Gelijke rechten, kansen en zeggenschap zijn een groot goed in de rechtstaat Nederland. Dat niet iedereen in dit rijke Nederland daar evenveel baat bij heeft, is onbegrijpelijk. En toch is dit zo. Door mee te lopen met een wijkagent, of een gebiedscoördinator in ‘minder bedeelde’ buurten, gaan onze ogen open. Praat met mensen op straat en ze vertellen wie zich afzondert en weinig contact heeft met buren. Vervolgens steken zij van wal door hun verhaal te vertellen over teleurstellingen in het maatschappelijk bestel, in instanties, en het niet gehoord of begrepen worden. Nederland kent daarmee een tweedeling: uitgesloten of ingesloten. Wat is daar aan te doen?
Auteurs: Harro Labrujere en Carl H.D. Steinmetz
Wie is de samenleving? Bepalen alleen de ingesloten burgers de inrichting van de samenleving? Als dat zo is, doen de uitgesloten burgers niet meer mee met als gevolg achterstelling wat betreft gelijke rechten, kansen en zeggenschap. Dringend moeten stappen gezet worden op weg naar een samenleving voor iedereen. Dat lukt alleen als er ruimte komt voor het geluid, de voorstellen, de ideeën, de werkwijzen, en oplossingen van uit- en ingesloten burgers. Kortom, als de gevestigde orde stopt met denken en handelen vanuit het systeem om zo hun normen, werkwijzen en oplossingen aan een ieder op te leggen. De niet-werkende democratie(1) zal moeten uitstijgen boven het huidige vertegenwoordigingscircus. Meedoen en denken van uitgesloten en ingesloten burgers kan tot verrassende inzichten leiden. De vinger wordt dan op de zere plek gelegd als het gaat om de logica en onwaarachtigheid van de huidige samenleving, zoals armoede, vereenzaming, uitsluiting en de complexiteit van de samenleving. Juist op die thema’s faalt ‘onze’ samenleving en zijn de inzichten van de mensen die nu op afstand staan onontbeerlijk.
Armoede. Bijna 8% Nederlanders leeft in armoede, dat percentage is in grote steden hoger (Amsterdam: 14,4%(2)). Armoede leidt tot breed onbegrip en afkeer van deze samenleving waarin alleen beter gesitueerden gefaciliteerd worden om goed voor zichzelf te zorgen. Slechts 2,2 miljard euro is nodig om alle armen in Nederland boven de “niet veel maar toereikend” grens te brengen. In 2018 werd het bedrijfsleven 1,9 miljard euro aangeboden als lastenverlichting. Anders gezegd: het geld om armoede op te lossen is er, het is een politieke keuze om armoede te laten voortbestaan. Op straat is dat besef al wijdverspreid.
Vereenzaming. In Nederland is 8% van de inwoners eenzaam, in arme stedelijke buurten kan dit oplopen tot 25%. In deze buurten vragen mensen elkaar: “waar kun je elkaar ontmoeten”. Want dat lukt niet meer bij kerk en moskee en verenigingen. Buurthuizen zijn verder selectief, bereiken slechts een enkele doelgroep. Concepten als buurthuiskamers en het vrijer gebruik van bestaande voorzieningen kunnen daaraan bijdragen.
Uitsluiting. Elkaar uitsluiten lijkt wel mode, vanwege een andere cultuur(3), onbegrepen gedrag, een ander uiterlijk, psychische problematiek of armoede. Van ambtenaren en publiek gefinancierde banen, mag insluiten worden verwacht. Helaas worden bij gemeentebalies regelmatig vrouwen met hoofddoek genegeerd, is etnisch profileren schering en inslag en zijn er te vaak hulpverleners met weinig respect voor de eigen klanten. Is het redelijk om van uitgesloten burgers te verwachten dat zij waardering opbrengen voor deze samenleving? Overheden zouden intolerant moeten zijn jegens functionarissen die gelijkwaardigheid(4) niet hoog in het vaandel hebben.
Complexiteit van de samenleving. Meedoen in deze samenleving vraagt denk en doenvermogen(5), de WRR heeft het daarbij over een Doe-IQ (doenvermogen, WRR, 2017). In plaats van steeds meer te verwachten van inwoners (en daarmee een steeds grotere groep uit te sluiten), zou de opgave moeten zijn om deze complexiteit te verminderen. Digitalisering is goede dienstverlening voor een bepaalde groep, parallel en rechtvaardig zou de inzet ook gericht moeten zijn op meer persoonlijk contact voor groepen die juist daaraan behoefte hebben, of het nu gaat om contact met de overheid of met zorg en welzijn.
Als we de uitgangspunten (gelijke rechten, kansen, en zeggenschap) van ‘onze samenleving’ serieus willen nemen, dan vraagt dat kortom:
Onze samenleving herdefiniëren juist ook met een betrokkenheid van mensen die nu afstand nemen
Een overheid en overige publiek gefinancierde functionarissen die iedereen benaderen vanuit gelijkwaardigheid
Belangrijke thema’s (armoede, vereenzaming, uitsluiting, complexiteit van de samenleving) die bijdragen aan de tweedeling meer fundamenteel aanpakken en ruimte bieden aan de logica en oplossingen van hen die het het meest aangaat.
(1)Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") beoogt de wil van het volk te zien als de bron van machtsuitoefening, waar ‘een mens een stem is’. Als grote groepen daarin niet meedoen functioneert de democratie niet. Als iedereen vrij en gelijk in rechten en plichten geboren is (zoals in het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat) dan heeft ook niemand méér recht dan een ander om bepaalde wetten vast te stellen of beslissingen te nemen en is het onze plicht dat iedereen ook effectief mee kan doen.
(2) https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2016/waar_wonen_de_armen_in_nederland/
(3) Steinmetz, Carl H.D. (2018). Voorkom discriminatie, uitsluiting en polarisatie. Bevorder inclusie. DOI: 10.1007/s41196-018-0101-z. https://www.researchgate.net/publication/326420824_Voorkom_discriminatie_uitsluiting_en_polarisatie_Bevorder_inclusie
(4) Labrujere, Harro. (2018). Bouwen op Sociale Veerkracht. Kringwijs, Amsterdam.
(5) Steinmetz, Carl H.D. (2017). De verwarring rond het begrip verwarde mensen. Zichtbare en onzichtbare acute zorgnood. Sociaalbestek. DOI: 10.1007/s41196-017-00061-8. https://www.researchgate.net/publication/317544497