Op dit moment moeten kwetsbare kinderen en ouders nog te vaak te lang wachten op jeugdzorg. En dat is niet de bedoeling. Zeker de meest kwetsbare kinderen die (hoog)specialistische jeugdhulp nodig hebben, zoals hulp bij complexe verslavingsproblemen of in een crisissituatie. Deze kinderen moeten op de overheid kunnen rekenen voor hulp. Het wetsvoorstel ‘Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg’, dat vandaag door de Tweede Kamer is aangenomen, is een belangrijke stap naar betere beschikbaarheid van deze (hoog)specialistische jeugdzorg. Het wetsvoorstel is onderdeel van de Hervormingsagenda Jeugd, waarin nog meer maatregelen zijn afgesproken.
Staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport): “De druk op de jeugdzorg is groot, maar het kan niet zo zijn dat kinderen en gezinnen in de meest kwetsbare situaties niet altijd op tijd de goede zorg krijgen. Daar moet deze wet verandering in brengen. Goed nieuws dus dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen. Ik hoop dat we deze snel in de Eerste Kamer kunnen bespreken”.
(Hoog)specialistische zorg wordt nu niet altijd goed ingekocht, want het is dure en complexe zorg. Dit komt omdat maar een relatief kleine groep kinderen deze jeugdzorg nodig heeft. De kennis is daardoor zo specifiek dat vaak maar een aantal partijen in Nederland deze aanbieden. Gemeenten werken om deze reden al jaren regionaal samen, maar deze regionale samenwerking verschilt sterk, ook in wat er ingekocht wordt. Daardoor is ook landelijk niet altijd goed zichtbaar waar kwetsbaarheden zitten.
In dit wetsvoorstel worden gemeenten verplicht om met andere gemeenten in de regio samen te werken bij de inkoop van (hoog)specialistische jeugdzorg en wordt voorgeschreven wat er minimaal op regionaal niveau gezamenlijk ingekocht moet worden. Daardoor wordt deze zorg voor zeldzame en complexe problemen overal in Nederland beter beschikbaar en krijgen we beter zicht op de beschikbaarheid van zorg.
De wet zorgt er ook voor dat gemeenten en zorgorganisaties minder tijd kwijt zijn aan administratie. Door regionaal samen te werken wordt bespaard op administratie bij zowel gemeente als aanbieder. Zo blijft er meer tijd over om kinderen echt te helpen. De wet is daarnaast de basis om meer uniform te gaan werken door bijvoorbeeld overal op dezelfde manier te gaan registreren. Zo komt er meer vergelijkbare data, bijvoorbeeld over wachttijden. Met deze data kunnen regio’s beter met elkaar vergeleken worden en wordt sneller duidelijk waar het in de jeugdzorg niet goed gaat.
Daarnaast zien we dat jeugdhulpaanbieders nog te vaak hun financiële bedrijfsvoering onvoldoende op orde hebben. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van jeugdzorg. Het wetsvoorstel stelt eisen aan de financiële administratie van zorgaanbieders. Dit zorgt voor meer zekerheid voor de jeugdzorg, nu en in de toekomst.
Tot slot worden de taken van de huidige Jeugdautoriteit vastgelegd in de wet en wordt deze onderdeel van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Ook krijgt de NZa een nieuwe taak in de beschikbaarheid van deze specialistische jeugdzorg. Zij krijgt de taak om – op basis van beter vergelijkbare data- ook vroegtijdig risico’s te signaleren zodat gemeenten en aanbieders tijdig maatregelen kunnen nemen.