Er is momenteel veel aandacht voor schijnzelfstandigheid in de zorg. Per 1 januari 2025 heft de Belastingdienst het handhavingsmoratorium op. Bovendien is er nieuwe wetgeving op komst, die moet helpen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Uit een recente uitspraak van de kantonrechter Middelburg blijkt dat ook onder de huidige regels al belangrijke risico’s bestaan dat een zzp’er in de zorg eigenlijk als werknemer wordt gezien.
Betrokkene werkt sinds mei 2020 als (waarnemend) intensivist op de intensive care van een ziekenhuis. Dat doet hij op basis van een overeenkomst van opdracht, dus als zelfstandige. Eerst voor bepaalde tijd, maar vanaf de zomer van 2021 wordt een overeenkomst voor onbepaalde tijd afgesloten. Betrokkene stelt zich gedurende waarnemingsperiodes voor minimaal 6,75 uur gemiddeld per week beschikbaar.
Tussen betrokkene en het ziekenhuis ontstaat in de loop van 2023 een conflict over de hoeveelheid diensten waarvoor betrokkene wordt ingeroosterd. Vanwege het vertrek van twee intensivisten waren er enkele diensten vrijgekomen. Betrokkene maakt aanspraak op het verrichten van in ieder geval een deel van deze diensten. Het ziekenhuis weigert echter hem hierop structureel in te delen. Het conflict hierover loopt dermate hoog op, dat het ziekenhuis in februari 2024 de opdrachtovereenkomst met onmiddellijke ingang opzegt.
Betrokkene verzoekt de rechtbank om voor recht te verklaren dat hij werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst en de opzegging hiervan te vernietigen. Daarnaast verzoekt hij om het ziekenhuis te veroordelen hem in staat te stellen zes vaste diensten per maand te verrichten tegen een vast bedrag per maand.
Volgens de rechtbank is er eigenlijk sprake van een arbeidsovereenkomst. De rechtbank toetst dit aan de hand van de gezichtspunten uit het Deliveroo arrest. Zij hecht onder meer belang aan de volgende omstandigheden:
Betrokkene verrichtte dezelfde werkzaamheden als de andere intensivisten bij het ziekenhuis die in loondienst zijn.
De overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd.
Betrokkene moest zich houden aan het dienstenrooster van het ziekenhuis en aan de convenanten, beleidsplannen, reglementen en protocollen.
Het ziekenhuis bepaalde de plaats en tijd van het werk en zij gaf de regels om het werk uit te voeren. Dat betrokkene als medisch specialist zelf mocht bepalen hoe hij zijn werk uitvoerde, doet hier niet aan af omdat dit inherent is aan de aard van het werk van medisch specialist.
Het werk als intensivist is aan te merken als primaire taak van het ziekenhuis, te weten het verlenen van zorg aan patiënten.
Betrokkene was ook ingebed in de organisatie en bedrijfsvoering van het ziekenhuis. Hij verrichtte het werk in het ziekenhuis, met de voorzieningen die het ziekenhuis daarvoor beschikbaar stelde, en volgens het bestaande dienstenrooster. Daarnaast was hij ook lid van de vakgroep IC en de medische staf.
Nu er sprake is van een arbeidsovereenkomst, is de opzegging hiervan niet rechtsgeldig. Voor een opzegging met onmiddellijke ingang moet namelijk een dringende reden zijn, en die was niet aanwezig. De rechtbank vernietigt daarom de opzegging.
De rechtbank verklaart dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt. Op de voet van artikel 7:610b BW (rechtsvermoeden omvang arbeidsduur) stelt de rechtbank de arbeidsduur vast aan de hand van de gemiddeld gewerkte uren over de afgelopen drie maanden. Dit komt overeen met de zes diensten per maand die betrokkene had verzocht. Betrokkene maakt over deze diensten aanspraak op loon overeenkomstig de tussen partijen afgesproken vergoeding per dienst.
Op dit moment wordt aan de hand van de Deliveroo criteria getoetst of iemand als zzp’er of als werknemer moet worden aangemerkt. Op basis hiervan is er nu al een belangrijk risico dat een zorgverlener die weliswaar op zzp-basis maar zij-aan-zij met reguliere werknemers wordt ingezet om de zorg aan patiënten te verlenen, als werknemer moet worden gezien. Ook als dit op basis van waarneming gebeurt. Dit kan grote consequenties hebben, zeker na de opheffing van het handhavingsmoratorium. Het is daarom belangrijk om deze risico’s en mogelijke oplossingen goed in kaart te brengen. Wij adviseren u hier graag over.