Zonder arm geen rijk, en zonder normale geen slechte wijk. Het labelen van sociale problemen als ‘achterstandswijken’ en ‘dak- en thuisloze jongeren’ door politici, professionals en beleidsmakers om vervolgens tijdelijke, kleinschalige en versnipperde hulp te bieden aan de ‘ander’ staat duurzame impact in de weg. Dat is een van de conclusies uit het proefschrift van Frank van Steenbergen, ‘Zonder marge, geen centrum: een pleidooi voor rechtvaardige transities’ dat hij op 2 oktober verdedigt bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij pleit voor een alternatieve aanpak voor Nederlands sociaal beleid.
Van Steenbergen heeft de afgelopen tien jaar bij DRIFT Opent extern (Dutch Research Institute for Transitions) actieonderzoek gedaan naar sociaal beleid in stadswijken in Rotterdam-Zuid en de opvang van jongeren zonder (t)huis onderzocht. In zijn proefschrift probeert hij de hardnekkigheid van sociale problemen als ‘achterstandswijken’, ‘dak- en thuisloze jongeren’ en ‘armoede’ te doorgronden en een alternatieve, duurzame aanpak van deze sociale problemen te schetsen.
Labels als ‘achterstandswijken’, ‘dak- en thuisloze jongeren’ en ‘armoede’ worden gebruikt door professionals en beleidsmakers om geld op te halen voor nieuwe plannen en projecten, wat de kwetsbaarheid van deze plekken en mensen eerder versterkt, en het label weer bevestigt. In de Rotterdamse wijk Carnisse ervoer Van Steenbergen dat telkens werd geëxperimenteerd met nieuwe methodes en werkwijzen, in tegenstelling tot de ‘normale’ wijken. Hierdoor landen of beklijven bewezen en beproefde methodes niet, en levert sociaal beleid in aan effectiviteit. In een langdurig onderzoeksprogramma rondom dak- en thuisloosheid bij jongeren identificeerde hij iets soortgelijks. Het definiëren van ‘zwerfjongeren’ is voor sociaal beleid belangrijk voor financiering en legitimering, maar kan de kwetsbaarheid van jongeren juist uitvergroten, en de status quo versterken.
In plaats van het labelen van sociale problemen, die worden tegengegaan met deeloplossingen en experimenten vanuit verschillende disciplines en (sub)systemen, pleit Frank van Steenbergen daarom voor een langdurige en duurzame aanpak, met nadruk op het potentieel en de eigenheid van personen en plekken. Bij jongeren die kampen met dak- en thuisloosheid kan bijvoorbeeld de nadruk gelegd worden op sociale rechten en ‘de basis op orde’ brengen: eerst een dak boven het hoofd, daarna verder. In een wijk als Carnisse kan daarnaast ingezet worden op het versterken van bestaande publieke netwerken en plekken zoals scholen, wijkcentra en gemeenschapstuinen
Vanuit het transitieperspectief bezien, komen oplossingen voor sociale problemen nu nauwelijks voorbij de experimenteerfase. Nieuwe oplossingen komen bovenop reeds bestaande, uitdijende structuren en praktijken. Fundamentele verandering vereist echter dat bestaande vastgelopen en onduurzame structuren en praktijken ook worden afgebouwd.