, het aantal immigranten met de Nederlandse nationaliteit bleef gelijk. Vooral het aantal kennismigranten dat van buiten de EU naar Nederland kwam daalde. Dat meldt het CBS op basis van recente cijfers.
Bijna de helft van de immigranten kwam van buiten de Europese Unie (EU). Ongeveer 4 op de 10 immigranten kwamen uit een EU- of EFTA-land en 1 op de 10 had de Nederlandse nationaliteit. Dat zijn mensen die, vaak na een eerdere emigratie, weer in Nederland komen wonen.
De immigratie schommelt per jaar, maar is tussen 2008 en 2022 toegenomen. Die toename komt aan de ene kant doordat de immigratie uit de EU tot 2019 jaarlijks steeg, en aan de andere kant door perioden met hogere immigratie uit landen daarbuiten. Vooral de oorlog in Oekraïne zorgde voor een piek in de immigratie in 2022.
Vooral het aantal kennismigranten is na 2022 gedaald. In 2024 kwamen er 16 duizend van deze relatief hoogbetaalde, specialistische arbeidsmigranten van buiten de EU naar Nederland. Dat waren er 26 procent minder dan een jaar eerder en 39 procent minder dan twee jaar eerder. In de jaren ervoor steeg het aantal kennismigranten dat naar Nederland immigreerde, behalve tijdens de coronapandemie. Er kwamen in 2024 vooral minder Indiase kennismigranten, maar ook het aantal met de Russische, Turkse, Zuid-Afrikaanse of Chinese nationaliteit daalde.
Kennismigranten van buiten de EU zijn onderdeel van de arbeidsmigratie. Over de afgelopen 25 jaar kwam gemiddeld bijna 1 op de 5 immigranten als arbeidsmigrant naar Nederland. In 2023 waren dit er bijna 70 duizend, van wie bijna 65 procent uit een EU-land kwam.
Ook het aantal EU-arbeidsmigranten is in 2023 gedaald, maar minder dan het aantal niet-EU-kennismigranten. De overige arbeidsmigratie van buiten de EU is licht toegenomen.
In 2023 immigreerden er 73 duizend gezinsmigranten, dat is bijna een kwart van alle immigranten in dat jaar. Vier op de tien gezinsmigranten komen mee met een arbeidsmigrant, of komen later bij diegene wonen. Doordat er minder kennismigranten naar Nederland kwamen, zijn er in 2023 en 2024 ook minder gezinsleden met hen meegekomen.
Ook met studie- en asielmigranten komen gezinsleden mee. In 2024 bestond die laatste groep (van buiten de EU) uit 4,7 duizend mensen. Dit aantal fluctueert, net als het aantal asielmigranten.
In 2024 was ongeveer 12 procent van alle immigranten een asielmigrant. Dat zijn mensen die in Nederland zijn toegelaten en als immigrant in de gemeentelijke bevolkingsregisters staan ingeschreven. Het aantal asielmigranten schommelt mee met het aantal ingediende asielverzoeken, dat op zijn beurt vooral wordt beïnvloed door onrust en oorlogen in de wereld. Over de afgelopen 25 jaar was jaarlijks gemiddeld 9 procent van de immigranten een asielmigrant.
In 2024 waren er 36 duizend asielmigranten, ruim 3 duizend meer dan een jaar eerder. Na een piek in 2016, door oorlogen in Syrië, Afghanistan en Somalië, daalde hierna het aantal asielmigranten.
Naast de eerder genoemde drie motieven (arbeid, gezin en asiel) is studie een belangrijke reden voor immigranten om naar Nederland te komen. In 2023 ging het in totaal om 41 duizend mensen, 12 procent van de totale immigratie in dat jaar.
Daarnaast kwamen er in 2024 bijna 30 duizend vluchtelingen uit Oekraïne die vallen onder de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Dat zijn er 8 duizend minder dan in 2023.