Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Niet alles is oplosbaar — verdragen hoort óók bij jeugdhulp

In onze samenleving leeft het idee dat geluk maakbaar is en dat elk probleem een snelle oplossing kent - ook in de jeugdhulp. Maar sommige problemen zijn misschien niet volledig op te lossen, of pas na lange tijd en met veel inspanning. Kwaliteitsadviseur Desirée Jung pleit voor omslag: minder focus op snelle reparatie, meer aandacht voor het leren van verdagen en tegenslag, zodat jeugdigen en ouders veerkrachtiger worden.

Factum Advies 23 June 2025

Toen ik als werkbegeleider met dak-en thuislozen werkte, viel mij het volgende op; veel van deze mensen hadden een stabiel leven geleid waar ze tevreden over waren. Een huis, een partner die financiële zaken regelde of ouders die problemen van hun kind voorkwamen of oplosten. Op het moment dat deze ondersteuning wegviel, vanwege een scheiding of omdat ze op eigen benen moesten staan, bleken deze mensen niet te beschikken over vaardigheden om problemen te voorkomen of op te lossen. Dit zorgde voor een onprettig gevoel, wat vaak verdoofd werd met drugs of drank, met alle gevolgen van dien. Dit past niet bij de huidige visie dat geluk maakbaar is.

De mythe van maakbaar geluk

In onze maatschappij is geluk een belangrijke norm en op sociale media lijkt dit volledig maakbaar. Als je hulp nodig hebt, voel je je al snel een ‘loser’ tenzij je gelooft dat hulp je geluk snel weer kan herstellen. Ongeluk, pijn, rouw en tegenslag, zijn facetten in het leven waar het liefst aan voorbij gaan of die we snel willen repareren.

Jeugdhulp als snelle reparatie

Als jeugdconsulent probeer je zo goed mogelijk ouders en jeugdigen toe te leiden naar passende hulp met als doel vooruitgang of opheffen van het probleem. Soms volstaat een korte interventie. Soms zie ik gezinnen met een jeugdhulp-CV die langer is dan een arbeids-CV waarvan ze vaak niet eens meer weten wie er geweest is en of er iets van geholpen heeft. Als je die maatschappelijke kosten bij elkaar optelt, kun je daar feitelijk een heel huis voor kopen. Het probleem lijkt niet oplosbaar of jeugdige en ouders hebben niet genoeg geduld om op het beoogde resultaat te wachten. Het duurt hen te lang en ze willen iets nieuws. De snelle reparatie. Jeugdige en ouders denken steeds slechter over zichzelf omdat niets helpt. Het geluk wordt niet ‘gerepareerd’, het probleem niet opgelost en ze hebben geen zin meer. De jeugdconsulent ervaart weerstand bij zichzelf doordat het gezin niets meer wil.

Haperende systemen en moeizame veranderingen

Op beleidsniveau speelt hier een parallelproces. Er komen steeds nieuwe ideeën om jeugdhulp doelmatiger en goedkoper te maken om het jeugdhulpsysteem overeind te kunnen houden. Maar vaak zijn deze ideeën oud, gestoken in een nieuw jasje en minder vernieuwend dan we denken. Professionals ervaren hetzelfde als de gezinnen; we blijven maar nieuwe pogingen doen om het jeugdhulpsysteem te redden, maar op een of andere manier lukt dat niet. Dit zorgt voor machteloosheid en frustratie bij elke nieuwe verandering. Met als gevolg: weerstand en demotivatie bij de jeugdconsulenten.

Snelle reparatie versus duurzame oplossingen

Onze consumptiemaatschappij houdt van snel en makkelijk. Is iets kapot, dan laat je het maken of koop je het nieuw. We houden van geld verdienen met een zo minimaal mogelijke inspanning. Op sociale media zie je hoe dat moet. Deze mentaliteit sijpelt door in de jeugdhulp; jeugdige en ouders verwachten snel resultaat met een minimale inspanning. De snelle reparatie. Maar dat ingesleten patronen niet even met een snelle reparatie te verhelpen zijn, zorgt voor ongeduld of demotivatie. Als jeugdconsulent probeer je ook in te zetten op het zo snel mogelijk wegnemen van de oorzaak met als doel dat het probleem wordt opgelost. En dan liefst ook nog eens voor zo min mogelijk geld omdat de financiële prikkel (het overheidstekort) hier ook in meespeelt.

Moet het beter, sneller en goedkoper?

Volgens mij kan dit niet omdat we moeten leren verdragen dat niet alles oplosbaar is. Ik ben van mening dat een korte interventie passend kan zijn; een cursus, een paar gesprekken met bijvoorbeeld een schoolmaatschappelijk werker of praktijkondersteuner jeugd van de huisarts, een geruststelling dat bepaald gedrag bij de leeftijd past. Maar niet alles is oplosbaar of met een korte interventie te verhelpen. Als jeugdhulp niet werkt, de zoektocht naar een oplossing langer duurt of het probleem nooit helemaal oplosbaar blijkt te zijn, wat doe je dan? Steeds nieuwe hulp inzetten of leren omgaan met wat er is? En wat als een jeugdconsulent de druk ervaart dat hij persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden op zijn handelen; zet die dan voor de zekerheid niet toch maar weer jeugdhulp in?

Een pleidooi voor weerbaarheid en veerkracht

Laten we stoppen met het zoeken naar de snelle oplossing. Laten we in plaats daarvan jongeren, ouders en professionals leren verdragen en vertragen. Leer jongeren en hun ouders dat het leven hobbels kent en niet altijd maakbaar is. Leer hen omgaan met moeilijke gevoelens en tegenslag. Probeer een jeugdige en zijn ouders met één of twee passende trajecten de volwassenheid in te sturen waarin hij heeft geleerd dat niet alles maakbaar is, wat je wel suggereert als je de ene na de andere vorm van jeugdhulp inzet. Laten we meer focussen op weerbaarheid en veerkracht dan op de ‘probleemoplossing’. Zo bouwen we aan echte veerkracht en een gezonde basis voor volwassenheid.

Desirée Jung

Senior Kwaliteitsadviseur Jeugd Factum

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.