In de regio Eindhoven wil men graag het vervoer en de beoordeling van verwarde personen verbeteren. De politie Oost-Brabant en GGzE starten een pilot, waarbij drie maanden lang op zaterdagavond een rapid responder met psycholance ingezet wordt.
Bij de politie komen veelvuldig noodmeldingen binnen waarbij verstoring van de openbare orde, of andere vormen van overlast, veroorzaakt worden door personen die mogelijk verward zijn. Het doel van de pilot is te komen tot een snelle beoordeling en interventie op locatie en waar nodig het vervoer van verwarde/kwetsbare mensen menswaardiger te maken en ze snel naar een geschikte locatie te brengen.
Rapid responder
Een rapid responder bestaat uit een onopvallende politieauto waarin naast een agent ook een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige aanwezig is. Zij volgen het noodhulpteam van de politie. Als de situatie veilig is, kan het rapid responder team eventueel ter plaatse de beoordeling doen.
Psycholance
De GGzE beschikt over een psycholance; een speciale ‘ambulance’ waarin verwarde personen veilig vervoerd kunnen worden zonder direct dwang- en drangmiddelen in te hoeven zetten. Naast een chauffeur (beveiliger GGzE) is er een sociaal psychiatrisch verpleegkundige van de crisisdienst van GGzE en politie aanwezig. De psycholance volgt de rapid responder op gepaste afstand en blijft standby om zo nodig de cliënt naar een geschikte locatie te brengen.
Pilot
Gedurende drie maanden wordt op zaterdagavonden in de regio Eindhoven de rapid responder met psycholance ingezet. Ook worden medewerkers van de meldkamer bij de politie bijgestaan door hulpverleners van GGzE om snel te kunnen inschatten of inzet van de rapid responder en psycholance noodzakelijk is. Door de intensievere samenwerking tussen politie en GGzE kan een bijdrage geleverd worden aan de verbetering van zorg voor verwarde mensen. De bundeling van kennis en vaardigheden van betrokken medewerkers bevordert daarnaast het slagvaardig handelen van de hulpdiensten.
Evaluatie
De pilot past in de visie die in het landelijke ‘Plan van aanpak verwarde personen’ is vastgelegd. Na de proefperiode evalueren de betrokken partijen. Op basis daarvan wordt gekeken of, en zo ja hoe deze manier van vervoer zal worden voortgezet.