Met de decentralisaties in het sociaal domein is de zorgmarkt en daarmee de btw-regelgeving veranderd. Tegelijkertijd is geen inhoudelijke wijziging van de btw-vrijstellingen beoogd. In de praktijk blijken er toch onduidelijkheden over de vrijstellingen.
Dit komt naar voren uit een inventarisatie van het ministerie van Financiën. De onduidelijkheden worden nu opgelost.
Verduidelijkingen
De verduidelijkingen binnen de Wmo en de Jeugdwet betreffen:
Wmo-voorzieningen met een eigen bijdrage van 100% (op grond van het gemeentelijk beleid). Uit de huidige formulering van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 blijkt niet voldoende duidelijk dat bij een eigen bijdrage van 100% op de verleende Wmo-diensten een btw-vrijstelling van toepassing is. Het besluit wordt dusdanig aangepast, dat duidelijk wordt dat de btw-vrijstelling ook van toepassing is op deze gevallen.
De btw-vrijstelling voor jeugdhulp is op twee verschillende plaatsen geregeld. Bij een van deze bepalingen geldt voor de toepassing van de btw-vrijstelling de voorwaarde van 'niet-winst beogen'. Dit is een onwenselijk situatie, want het leidt tot een ongelijke behandeling tussen jeugdhulpinstellingen en/of tussen vormen van decentrale jeugdhulp binnen een instelling. De voorwaarde van het 'niet-winst beogen' vervalt daarom voor alle gevallen.
Eind 2014 is besloten om meer situaties van het uitlenen van personeel in de Wmo of de Jeugdwet onder de btw-vrijstelling te brengen. Dat is tot nu toe niet verwerkt in de Uitvoeringsbeschikking Omzetbelasting 1968: dat zal nu wel gebeuren.
Ingangsdatum
Op dit moment is nog niet helder of de verduidelijkingen met terugwerkende kracht ingaan (dus per 1 januari 2015). Zodra we daar uitsluitsel over hebben, hoort u daarover van ons.
Download 'Kamerbrief staatssecretaris van Financiën'.