Uit cijfers van kenniscentrum Kompas in de Zorg blijkt dat wachttijden voor een aantal van de meest voorkomende operaties in Nederland blijven oplopen. Een nieuwe knie? Dertien weken wachten. Een nieuwe heup? Elf weken. Deze wachttijden overschrijden de streefnormen voor maatschappelijk aanvaardbare wachttijden, de zogenoemde Treeknormen, die zeven weken bedragen. Dit roept de vraag op: wat zijn de gevolgen van deze oplopende wachttijden voor patiënten, zorgverzekeraars en het zorgsysteem als geheel? Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, verscheen in de Telegraaf over het onderwerp. In dit artikel vertelt hij meer over de oplopende wachttijden in de zorg.
De wachttijden in de zorg zijn niet willekeurig vastgesteld. “Treeknormen zijn streefnormen voor maatschappelijk aanvaardbare wachttijden voor niet spoedeisende zorg”, legt Buijsen uit. “Ze zijn gebaseerd op afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en genoemd naar het landgoed Den Treek waarop ze voor het eerst zijn afgesproken.” Buijsen vertelt dat wachttijden voor niet spoedeisende hulp onvermijdelijk zijn, maar dat Treeknormen zijn vastgesteld om een balans te vinden tussen de belangen van zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Voor zorgaanbieders is vooral belangrijk dat de zorg doeltreffend blijft. Te lange wachttijden kunnen namelijk leiden tot extra gezondheidsschade en minder effectieve behandelingen. Zorgverzekeraars hechten juist waarde aan doelmatigheid, omdat langdurige wachttijden de zorg uiteindelijk duurder maken. “De Treeknormen verschillen overigens niet per operatie, maar zijn wel anders voor de GGZ, de huisarts, medisch specialistische zorg met polikliniek en ga zo maar door”, zegt Buijsen.
Volgens Buijsen zijn er meerdere oorzaken voor het oplopen van de wachttijden: “De groei van de wachtlijsten wordt veroorzaakt door de toenemende vraag, onder andere aangejaagd door de vergrijzing maar ook ingegeven door toenemende medische mogelijkheden, en het relatief achterblijven aanbod.” Dat het aanbod achterblijft komt vooral doordat de zorgbudgetten niet in het hetzelfde tempo meegroeien en er een tekort is aan personeel. Dit tekort leidt ertoe dat ziekenhuizen minder operaties kunnen uitvoeren, waardoor patiënten langer moeten wachten op noodzakelijke behandelingen. “Het zorgstelsel is zo ingericht dat zorgverzekeraars contracten afsluiten met ziekenhuizen en specialisten. Maar als er te weinig capaciteit is, kunnen wachttijden oplopen.” In de Telegraaf wijst Buijsen daarbij ook op de rol van de politiek: “De politiek heeft ervoor gekozen om de zorguitgaven zoveel mogelijk te beperken. Dat heeft direct invloed op de toegankelijkheid van de zorg.”
Uit De Telegraaf blijkt dat patiënten steeds vaker zelf naar oplossingen zoeken als ze te lang op een behandeling moeten wachten. Wie het kan betalen, kiest bijvoorbeeld voor een privékliniek of gaat naar het buitenland. We vroegen Buijsen of hij vreest dat Nederland afglijdt naar een zorgsysteem waarin alleen mensen met voldoende financiële middelen geholpen worden. Maar volgens Buijsen is het risico op een tweedeling in de zorg beperkt: “Heel veel vormen van zorg financieren wij collectief, omdat de kosten voor individuele patiënten echt niet op te brengen zijn. Daarnaast willen privéklinieken doorgaans ook echt graag contracten met zorgverzekeraars. De markt voor noodzakelijke zorg die volledig uit eigen zak wordt betaald, is praktisch niet bestaand."
Het probleem van oplopende wachttijden in de zorg is een probleem dat de hele samenleving raakt. Buijsen verklaart: “Vroeg of laat krijgt iedereen ermee te maken, domweg omdat iedereen vroeg of laat met gezondheidsproblemen kampt en zorg nodig heeft.” Hoewel de situatie nijpend is, zijn er wel mogelijkheden voor mensen die zorg nodig hebben. “Neem onmiddellijk contact op met je zorgverzekeraar als je zorg nodig hebt”, adviseert Buijsen. “Grosso modo nemen de wachttijden toe, maar zorgverzekeraars slagen er nog steeds wel in om individuele patiënten tijdig naar een zorgaanbieder te bemiddelen. Veel verzekerden weten niet dat de zorgplicht bij hun verzekeraar rust en dat deze kan én wil bemiddelen.” Zorgverzekeraars hebben de wettelijke taak om ervoor te zorgen dat patiënten tijdig de zorg krijgen die ze nodig hebben.
De problemen in de zorg lijken voorlopig niet opgelost te worden. “De krapte zal alleen maar toenemen, omdat de zorgvraag alleen maar blijft stijgen en personeel en middelen achterblijven.” Volgens Buijsen liggen de oplossingen enerzijds in het verhogen van de productiviteit door innovaties en anderzijds in het maken van keuzes over wat nog collectief gefinancierd moet worden. “Maar het maken van dergelijke keuzes vinden we in Nederland helaas erg moeilijk.”
Een ding is wel duidelijk: de huidige situatie onderstreept de noodzaak voor een bredere maatschappelijke discussie over de toekomst van de zorg in Nederland.