Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

'Never waste a good crisis': tijd voor verandering?

Nu de terrassen weer volstromen en vakantielanden hun grenzen openen, kunnen we voorzichtig weer gaan denken aan ‘normaal’. Als het ergste van de crisis voorbij lijkt, zal voor de meeste gemeenten de hoop op het terugdringen van tekorten in het sociaal domein zijn vervlogen. De vraag neemt naar verwachting toe en de schatkist is leeg.

2 June 2020

Maar toch, als de manier van werken radicaal wordt aangepast lukt het misschien alsnog om in de zwarte cijfers te belanden. Veranderen vindt niemand leuk, maar als de nood hoog is, is daar doorgaans draagvlak voor. Bij de aanvang van de decentralisaties was al voorzien dat je met minder geld niet hetzelfde kunt blijven doen. Alle hoop was daarom gevestigd op de transformatie: een ‘radicaal andere organisatie van de zorg’. Misschien is het moment voor die verandering aangebroken.

Anders denken over zorgvragers

Met overheidsbijdragen gaan we tweeslachtig om. Politici maken er goede sier mee (zoveel miljoen subsidie voor innovatie, miljarden steun voor KLM, noem maar op). We gebruiken ze om innovaties en gewenst gedrag te bevorderen (elektrische auto’s), faillissementen te voorkomen en om de zwakkere medemens te beschermen. In veel gevallen gaat dat redelijk simpel: je beschrijft het probleem, je geeft aan hoe je het denkt op te lossen en met wie en wat dat kost. Vervolgens legt de overheid daar zijn -vooraf gepubliceerde- beoordelingscriteria tegenaan en als er nog geld in de pot zit, volgt er subsidie. De besteding daarvan wordt steekproefsgewijs gecontroleerd en in zijn algemeenheid bekreunen we ons er niet te veel om of het geld op de plekken terecht komt waar het echt nodig is. De miljoenen voor Teslarijders zijn een mooi voorbeeld, subsidies voor zonnepanelen een ander.

Maar o wee als het over zorg gaat. Je zou haast denken dat zorgvragers per definitie niet in staat zijn om dingen zelf te regelen en er standaard op uit zijn om zoveel mogelijk uit de staatsruif te halen. Die kun je niet vragen om zelf een beschrijving en een plan te maken. Nee, die weten zelf niet wat ze nodig hebben. Een wijzer persoon (“wij weten wat goed voor u is”) moet in een gesprek met zo’n beklagenswaardige de vraag achter de vraag achterhalen en op basis daarvan een plan maken en zorg regelen. En zorgverleners, die eerst door de overheid moeten zijn goedgekeurd, dienen uitgebreid richting subsidieverlener verantwoorden wat ze voor hun geld hebben gedaan.

De huidige werkwijze loopt spaak

Het kost een paar duiten, maar dan heb je ook wat, zou je kunnen denken. Maar dat laatste valt tegen. Het aanbesteden van zorg blijkt een tijdrovende en kostbare kwestie. Dat geldt ook voor de keukentafelgesprekken. Het grootste deel van het werk verloopt via papier. Een eenvoudige aanvraag wordt op dezelfde wijze afgehandeld als een ingewikkelde. Criteria voor de beoordeling van aanvragen zijn onduidelijk (het credo “doen wat nodig is” biedt weinig houvast). De verscheidenheid per gemeente aan verantwoordingsregels zorgt voor veel werk aan aanbiederszijde. De ondoorzichtigheid van het zorgaanbod bemoeilijkt het vinden van passende oplossingen. Als gevolg van trage facturering door zorgverleners hebben gemeenten weinig zicht op hun uitgaven. Bij gebrek aan effectieve controle vullen zorgcowboys hun zakken.

Deze factoren zijn er mede debet aan dat in bijna alle gemeenten begrotingen worden overschreden. Als reactie daarop wordt nu gepraat over het volledig uitbesteden van de afhandeling van zorgaanvragen aan een of enkele zorgaanbieders. Die moeten maar zien hoe ze met het toegekende budget uitkomen. Een vervreemdende situatie: alsof je het leger of de politie uitbesteedt. Een ontwikkeling ook die het bestuur verder van de burger verwijdert. Terwijl het omgekeerde de bedoeling was.

Anders werken…

Kan het ook radicaal anders? Grote kans van wel. Als we om te beginnen er eens van uit gaan dat iemand die zorg vraagt niet per definitie zielig is. Of wel zielig is, maar meestal een omgeving heeft die dat niet is. En als we die zorgvrager en zijn omgeving nu eens in staat stellen zelf het probleem te omschrijven en een plan te maken. Dat kan nu (wettelijk) ook al, maar je bent gek als je het doet omdat je niet weet op basis van welke criteria dat plan wordt beoordeeld. We kunnen helpen door duidelijk te maken welke zorg mogelijk is en welke regels daarvoor gelden. Niet met een dikke gebruiksaanwijzing, maar met informatie die wordt aangeboden op het moment dat die in het proces relevant is. Via een digitale vragenlijst die ook meteen eenvoudige fouten corrigeert. Het plan wordt vervolgens op basis van vooraf bekende criteria beoordeeld en dat resulteert in een af- of toewijzing. Of enig uitstel van de beslissing als het om een ingewikkelde kwestie gaat. In geval van een toewijzing gaat de aanvrager aan de slag met zijn plan. In geval van een afwijzing volgt er een gesprek als de aanvrager daar behoefte aan heeft. De aanbesteding door de gemeente beperkt zich tot de algemene voorzieningen, zoals dagopvang en beschermd wonen. De overige zorg koopt de burger zelf in. Op basis van een pgb of een tegemoetkoming in de kosten.

Het aanbod wordt ontsloten op een manier waarmee zelfs nauwelijks geletterden overweg kunnen: een webwinkel. Conform het Bol.com-concept: winkeltjes in de winkel die hun informatie via een vast sjabloon aanleveren. Informatie zoals: wat is het, wat kost het, wie levert het, is het voorradig, waar bestellen en betalen, wat vonden anderen en is subsidie mogelijk? Met veel plaatjes en weinig, maar begrijpelijke, tekst. In het geval dat subsidie mogelijk is verschijnt bij doorklikken een digitaal, deels vooringevuld, aanvraagformulier. De aanbieders op de site zijn gecontracteerd en niet-gecontracteerd, instellingen, bedrijven en vrijwilligers. Met als criterium dat ze actief zijn op de betreffende locatie. De webwinkels zijn doelgroepgericht en bieden alle diensten die bij de doelgroep horen. De doelgroepbehoefte is het uitgangspunt, niet het gemeentelijk aanbod. Betalingen van door burgers ingekochte diensten lopen uitsluitend via de website.

Mag het wel anders en wat levert het op?

Maar mag dit wel allemaal van de wet? En levert dit nou echt zoveel op? Het antwoord is tweemaal ja. Wettelijk zijn er geen belemmeringen. Sterker nog: op een punt als zorgen voor een breed, integraal aanbod dat mensen in staat stelt zo lang mogelijk in hun omgeving te blijven staat deze aanpak dichter bij de wet dan de huidige praktijk. En banken en verzekeringen lieten zien dat je op deze manier meer dan 50% besparen kunt op je overhead.

Wat levert dit concreet op? Onder andere:

  • Geen verzenden, overtikken en registreren van formulieren.

  • De burger maakt zelf het verslag en een plan, contracteert zelf en doet het grootste deel van de kwaliteitszorg en de administratie.

  • Heldere besluitvorming, minder fouten, minder of geen ingrijpen van de rechter naar aanleiding van beslissingen.

  • Aanbestedingen vervallen grotendeels. Bespaart bij gemeente en aanbieders. Dat geldt ook voor een deel van de verantwoording van zorgverleners. Die verantwoorden zich bij hun klant. De gemeente beperkt zich tot steekproefsgewijze controles en gerichte acties waar fraude wordt vermoed.

  • Buurtteams richten zich op de ingewikkelde gevallen en op de mensen die het echt niet zelf kunnen regelen. Dat levert efficiency op; zeker in combinatie met beter zicht op het zorgaanbod.

  • Geen moeilijk onderhoudbare websites met informatie over het zorgaanbod.

De gemeente heeft een actueel beeld van de ontwikkeling van de zorgvraag en de uitgaven. Bestuurders hebben vat op de gang van zaken en kunnen tijdig bijsturen.

Dit artikel is ook terug te vinden in onze dossier Coronavirus en Transformatie.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.