Het college van B&W stelt de gemeenteraad voor om de Maatregelverordening voor de Participatiewet aan te passen. In het Coalitieakkoord is afgesproken dat de gemeente meer gaat werken vanuit het vertrouwen in de inwoners. De aanpassing van de maatregelverordening is een belangrijke stap bij de invulling van deze ambitie. In de nieuwe maatregelverordening stelt het college voor om de verlagingspercentages van maatregelen die de gemeente zelf kan nemen substantieel te verlagen.
Wethouder Arjan Kampman: “Recent onderzoek wijst uit dat streng sanctioneren averechts kan werken op het stimuleren van uitstroom uit de bijstand. In sommige situaties zorgen de hoge kortingen op de uitkering bovendien voor een verslechtering van de schuldenpositie van inwoners. Als gemeente dragen we dan niet bij aan een oplossing maar aan een probleem. Dit vindt het college onwenselijk. Door het versoepelen van de huidige maatregelverordening treffen we mensen in de bijstand die het al niet breed hebben financieel minder zwaar. Dit zal naar verwachting ook de motivatie om weer te gaan werken vergroten.”
Het college constateert tevens dat de Maatregelverordening wel nodig blijft. Kampman: “Een kleine groep mensen met een bijstandsuitkering maken misbruik van de regeling of neemt het niet zo nauw met de verplichtingen. Daarom is de Maatregelverordening nog steeds nodig. Het betreft gemeenschapsgeld wat terecht moet komen bij de mensen die het nodig hebben. Misbruik hiervan moeten we blijven straffen.”
Als mensen niet genoeg inkomen of eigen vermogen hebben om in levensonderhoud te voorzien, kunnen ze een bijstandsuitkering aanvragen. Aan het recht op een bijstandsuitkering is altijd de plicht verbonden zich in te zetten om weer zonder de uitkering te kunnen leven.
Als mensen een uitkering hebben en zich niet houden aan de verplichtingen die daar bij horen, dan moet de gemeente van het Rijk de uitkering tijdelijk verlagen. Er is hierbij geen sprake van een bevoegdheid, maar van een wettelijke verplichting. Naast de gemeentelijke maatregelverordening, bestaan landelijke door de rijksoverheid vastgestelde verlagingspercentages als mensen zich niet aan de verplichtingen van de Participatiewet houden. De gemeente heeft daar geen invloed op. Daar waar mogelijk wil de gemeente bij de uitvoering hiervan de ruimte voor de menselijke maat opzoeken.