Het Nibud publiceerde het rapport 'Verschillen in gemeentelijk minimabeleid'. Het laat zien dat het rijk zo snel mogelijk zijn verantwoordelijkheid moet nemen om landelijk de basis op orde te brengen, zodat mensen voor hun eerste levensbehoeften niet afhankelijk zijn van gemeentelijke minimaregelingen.
Ruim een jaar geleden heeft de Commissie-sociaal minimum aanbevolen dat 'het borgen van bestaanszekerheid nu en op de lange termijn noodzakelijk is. Voor álle inwoners moet het inkomen zeker en toereikend zijn om van rond te komen en mee te doen.' De VNG vindt het belangrijk dat nu eerst door het rijk landelijk de basis op orde wordt gebracht.
De rijksoverheid is, overeenkomstig artikel 20 van de Grondwet, verplicht te zorgen dat iedereen in Nederland voldoende inkomen heeft om van te leven. Uit het rapport van Nibud blijkt dat het rijk deze verantwoordelijkheid niet nakomt. En dat de meeste gemeenten zich daarom gedwongen voelen het inkomen van hun inwoners via de minimaregelingen op te hogen tot een minimaal bestaansniveau.
Nibud schrijft: ‘Het minimabeleid van een gemeente bepaalt hiermee of huishoudens in die gemeente goed kunnen rondkomen of niet. Hun bestaanszekerheid wordt niet door de landelijke overheid gegarandeerd.’ Gemeenten moeten hierdoor ook zelf fors eigen middelen bijleggen, wat zij via het gemeentefonds ontvangen is al lange tijd ontoereikend. Het rapport van het Nibud bevestigt dat het niet de taak is van gemeenten om het inkomen van hun inwoners op te hogen tot het bestaansminimum, maar juist om mensen waar dat nodig is aanvullend op de landelijke basis ondersteuning te bieden.
De VNG sluit zich aan bij de oproep van Nibud: ‘Het rijk moet de basis verzorgen, zodat gemeenten het benodigde en aanvullende maatwerk kunnen leveren.’
'Het rijk is aan zet'
Het voelt voor Marianne van der Sloot (VNG-commissie PSI en wethouder Den Bosch) als de omgekeerde wereld:
Het rijk is verantwoordelijk voor een sociaal minimum. Daar vallen gaten, daar moet het gebeuren. Gemeenten en lokale maatschappelijke organisaties zetten alles op alles om hun inwoners te helpen, en geven daar eigen middelen aan uit. Zonder die inzet is een toereikend inkomen om van rond te komen en mee te doen helemaal onbereikbaar. Het rijk is aan zet!
De VNG is met de betrokken bewindspersonen in gesprek over hoe we de gedeelde ambities op bestaanszekerheid haalbaar en uitvoerbaar maken. Dit bespreken we vanuit de verantwoordelijkheden tussen de rijksoverheid en gemeenten. We willen graag stappen zetten op het borgen van bestaanszekerheid, nu en op de lange termijn.
Van der Sloot:
'Samen met lokale maatschappelijke partners zetten gemeenten zich keihard in om passende hulp en ondersteuning te bieden. Zonder die inzet leven inwoners nog verder onder het bestaansminimum.'
‘Verschillen in gemeentelijk minimabeleid – vergelijking van 20 gemeenten’