Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Tekorten sociaal domein – Tom Poes verzin een list!

Terwijl het geld bij het rijk tegen de plinten klotst verkeren veel gemeenten in financieel zwaar weer. Drie van de vier gemeenten worstelen met tekorten. Die worden vooral veroorzaakt door de uitgaven voor taken op het sociaal domein. Om de begroting sluitend te krijgen kunnen gemeenten twee dingen doen: de inkomsten (lees: de belastingen) verhogen en de uitgaven verlagen. De meeste gemeenten doen beide. Vooral bezuinigingen op het sociaal domein doen pijn. Maar is het ook mogelijk op een andere manier te werken zodat de kosten dalen?

11 November 2019

Vooropgesteld: eenvoudige oplossingen zijn er niet. Het meest eenvoudig zou wellicht zijn dat het rijk zijn overschot zou aanwenden om de tekorten van gemeenten te dekken. Per slot van rekening is een groot deel van die tekorten te verklaren door de budgetkortingen die het rijk toepaste toen de taken naar de gemeenten werden geschoven. Geen probleem. Want bij gemeenten, zo was de gedachte, zijn de uitvoeringskosten lager. Dat is wellicht waar. Maar het is ook zo dat gemeenten door de andere, integrale manier van werken, in de nabijheid van inwoners, meer werk aantrekken. Simpel gezegd: de sociale teams, wijkteams en dorpenteams zien gewoon meer en worden ook beter gevonden door inwoners dan de op afstand georganiseerde bureaucratieën van voor de decentralisaties. Precies zoals de bedoeling was! In die zin zijn de tekorten ook te zien als een graadmeter van succes. Niet zo gek dat de toegenomen vraag zorgt voor forse financiële tegenvallers. Als troost klinkt nog wel eens een verwijzing naar ‘de Deense boeggolf’. In Denemarken is de decentralisatie van zorg- en ondersteuningstaken al wat langer geleden en ook daar leidde dat – zo is de stelling – tot een sterk toegenomen vraag. Maar na verloop van tijd zou dat gepaard gaan met een dalende inzet van duurdere zorgvoorzieningen. Maar het is helemaal niet zeker dat die prachtige ‘boeggolf’-metafoor op de situatie in Denemarken van toepassing is. En zelfs als dat wel zo is kunnen we niet weten of dat fenomeen zich in ons land zal herhalen.

De financiële problemen op het sociaal domein lijken geen tijdelijk fenomeen te zijn. Het is goed te begrijpen dat gemeenten zoeken naar structurele manieren waarop ze hun begrotingen op orde kunnen krijgen en de kwaliteit van de jeugdzorg en WMO op niveau kunnen houden. Maar is bezuinigen op de uitgaven op het sociaal domein door generieke kortingen de enige manier, of kan dat ook ‘slimmer’? Ik denk dat dat kan en doe een paar suggesties voor verbetering van de ondersteuning van inwoners die kunnen leiden tot kostenbesparing.

Laaghangend fruit

Gemeenten kunnen van zichzelf leren. De meeste gemeenten hebben meer dorpenteams, sociale teams of wijkteams. Een vergelijking van de activiteiten van die verschillende teams kan een grote opbrengst hebben. Waarom geeft het ene team meer uit aan vervoersvoorzieningen dan het andere, terwijl de problematiek vergelijkbaar is? Hoe kan het dat de transformatie van de manier van werken in het ene team veel verder is dan in het andere? Waardoor zijn inwoners in het ene dorp meer zelfredzaam dan in het andere? Heeft dat met leiderschap te maken, de cultuur in een sociaal team, de vrijheid die medewerkers genieten en de creativiteit in het zoeken naar oplossingen die dat genereert? Door te leren van succesvolle praktijken kunnen gemeenten kosten besparen én inwoners beter van dienst zijn. Een andere ‘quick win’ kan het resultaat zijn van multidisciplinaire analyses van dossiers. Medewerkers gaan gezamenlijk na of gekozen is voor de beste oplossingen en vooral voor nieuwe oplossingen, vanuit het perspectief van de inwoner. Ook dat kan leiden tot besparingen.

Stapelaars

Een bekend fenomeen is dat van de multiproblematiek: personen of gezinnen met problemen op verschillende leefgebieden zoals huisvesting, inkomen, schulden, huiselijk geweld, sociaal isolement enzovoorts. In de niet-geïntegreerde werkwijze van voor de decentralisaties werden die leefgebieden vaak door verschillende organisaties ieder vanuit het eigen perspectief bekeken. Dat is niet zomaar gestopt met de introductie van probleemgericht en geïntegreerd werken bij gemeenten. Resultaat is dat gezinnen soms op zoveel terreinen in een traject van hulpverlening terecht zijn gekomen, dat niemand het overzicht daarvan heeft, maar dat de gestapelde kosten huizenhoog zijn. Hier zijn besparingen mogelijk zonder dat dit ten koste gaat van de aanpak van het probleem, dat in een echt geïntegreerde benadering wel eens beter en sneller opgelost zou kunnen worden.

Aansluiting bij huisartsen en scholen

Gemeenten zijn vooral succesvol als ze er in slagen een aanpak te kiezen die aansluit bij de leefwereld van inwoners en kinderen. Dat vraagt ook om verbindingen met het onderwijs – waar vroegtijdige signalering van kinderen in problematische situaties plaats vindt – en met huisartsenpraktijken, waar ook veel problemen aan het licht komen. Waar die relaties niet bestaan zien we het ‘weglekken’ van de vraag naar duurdere tweedelijnsvoorzieningen. Gemeenten kunnen de ondersteuning verbeteren en kosten besparen door deze ‘voorkant’ te versterken. Dat leidt niet tot minder vragen, maar wel tot eerdere inzet van benodigde voorzieningen en het voorkomt het oplopen van de kosten op een later moment.

Het is de vraag of er te weinig geld is in het sociaal domein. Misschien is er zelfs wel teveel budget, waardoor ‘luiheid’ in het systeem is geslopen. Inzet op het verbeteren van de zorg door inwoners en hun netwerk werkelijk centraal te stellen leidt tot een kritischer blik op de besteding van de middelen. En als het rijk dan ook nog een handje helpt, zijn we de problemen wellicht eerder de baas dan we nu soms vrezen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.