Afgelopen jaar verscheen een inspiratiebundel boordevol informatie voor professionals en leidinggevenden werkzaam in de kind- en gezinsbescherming (0 tot 100). De bundel is bedoeld om professionals en leidinggevenden inzicht te geven in en te inspireren over het handelen in het werken met en voor kinderen, gezinnen en huishoudens in mogelijke onveilige situaties. Sabine Vermeire is een van de professionals die voor deze bundel werd geïnterviewd. Lees hieronder haar verhaal.
Sabine Vermeire, werkzaam als systemisch en narratief psychotherapeut in de residentiële jeugdzorg: “Jarenlang was ik werkzaam in de residentiële jeugdzorg, van gezinsbegeleider tot teamcoördinator. Ik heb daar mijn hart enigszins verloren aan deze doelgroep. Maar intussen werk ik reeds 20 jaar als systemisch en narratief psychotherapeut, opleider en supervisor aan de Interactie-academie. Onze hoofdfocus is in al deze terreinen ‘Goede hulpverleningspraktijken ontwikkelen’. Wekelijks spreek ik kinderen, jongeren en gezinnen in zorgwekkende contexten (geweld, trauma, hechtingsproblemen, psychische kwetsbaarheid…) en dit vaak binnen samenwerkingsverbanden met pleegzorg en met ambulante of residentiële jeugdzorgvoorzieningen. We werken ook geregeld systemische (vernieuwings)projecten uit met deze netwerkpartners. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor het postgraduaat ‘samenwerkingsgericht en procesmatig werken met gezinnen’ (opleiding tot systemisch werker) en het narratieve leertraject. Ik verzorg ook specialistische cursussen, lezingen en workshops en heb ik over al deze thema’s en projecten gepubliceerd. Deze wonderbaarlijke combinatie van werkvelden, zorgt telkens opnieuw voor verdieping en het uittekenen van nieuwe sporen voor cliënten, cursisten, professionals of organisaties waar we mee samenwerken.”
“In eerste instantie mijn ouders, de buurt en omgeving waar ik zelf uitkom omdat ik daar al vroeg zag hoe de sociale context en leefwereld mee bepalen wat kan en niet kan voor je ontwikkeling, je gezin en leven. Maar daarna waren het vooral de kinderen, jongeren en ouders binnen de jeugdzorg waar ik mee samen werkte en die vaak in eerste instantie niet op ons zitten te wachten. Zij hebben mij geleerd om goed te luisteren naar wat hen bezighoudt en wat voor hen werkt en wat niet werkt. Ik heb ongelofelijk veel geleerd van hun wijzen van zich staande proberen houden en hoe te navigeren in de complexiteiten.”
“Ik heb vaak het gevoel dat ik mij in voortdurende dialogen bevind over wat ik aan het doen ben, hoe ik het aan het doen ben en waartoe ik het aan het doen ben. Mijn partner (ook systemisch en narratief therapeut, opleider en supervisor), collega’s en cursisten zowel in het veld van de therapie, hulpverlening als het opleiden van mensen en het ontwikkelen van hulpverleningspraktijken, vrienden uit heel andere vakgebieden, auteurs van vakliteratuur maar ook auteurs die verschillende perspectieven en werelden waarin we leven binnenbrengen. Op die manier kan een goede roman, theaterstuk of Netflix serie evenzeer een sparringpartner zijn. Waardevolle sparringspartners zijn mensen of dingen die aan je eigen kijk een beetje morrelen, die je uitdagen in je doen en laten of die iets nieuws brengen. Daarnaast heb je ook mensen nodig die mee dragen en uitdragen waar je in gelooft en waar je voor gaat.”
“Ik ben hoopvol dat de sterk geïndividualiseerde, analytische blik op kinderen, jongeren en gezinnen die onze tijdsgeest en westerse wereld sterk typeert en bepaalt aan het verschuiven is. Het is goed om te merken dat een systemisch vizier met aandacht voor de lokale maar ook de bredere contexten waarin mensen leven steeds meer een plek krijgt in het werken met deze gezinnen. Geen enkel gezin noch kind is een eiland maar zit in een veelheid aan beïnvloedingen. Ik ben ook hoopvol voor het feit dat er steeds meer aandacht voor de kleine, lokale initiatieven in wijken, scholen, vrijetijdsplekken is die aansluiten bij waar kinderen en gezinnen leven en waarin zij mee betrokken partij zijn. Het participatief werken, beluisteren van het binnenstaandersperspectief van gezinnen en steeds weer proberen begrijpen binnen een veelheid van uitwisselingen, beïnvloedingen en contexten zijn belangrijke ontwikkelingen.”
“Ik ken de wetgeving in Nederland te weinig maar ik ben voorstander om de zorg voor kinderen en gezinnen iets minder binnen een economisch, bedrijfskader te benaderen waar kinderen en gezinnen ‘behandeld’ en hulpverlening ‘gemanaged’ worden. Werknemers moeten massa’s tijd stoppen in registreren, productie halen enz. en hebben te weinig tijd voor het creatief aan de slag gaan samen met cliënten. Het zou fijn zijn als zowel cliënten als werknemers benaderd worden als mensen die ook voor zichzelf kunnen denken en doen, dat er tijd en ruimte voor de ontmoeting is en gezamenlijke reflectie over de te zetten stappen.”
“Een team of support en solidariteit waar je ten alle tijden op kan terugvallen, te rade gaan en die je als professional laat groeien en bloeien. Een overheid die jouw werk waardeert, honoreert en tevens het goede werk faciliteert en een maatschappij die dit mee onderschrijft.”
“Het luisteren, beluisteren en serieus nemen van wat kinderen, jongeren en hun ouders bezighoudt en van daaruit een gezamenlijke hulpverleningsreis aanvatten die ademruimte en mogelijkheden geeft voor de vele betrokkenen. Veerkrachtbevorderende acties en het ontwikkelen van steun- en veerkrachtbronnen in de leefplekken van de gezinnen zelf via lokale initiatieven. Oog voor de sociale en relationele (systemische) dimensie in hulpverlening en bij de moeilijkheden van kinderen, jongeren, ouders en hun gezinnen. Er mag best wat meer ‘sociaal activisme’ terugkeren en een politiek standpunt ingenomen worden waarbij je voor een mens- en wereldbeeld gaat staan en aandacht hebt voor de grote maatschappelijke uitsluitingsfenomenen in de microprocessen van hulpverlening. De ‘neutrale’ hulpverlener dreigt al snel een ‘objectief observator’ van mensen te worden waarbij de betrokkenheid verdwijnt.”
“Uitleggen aan mensen hoe ze de moeilijkheden moeten begrijpen en hoe ze moeten leven maar veel meer een collectieve leergemeenschap vormen (co-researcher en co-regisseurs samen met de gezinnen).”