Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Voorjaarsnota 2025: eenvoudigere sociale zekerheid en meer bestaanszekerheid

Het kabinet neemt extra maatregelen om het stelsel van arbeidsongeschiktheid te vereenvoudigen, mensen beter naar werk te begeleiden en het minimumjeugdloon te verhogen. De bezuiniging op de kinderopvang wordt geschrapt en er komt een uitvoerbaar pad naar een nieuw financieringsstelsel. Hieronder een overzicht van een aantal onderwerpen vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Rijksoverheid 18 april 2025

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

UWV

Het is van groot belang dat we UWV ondersteunen door de kwaliteit op orde te krijgen en gemaakte fouten te herstellen. Daartoe is voor verschillende herstelacties incidenteel tot en met 2030 bijna €500 miljoen en structureel €91 miljoen vrijgemaakt. Bij de hersteloperatie daglonen is UWV begonnen met het controleren van in totaal 43 duizend uitkeringen. Het bedrag wordt gebruikt om de uitkeringen van mensen waarbij fouten zijn gevonden, te herstellen.

Daarnaast is er incidenteel tot en met 2030 in totaal € 682 miljoen en structureel € 130 miljoen vrijgemaakt om de 60-plusmaatregel opnieuw voor twee jaar in te voeren, de uitvoering van UWV te versterken en voor het kwijtschelden van voorschotten die mensen hebben gekregen in afwachting van hun WIA-beoordeling. Het herinvoeren van de 60-plusmaatregel draagt bij aan het beperken van de beoordelingsachterstanden bij UWV.

Het structureel hervormen van het stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen blijft hoog op de agenda staan van het ministerie. Voor verbeteringen op korte termijn maakt minister Van Hijum structureel bijna € 200 miljoen vrij. Deze reservering bouwt in 50 jaar geleidelijk op naar het structurele bedrag. Met de beschikbare middelen wil minister Van Hijum zo snel mogelijk maatregelen treffen om de oplopende achterstanden bij WIA-beoordelingen te beperken. Het volledig hervormen van het arbeidsongeschiktheidsstelsel is een proces de lange adem. Daarom blijft het ministerie doorwerken aan de uitwerking van de aanbevelingen van de commissie OCTAS.

WW

In het regeerprogramma van dit kabinet is een bezuiniging op de WW afgesproken. Minister Van Hijum gaat wel aan de slag met extra maatregelen die ervoor zorgen dat mensen die (tijdelijk) geen baan hebben, beter worden begeleid naar nieuw werk. In de krappe arbeidsmarkt zijn er veel openstaande vacatures, maar mensen weten de weg naar werk niet altijd goed te vinden. Het ministerie gaat daarbij helpen. Daar staat tegenover dat de duur van de WW in 2027 wordt verkort van 24 maanden naar 18 maanden. De uitwerking van de WW-hervorming volgt voor de zomer.

Bezuiniging kinderopvang van tafel, uitvoerbaar pad naar nieuw stelsel

Het kabinet maakt structureel extra geld vrij voor de kinderopvang, waarmee de aangekondigde bezuiniging van circa € 250 miljoen uit het hoofdlijnenakkoord wordt teruggedraaid. Het kabinet wil een nieuwe financiering voor de kinderopvang realiseren, die eenvoudiger is voor ouders en hen meer zekerheid biedt. De kinderopvangsector heeft eerder aangegeven dat de huidige route er naartoe te ambitieus is. Mede daarom heeft het kabinet besloten om meer tijd te nemen voor het invoeren van het nieuwe stelsel. In 2029 gaat de nieuwe financiering in, twee jaar later dan voorzien in het hoofdlijnenakkoord. Het kabinet gaat onverminderd door met de voorbereiding van het wetsvoorstel voor het nieuwe stelsel.

De kinderopvangtoeslag wordt de komende jaren stapsgewijs verhoogd naar 96% voor alle werkende ouders. Zodoende kan de vraag naar kinderopvang geleidelijk stijgen en krijgt de sector de tijd om het aanbod mee te laten groeien. In 2027 krijgen middeninkomens met een verzamelinkomen tot circa € 84.000 een vergoeding van 96% tot de maximumuurprijs. In 2029 geldt dit voor álle werkende ouders met kinderopvangtoeslag. Staatssecretaris Nobel heeft aanvullend middelen gereserveerd voor de uitvoering van het nieuwe stelsel en voor maatregelen om de toegankelijkheid van de opvang te borgen. Zo wil hij een soepele transitie mogelijk maken.

Geld voor gemeenten voor uitvoeren taaleis

De kans op een baan is groter als je de Nederlandse taal beheerst en is cruciaal voor een goede integratie. Daarom vindt het kabinet het belangrijk dat mensen met een bijstandsuitkering basiskennis hebben van de Nederlandse taal. Staatssecretaris Nobel stelt vanaf 2027 extra middelen beschikbaar aan gemeenten voor het uitvoeren van deze taaleis. Met het geld kunnen gemeenten taalonderwijs aanbieden, waarbij de focus ligt op mensen die net in de bijstand zitten en op bijstandsontvangers die baat hebben bij een taalaanbod. In 2027 gaat het om een bedrag van € 3,7 miljoen, oplopend tot € 17,4 miljoen structureel.

Zekere loonkostensubsidie voor sociaal ontwikkelbedrijven

Sociaal ontwikkelbedrijven krijgen loonkostensubsidie van gemeenten voor beschutte werkplekken. Dit is een bijdrage in de loonkosten. Met de huidige manier van berekenen wordt de loonkostensubsidie vaak te laag vastgesteld. En ontvangen sociaal ontwikkelbedrijven te weinig subsidie voor de kosten die zij maken. Om dit op te lossen, komt er een vast percentage aan loonkostensubsidie per werknemer. Dit biedt rust voor medewerkers en meer financiële ruimte voor arbeidsvoorwaarden. Het kabinet trekt hier dit jaar € 34 miljoen voor uit. Dit bedrag loopt de komende jaren op tot structureel € 90 miljoen in 2048. Het bedrag stijgt omdat het aantal beschutte werkplekken de komende jaren gaat toenemen.

Minimumjeugdloon

Het wettelijk minimumjeugdloon gaat voor iedereen van 16 tot en met 20 jaar omhoog. Het gaat om een geleidelijke verhoging per leeftijd. Hiervoor maakt minister Van Hijum structureel € 60 miljoen beschikbaar. De precieze uitwerking en bedragen worden door het ministerie nog verder uitgewerkt. De uiteindelijke wijze van aanpassing zal voor de zomer gedeeld worden in de kabinetsreactie op de verkenning minimumjeugdloon.

Kindgebonden budget

Het kindgebonden budget daalt voor alle huishoudens met een inkomen boven de circa € 60.000 per jaar. De hoogte van het kindgebonden budget is al afhankelijk van het inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het kindgebonden budget. Met deze hervorming wordt deze toeslag vanaf een inkomen van circa € 60.000 per jaar sneller afgebouwd. Dit betekent dat huishoudens vanaf dit inkomen minder recht hebben op deze bijdrage. Met deze maatregel wordt het kindgebonden budget meer gericht op de ouders die deze toeslag het hardst nodig hebben.

Tegelijkertijd wordt er ook een hardheid in het kindgebonden budget en bij de zorgtoeslag opgelost. Op dit moment is er een regel dat mensen toeslagpartner worden als zij samenwonen met één andere volwassene en er daarnaast een minderjarig kind van één van beiden op het adres is ingeschreven. Dit heeft negatieve gevolgen voor de toeslagen die zij krijgen. Die regel wordt afgeschaft per 1 januari 2027. Dit betekent dat mantelzorgers en woningdelers sneller een hogere toeslag krijgen. Dit wordt gedekt door een verlaging van de vermogensgrenzen van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.